Patrick Sercu
Patrick Sercu (Roeselare, 27 juni 1944 – aldaar, 19 april 2019) was een Belgisch wielrenner en Olympisch kampioen.
Patrick Sercu
| ||||
Persoonlijke informatie | ||||
Geboortedatum | 27 juni 1944 | |||
Geboorteplaats | Roeselare, België | |||
Overlijdensdatum | 19 april 2019 | |||
Overlijdensplaats | Roeselare, België | |||
Sportieve informatie | ||||
Discipline(s) | Baanwielrennen Wegwielrennen | |||
Specialisatie(s) | Sprint (weg en baan) Zesdaagsen | |||
Ploegen | ||||
1964-1967 1968-1969 1970-1972 1973-1976 1977 1978-1980 1981-1983 | Solo-Superia Faema Dreher Brooklyn Fiat France Marc Zeepcentrale I.W.C.-Imex | |||
|
Amateurrenner
Patrick Sercu werd al op jonge leeftijd door zijn vader en oud-renner Albert Sercu opgeleid als pisterenner. Onder impuls van Albert Sercu werd de verloederde wielerpiste in Rumbeke nieuw leven ingeblazen om zoon Patrick het pistemetier aan te leren. Dit leverde al vroeg resultaten op. Al in 1961, op 17-jarige leeftijd, werd Sercu tweede op het Belgisch kampioenschap op de piste in Rocourt, wat hem meteen een ticket voor het WK opleverde. Het jaar er op werd hij voor het eerst Belgisch kampioen in de sprint en in 1963 volgde een eerste hoogtepunt door in eigen land het wereldkampioenschap op de sprint te winnen als 19-jarige amateur. Sercu was nog steeds amateurrenner en mocht zo in 1964 naar de Olympische Spelen in Tokio. Deze werden een succes. Hij behaalde goud op de kilometer met vliegende start.[1]
Profrenner
Sercu zette de stap naar het profrennen bij de ploeg Solo-Superia en zou daardoor ook op de weg actief worden. Tot op het einde van de jaren 1970 zou hij de piste en de weg blijven combineren. Op het einde van zijn loopbaan zou hij zich steeds meer op de piste toeleggen. Op de piste zou hij in de sprint nog twee keer goud (1967 en 1969) en twee keer zilver (1965 en 1968) behalen tijdens de wereldkampioenschappen voor de profs. Hij vestigde ook drie wereldrecords.
- 1967: 1:01,23 min – 1-kilometer met vliegende start indoor
- 1972: 1:07,5 min – 1-kilometer zonder vliegende start indoor
- 1973: 1:02,6 min – 1-kilometer outdoor
Later legde Sercu zich steeds meer toe op de duuronderdelen van de piste in plaats van de sprintnummers, wat gezien zijn leeftijd ook logisch was. Zo werd hij nog meermaals nationaal en Europees kampioen in onder meer de ploegkoers, het omnium en het rijden achter derny. Het waren vooral de zesdaagsen die hem bekend maakten. Tussen 1965 en 1983 won hij maar liefst 88 zesdaagsen, nog steeds een record dat wellicht nog heel lang op de tabellen zal blijven staan door het verminderd aantal zesdaagsen. Deze zesdaagsen reed hij met wisselende partners, maar Eddy Merckx was een van zijn vast companen met wie hij er 15 won.
Op de weg bouwde Sercu ook een mooi palmares op. Veel van zijn overwinningen behaalde hij in criteriumwedstrijden waar zijn sprintsnelheid goed uitgespeeld kon worden, maar ook in het rondewerk deed hij het voortreffelijk met heel wat etappewinsten in vooral kleinere ronden, maar ook in rittenwedstrijden zoals de Tirreno-Adriatico en Ronde van Romandië. Tijdens zijn loopbaan reed hij zeven maal de Ronde van Italië en won hij er maar liefst 13 etappes. Hiermee staat hij op de vierde plaats van Belgen met de meeste overwinningen in de Giro. Sercu reed in 1974 en 1977 de Ronde van Frankrijk, goed voor zes ritwinsten en de groene trui in 1974. Dat jaar reed hij ook een halve dag in het geel.
Sercu startte zijn profcarrière bij Solo-Superia, maar zou regelmatig van ploeg veranderen. Zo reed hij in de Faemaploeg van Eddy Merckx en voor Dreher. Zijn grootste successen op de weg haalde hij bij Brooklyn en Fiat. Na 1977 stapte hij over naar de ploeg van Marc Zeepcentrale en zou hij vooral nog op de piste actief blijven tot hij in 1983 op wielerpensioen ging.
Oud-renner
Patrick Sercu was als recordhouder van de zesdaagses na zijn wielerloopbaan bekommerd om het voortbestaan van deze meerdaagse pistewedstrijden. Het baanwielrennen raakte vanaf de jaren 1980 in crisis en steeds meer organisaties hielden het voor bekeken. Hij werd directeur van de Zesdaagse van Gent en was directeur van de vroegere Zesdaagse van Hasselt. In de Zesdaagse van Gent slaagde hij er in het wielergebeuren tot een waar event uit te bouwen waarbij lokale renners en internationale toppers met elkaar gecombineerd werden en de spectaculaire en korte nummers meer aan bod kwamen.[2] Patrick Sercu zou de Zesdaagse van Gent leiden tot hij dit om medische redenen niet meer kon. Zijn zoon en wielermanager Christophe Sercu nam daarna de leiding over. Patrick zou stilaan uit het openbare leven verdwijnen en overleed in 2019 op 74-jarige leeftijd.[3]
Herinneringen
In 1996 werd Sercu, samen met twee andere olympische/paralympische kampioenen Ulla Werbrouck en Filip Bardoel, tot ereburger van de stad Izegem benoemd. De openluchtwielerpiste van Sport Vlaanderen in Assebroek werd in 2007 naar hem de Wielerbaan Patrick Sercu genoemd.[4] De heropgebouwde wielerpiste in Rumbeke waar hij de knepen van het vak leerde, werd voor een deel naar hem genoemd: Wielerpiste Defraeye-Sercu. Als geboren Roeselarenaar werd hij ook in de Zaal der Wereldkampioenen van het vernieuwde museum KOERS. Museum van de Wielersport vereeuwigd samen met drie andere Roeselaarse wereldkampioenen. In dat museum zijn overigens verschillende van zijn truien en een pistefiets van hem.
Overwinningen
Zesdaagse
Nr. | Jaar | Zesdaagse van | Samen met | Nr. | Jaar | Zesdaagse van | Samen met |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 1965 | Gent | 45 | 1976 | Antwerpen | ||
2 | 1966 | Frankfurt | 46 | 1976 | Milaan | ||
3 | 1967 | Keulen | 47 | 1976 | Dortmund | ||
4 | 1967 | Montréal | 48 | 1976 | Maastricht | ||
5 | 1967 | Gent | 49 | 1977 | Kopenhagen | ||
6 | 1967 | Münster | 50 | 1977 | Antwerpen | ||
7 | 1967 | Charleroi | 51 | 1977 | Londen | ||
8 | 1968 | Rotterdam | 52 | 1977 | Berlijn | ||
9 | 1968 | Londen | 53 | 1977 | München | ||
10 | 1968 | Frankfurt | 54 | 1977 | Gent | ||
11 | 1968 | Dortmund | 55 | 1977 | Zürich | ||
12 | 1969 | Bremen | 56 | 1977 | Maastricht | ||
13 | 1969 | Antwerpen | 57 | 1978 | Berlijn | ||
14 | 1969 | Londen | 58 | 1978 | Frankfurt | ||
15 | 1969 | Dortmund | 59 | 1978 | Grenoble | ||
16 | 1969 | Frankfurt | 60 | 1978 | München | ||
17 | 1969 | Charleroi | 61 | 1978 | Gent | ||
18 | 1970 | Keulen | 62 | 1979 | Keulen | ||
19 | 1970 | Bremen | 63 | 1979 | Rotterdam | ||
20 | 1970 | Londen | 64 | 1979 | Hannover | ||
21 | 1970 | Gent | 65 | 1979 | Londen | ||
22 | 1971 | Rotterdam | 66 | 1979 | Berlijn | ||
23 | 1971 | Londen | 67 | 1979 | Dortmund | ||
24 | 1971 | Berlijn | 68 | 1979 | München | ||
25 | 1971 | Frankfurt | 69 | 1979 | Zürich | ||
26 | 1971 | Gent | 70 | 1980 | Bremen | ||
27 | 1972 | Londen | 71 | 1980 | Kopenhagen | ||
28 | 1972 | Dortmund | 72 | 1980 | Milaan | ||
29 | 1972 | Gent | 73 | 1980 | Berlijn | ||
30 | 1973 | Keulen | 74 | 1980 | Dortmund | ||
31 | 1973 | Milaan | 75 | 1980 | Gent | ||
32 | 1973 | Dortmund | 76 | 1980 | Herning | ||
33 | 1973 | Grenoble | 77 | 1981 | Keulen | ||
34 | 1973 | Gent | 78 | 1981 | Kopenhagen | ||
35 | 1974 | Antwerpen | 79 | 1981 | Milaan | ||
36 | 1974 | Londen | 80 | 1981 | Grenoble | ||
37 | 1974 | Dortmund | 81 | 1981 | Gent | ||
38 | 1975 | Bremen | 82 | 1982 | Rotterdam | ||
39 | 1975 | Antwerpen | 83 | 1982 | Kopenhagen | ||
40 | 1975 | Berlijn | 84 | 1982 | Antwerpen | ||
41 | 1975 | Grenoble | 85 | 1982 | Berlijn | ||
42 | 1975 | Gent | 86 | 1982 | München | ||
43 | 1975 | Zürich | 87 | 1983 | Rotterdam | ||
44 | 1976 | Rotterdam | 88 | 1983 | Kopenhagen |
Aantal | Samen met |
---|---|
15 | |
14 | |
9 | |
8 | |
7 | |
4 | |
3 | |
2 | |
1 |
Piste
Jaar | Overig | |||
---|---|---|---|---|
1961 | ||||
1962 | ||||
1963 | ||||
1964 | ||||
1965 | GP Du Roi: Sprint | |||
1966 | ||||
1967 | ||||
1968 | ||||
1969 | ||||
1970 | ||||
1971 | ||||
1972 | ||||
1973 | Gent: Omnium, Ploegkoers | |||
1974 | Gent: Omnium, Ploegkoers | |||
1975 | ||||
1976 | ||||
1977 | ||||
1978 | ||||
1979 | ||||
1980 | ||||
1981 | ||||
1982 | ||||
1983 |
Weg
1965
- Criterium Harelbeke
- Criterium Zolder
- Criterium Nederbrakel
1966
1967
- Criterium Sint-Amandsberg
1968
- Omloop van Midden-Vlaanderen
- Criterium Meerhout
1969
- 5e etappe A Tirreno-Adriatico
- Omloop Leiedal
1970
- 4e etappe Ronde van Sardinië
Eindklassement Ronde van Sardinië - 3e etappe Tirreno-Adriatico
- 4e etappe Ronde van Italie
- Criterium Harelbeke
1971
- 2e etappe Ronde van Sardinië
- Bankprijs
- 1e etappe A Ronde van Romandië
- 13e etappe Ronde van Italie
- 14e etappe Ronde van Italie
- Criterium Sint-Niklaas
- Criterium Cittadella
- Criterium Izegem
1972
- 5e etappe Ronde van Sardinië
- 3e etappe Tirreno-Adriatico
- Criterium Harelbeke
- Kampioenschap van Vlaanderen
- Omloop van het Houtland
- Criterium Oostrozebeke
1973
- Maaslandse Pijl
- Sassari - Cagliari
- 2e etappe Giro di Puglia
- Elfstedenronde
- 9e etappe Ronde van Italie
1974
- Criterium Rodez
- 2e etappe Ronde van Sardinië
- 3e etappe Ronde van Sardinië
- 5e etappe Ronde van Sardinië
- Kustpijl
- Omloop der Vlaamse Ardennen Ichtegem
- 2e etappe Ronde van Italie
- 10e etappe Ronde van Italie
- 11e etappe Ronde van Italie
- Brussel-Berchem
- 3e etappe Ronde van Frankrijk
- 4e etappe Ronde van Frankrijk
- 8e etappe Ronde van Frankrijk
Puntenklassement Ronde van Frankrijk
1975
- 3e etappe Ronde van Sardinië
- Omloop der Vlaamse Ardennen Ichtegem
- 3e etappe Tirreno-Adriatico
- Criterium Izegem
- 2e etappe Ronde van Romandië
- 5e etappe A Ronde van Romandië
- Circuit du Port de Dunkerque
- 2e etappe Ronde van Italie
- 12e etappe Ronde van Italie
- 17e etappe Ronde van Italie
- Criterium Oosterhout
- Criterium Zwijndrecht
- Criterium Poperinge
- 2e Etappe Valkenburg afvallingsrace
1976
- 4e etappe Ronde van Sardinië
- 1e etappe Ronde van Italie
- 10e etappe Ronde van Italie
- 4e etappe Giro di Puglia
- Criterium Nantes
1977
- 2e etappe Ronde van Sardinië
- 3e etappe Ronde van Sardinië
- 3e etappe Ronde van de Middellandse Zee
- 4e etappe Ronde van de Middellandse Zee
- Kuurne-Brussel-Kuurne
- 6e etappe Parijs-Nice
- 7e etappe Parijs-Nice
- Criterium Bussières
- 3e etappe Dauphiné Libéré
- 4e etappe A Dauphiné Libéré
- 4e etappe B Dauphiné Libéré
- 7e etappe Dauphiné Libéré
- 7e etappe Tour De France
- 12e etappe Tour De France
- 13e etappe Tour De France
- Criterium Garancières-en-Beauce
- Criterium Kopenhagen
- Erembodegem-Terjoden
1978
- Criterium Hank
- 1e etappe Ronde van België
- Beveren-Leie
1979
- 5e etappe B Ronde van Duitsland
- GP Union
- Criterium Levanger
1980
1981
- Criterium Beringen
1982
- Criterium Mortsel
Resultaten in voornaamste wedstrijden
|
|
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: Herman Van Springel 1973 |
Patrick Sercu 1974 |
Opvolger: Rik Van Linden 1975 |
Olympisch kampioen | ||
---|---|---|
1896: Paul Masson · 1928: Willy Falck Hansen · 1932: Dunc Gray · 1936: Arie van Vliet · 1948: Jacques Dupont · 1952: Russell Mockridge · 1956: Leandro Faggin · 1960: Sante Gaiardoni · 1964: Patrick Sercu · 1968: Pierre Trentin · 1972: Niels Fredborg · 1976: Klaus-Jürgen Grünke · 1980: Lothar Thoms · 1984: Fredy Schmidtke · 1988: Aleksandr Kiritsjenko · 1992: José Manuel Moreno Periñan · 1996: Florian Rousseau · 2000: Jason Queally · 2004: Chris Hoy |