Philip Christoph von Sötern

Philip Christoph von Sötern (Zweibrücken, 11 december 1567 - Koblenz, 7 februari 1652) was een rooms-katholiek aartsbisschop en Keurvorst van Trier van 1623 tot 1652.

Vroege carrière

Hij was de zoon van de lutherse edelman Ge­org Wil­helm von Sö­tern en diens katholieke echtgenote Bar­ba­ra von Pütt­lin­gen. Onder invloed van zijn peetvader Phil­ip Chris­toph von Sö­tern de oudere (ge­stor­ven 1595), die onder andere dekaan van de abdij van Sinsheim was, koos hij voor een kerkelijke carrière. Hij studeerde aan het jezuïetencollege van Trier en aan de universiteit van Pont-à-Mousson en bezocht daarna Italië. Hij vervulde verschillende kerkelijke ambten en was ook diplomatiek actief namens de katholieke liga binnen het Duitse Keizerrijk. In 1609 werd hij benoemd tot co-adjutor van de bisschop van Speyer, Eber­hard von Di­en­heim en in 1610 volgde hij hem op als bisschop.

Trier

In 1623 werd hij benoemd tot aartsbisschop van Trier als opvolger van Lothar van Metternich en zo werd hij een speler in de Dertigjarige Oorlog. Door zijn pro-Franse politiek kwam hij in conflict met het domkapittel en met de bevolking van Trier. Zijn optreden was ook tegen de zin van de Habsburgers en in 1630 werd er een Spaans garnizoen naar Trier gestuurd. Nadat von Sötern in 1632 een neutraliteitsverdrag met de protestantse Zweden had getekend en Franse troepen in de stad had uitgenodigd, vluchtten de leden van het domkapittel naar Luxemburg en vroegen er de steun aan de Luxemburgse stadhouder Christoph Gretsil. Die belegerde Trier maar kon de stad niet innemen opdat er in allerijl Franse versterkingen waren aangevoerd. In 1635 viel Trier toch in handen van de troepen van Gretsil en von Sötern werd gevangen genomen. Hij zat gevangen in Namen, Gent en daarna in Linz. Pas nadat de Spaanse troepen in 1645 Trier verlieten hadden, werd hij vrijgelaten en kon hij als aartsbisschop naar Trier terugkeren. In 1646 zocht hij opnieuw toenadering tot Frankrijk, tegen alle afspraken in. Het domkapittel vluchtte naar Keulen en ageerde er tegen von Sötern. Die laatste moest in 1650 Karl Kas­par von der Ley­en als co-­ad­ju­tor in zijn bisdom dulden. Na zijn dood in 1652 werd hij door hem opgevolgd.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.