Paul Overstreet

Na het behalen van zijn schooldiploma verhuisde Overstreet naar Nashville, waar hij zich met allerhande karweitjes boven water hield en 's avonds optrad in kleine clubs. In 1982 nam hij voor RCA Records zijn eerste, niet zeer succesvolle single op. In hetzelfde jaar werd zijn song Same On Me van George Jones ingespeeld en werd prompt een top 10-hit. Er volgde een roerige fase met rijkelijk alcohol en drugsgebruik. Hij was kortstondig getrouwd met een zus van Dolly Parton. In 1985 trouwde hij opnieuw en het lukte hem uiteindelijk, van de drugs af te komen. The Forester Sisters plaatsten met een van zijn songs een nummer 1-hit. Randy Travis, Tanya Tucker en Marie Osmond bereikten eveneens topposities in de countrycharts.

In 1986 richtte hij samen met Thom Schuyler en Fred Knobloch het trio SKO op, dat enkele hits produceerde. Overstreet verliet in 1987 de groep en werd vervangen door Bickhardt. De groep kreeg als nieuwe naam SKB. In 1988 had Overstreet zijn eerste solo-succes met Sowin' Love. Er volgde het gelijknamige album, waaruit nog meerdere singles werden uitgekoppeld. De eerste nummer 1-hit als zanger had hij in 1990 met Daddy's Come Around. In 1992 verscheen zijn tweede album Heroes, dat bijna een jaar lang stand hield in de charts.

De teksten van zijn songs werden steeds religieuzer. In 1999 bracht Overstreet het album A Songwriters Project – Volume 1 uit, waarin hij eigen songs, die voorheen door andere artiesten succesvol werden vertolkt, zelf presenteerde.

Paul Overstreet heeft zes kinderen, waaronder de acteur Chord Overstreet en Nash Overstreet, de gitarist van de band Hot Chelle Rae.