Parlement van het Verenigd Koninkrijk

Het Parlement van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (ook wel het Britse parlement, het Westminster Parlement, of voorheen het Rijksparlement) is de hoogste wetgevende macht van het Verenigd Koninkrijk en de Britse overzeese gebieden, gevestigd in Londen.

Het parlementsgebouw Palace of Westminster in Londen.

Het parlement beschikt over een wetgevende soevereiniteit, waaraan het de bevoegdheid ontleent om boven alle andere politieke lichamen te staan. Aan het hoofd staat de Britse koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk (The Crown), die de derde component vormt van de wetgevende macht. Het Verenigd Koninkrijk is hierdoor een constitutionele monarchie met een parlementair systeem.

Samenstelling

Het parlement bestaat uit twee kamers:[1][2][3][4]

  • Het Hogerhuis (House of Lords), met 792 leden.
  • Het Lagerhuis (House of Commons), met 650 leden.

In het Hogerhuis zetelen twee soorten parlementsleden: de Lords Spiritual en de Lords Temporal. Dit zijn respectievelijk oudgediende bisschoppen van de Anglicaanse Kerk en leden van de zogenaamde Peerage. Zij worden niet verkozen door het volk, maar worden aangeduid door de Britse monarch op advies van de Britse eerste minister.[5] Voorafgaand aan de opening van het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk in oktober 2009, oefende het Hogerhuis tevens een rechterlijke functie uit via de Law Lords.

Het Lagerhuis is een democratisch verkozen kamer waarbij de verkiezingen ten minste om de vijf jaar plaatsvinden.[6] Deze kamers komen samen in de Palace of Westminster (ook wel Houses of Parliament), in de Londense wijk Westminster. Volgens de grondwettelijke conventie zijn alle ministers van de Britse regering, waaronder de eerste minister, lid van het Lagerhuis of van het Hogerhuis. Zodus moeten ze verantwoording afleggen bij beide takken van de wetgever.

Geschiedenis

Het Parlement van Groot-Brittannië werd opgericht in 1707 na de ratificatie van het Unieverdrag door zowel het Parlement van Engeland als het Parlement van Schotland onder de vorm van de doorvoering van de Acts of Union. Op die manier werd het Engelse en Schotse parlement samengevoegd. In de praktijk was het parlement een voortzetting van het Engelse parlement met de toevoeging van Schotse parlementsleden. Het parlement werd verder uitgebreid met de ratificatie van de Act of Union (1800) door het Parlement van Groot-Brittannië en het Parlement van Ierland. Bijgevolg werd het toenmalige Ierse parlement afgeschaft en werden er 100 Ierse leden in het Lagerhuis geplaatst en 32 in het Hogerhuis. Zo ontstond het Parlement van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland. Het werd ook wel "de moeder der parlementen" genoemd gezien haar democratische instellingen een voorbeeld vormde voor veel democratische landen en het het grootste Engelstalige wetgevende lichaam is in de wereld.[7][8][9]

In theorie ligt de hoogste wetgevende macht bij de Queen-in-Parliament, met andere woorden op het moment dat de monarch haar wetgevende functie uitoefent. Tegenwoordig ligt de werkelijke macht in de praktijk in het Lagerhuis. De monarch handelt in het algemeen op basis van het advies van de eerste minister. Tevens is het zo dat de bevoegdheden van het Hogerhuis werden ingeperkt.[10]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.