Pegtymel

De Pegtymel (Russisch: Пегтымель) of (in de bovenloop) Rapylkatyn (Рапылькатын), vroeger Verko(e)n (Веркунь[1]/Верконь[2]) genoemd, is een 345 kilometer lange rivier in het noorden van de Russische autonome okroeg Tsjoekotka. De rivier ontspringt op de noordelijke hellingen van het Paljavaamgebergte ten noorden van de rivier Paljavaam en stroomt hoofdzakelijk in noordwestelijke richting naar de kust, waar ze uitmondt via een grote moerassige rivierendelta in de Oost-Siberische Zee, grofweg halverwege tussen Kaap Sjelag in het westen en Kaap Billings in het oosten. De rivier wordt vooral gevoed door sneeuw en regen.

Pegtymel
locatie (rood) binnen Tsjoekotka
Lengte345 km
Stroomgebied17.600 km²
BronPaljavaamgebergte (Hoogland van Tsjoekotka)
MondingOost-Siberische Zee
Stroomt doorTsjoekotka (Aziatisch Rusland)
Portaal    Geografie

De belangrijkste zijrivieren zijn vanaf de monding de E??yrynnat (rechts; r), Tyvegrynnet (of Gytolkyl; r), Pilgyn (r), Vylgyrymny-Pelgyn (links; l), Motlykan en Parynnat (r), Vykvynpyn (l), Kytalkaj (r), kruispunt met Koekevejem (l) en Rynnatiejnyn (r), Koevet (r), Koesvejem (r) en Gotsjmytkyn (l).

Volgens een versie overleed handelaar Nikita Sjalaoerov aan de monding van de Pegtymel in 1764, volgens een ander verhaal bij Kaap Sjalaoerova Izba 20 kilometer ten oosten ervan.

Petroglieven

Aan de benedenloop, in het centrale deel van het district Sjmidtovski in het berggebied Kejnynej, bevindt zich het natuurhistorisch natuurmonument Pegtymelski (11 hectare) rondom een aantal ongeveer 2000 jaar oude stenen petroglieven (laat-neolithicum; 1e millennium v.Chr.) met (waarschijnlijk Tsjoektsjische) afbeeldingen van de jacht op en het grazen van rendieren, alsook mensen (boogschutters) en behuizingen. De ruim 100 bekende petroglieven zijn verdeeld over 12 rotsen, die zich uitstrekken over ongeveer 500 meter langs de noordoever van de rivier. Ze werden ontdekt door geoloog Nikolaj Samoroekov in 1965 en beschreven door een expeditie onder leiding van Nikolaj Dikov tussen 1967 en 1968. In 2003 en 2005 werden de petroglieven opnieuw onderzocht en tijdens de laatste expeditie werden ook fotokopieën gemaakt. Het is de enige stenen kunst die tot nog toe is aangetroffen in het noordoosten van Azië.[3] De Tsjoektsjen noemen de petroglieven 'kalenmjon', wat van het woord 'kalen' ("uitbeelden", "kleuren") is afgeleid.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.