Paul McCandless

McCandless is afkomstig uit een muzikale familie. Zijn moeder was pianiste en zijn vader en grootvader speelden ook hobo en klarinet. Bij zijn ouders leerde hij eerst klarinet en piano, daarna hobo, fluit en saxofoon. Daarnaast maakte hij zijn eerste ervaringen in een school-dixieland-band. Vanaf 1963 studeerde hij aan de Duquesne universiteit en speelde als hij uithulp bij het Pittsburgh Symphony Orchestra, maar ook in nachtclubs. In 1967 begon hij zich te concentreren op de hobo en wisselde naar de Manhattan School of Music. Zijn leraar was de hoboïst Robert Bloom, die hem later aanprees bij Paul Winter.

McCandless kon zich een naam maken als lid van het Paul Winter Consort (1968-1972). Vervolgens richtte hij samen met Collin Walcott, Ralph Towner en de bassist Glen Moore de band Oregon, die heden nog bestaat.

Buiten zijn activiteiten bij Oregon vervolgt McCandless zijn eigen projecten, zoals een eigen trio met de pianisten Art Lande en Dave Samuels (All The Mornings Bring, 1979 en Skylight, 1981). Hij speelde samen met diverse andere muzikanten, waaronder Eberhard Weber, Michael Di Pasqua of David Darling. In 1985 tourde hij als trio met Barre Phillips en Theo Jörgensmann door Europa. Tijdens een dubbel concert van Oregon inproviseerde McCandles bij de tweede gig met Andreas Vollenweider. Als begeleidings-muzikant werkte hij onder andere met Billy Hart, John Scofield, Nguyên Lê, Jerry Goodman, Zbigniew Seifert, Eddie Gomez, Béla Fleck, Bob Moses en Pierluigi Balducci.

Met een blazersoctet realiseerde hij zijn eigen third-stream-composities.

Voor zijn werk als componist en arrangeur op het album Oregon in Moscow (2000) werd McCandless in 2002 in twee categorieën genomineerd voor Grammy Awards.