Pauselijke Commissie voor Gewijde Archeologie

De Pauselijke Commissie voor Gewijde Archeologie is een instelling van de Romeinse Curie die in 1925 door paus Pius XI werd opgericht ter bevordering en begeleiding van archeologische projecten op gewijde plaatsen in met name Italië. Aanleiding voor de oprichting van deze commissie was het onderzoek dat werd verricht naar de Romeinse catacomben. Directe aanleiding was de vondst van een scherf marmer in een wijngaard aan de Via Appia waar de tekst NELIVS. MARTYR op te lezen was. Algemeen werd aangenomen dat het hier mogelijk ging om de grafvondst van de heilige martelaar paus Cornelius. Hierop werd Pius XI aangespoord om de wijngaard aan te kopen, hetgeen hij na enige aarzeling deed. Daarop richtte hij de Pauselijke Commissie in, die onder meer de opdracht kreeg toe te zien op het archeologisch onderzoek dat op het nieuw verworven land werd verricht. Verdere aankopen van gewijde archeologische sites - met name van de catacomben - werden in het Verdrag van Lateranen geregeld.

De Commissie coördineert het werk van de Romeinse, Pauselijke Academie van Archeologie en het Pauselijk Instituut voor Christelijke Archeologie.[1]

Voorzitter van de commissie
1925 - 1931 Basilio Pompilj
1931 - 1951 Francesco Marchetti Selvaggiani
1951 - 1965 Clemente Micara
1965 - 1967 Luigi Traglia
1967 - 1969 Angelo Dell'Acqua
1969 - 1986 Gennaro Verolino
1987 - 1990 Mario Schierano
1991 - 2004 Francesco Marchisano
2004 - 2007 Mauro Piacenza
2007 - heden Gianfranco Ravasi


Noten

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.