Over het pauperisme

Over het pauperisme is een boek van Alexis de Tocqueville oorspronkelijk uitgegeven in 1835 onder de titel Mémoire sur le paupérisme . Tocqueville zag de dilemma’s van de huidige samenleving in de 21e eeuw al reeds op de vooravond van de ontwikkeling van de verzorgingsstaat in Groot-Brittannië. Hij stelde zich toen al de vraag welke impact dit zou opleveren op lange termijn.

Over het pauperisme
Oorspronkelijke titelMémoire sur le paupérisme
Auteur(s)Alexis de Tocqueville
VertalerIneke Mertens
TaalNederlands
Oorspronkelijke taalFrans
Oorspronkelijk uitgegeven1836
ISBN-code9058480771
Portaal    Literatuur

Het uitgangspunt van Tocqueville is dat private en publieke liefdadigheid niet in staat zijn om de ellende van de arme klassen te herstellen.

Het boek is opgedeeld in twee memories; in de eerste memorie wordt de armoede geanalyseerd, waarop in de tweede memorie gezocht wordt naar alternatieve oplossingen.

Eerste memorie

In de eerste memorie heeft Tocqueville het over de verandering van de naastenliefde in een recht door het opkomen van de Engelse armenwetten. De sociale relaties die bij naastenliefde ontstaan, worden de kop ingedrukt en moeten plaats maken voor officiële en juridische relaties tussen ambtenarij en burger. De bureaucratische overheid stelt zich op tussen de rijken en de armen in de samenleving.

Volgens Tocqueville heeft de nieuwe vorm van armoedebeleid onverwachte, negatieve effecten op de vrijheden van individuen, de gelijkheid in de maatschappij en voor verbondenheid tussen mensen onderling. De armen worden uitgesloten en diegenen die het risico lopen om arm te worden, worden al op voorhand geweerd door gemeenten. Toch blijft het recht bestaan op bijstand, wat ervoor zorgt dat mensen er alles voor gaan doen om een uitkering te bemachtigen. Hierdoor zijn steeds meer mensen afhankelijk van overheidsbijstand.

In de eerste memorie wordt er ook gesproken van wat we nu ‘relatieve deprivatie’ noemen. Naarmate de voorspoed in een land stijgt, definiëren we armoede in relatie tot die welstand. Tocqueville gebruikt het voorbeeld van tabak in de 19e eeuw.

Tweede memorie

In het tweede deel gaat Tocqueville op zoek naar oplossingen voor de armoede. Hij geeft hiervoor verschillende mogelijkheden; arbeiders zouden mede-eigenaar moeten worden van de fabrieken waarin ze werken, of associaties kunnen oprichten om zelf goederen de produceren om zodoende bezitsbesef te verkrijgen. Indien er enige vorm van bezitsbesef ontstaat bij de arbeiders zal zijn toekomstperspectief veranderen, want hij is immers niet meer overgeleverd aan de armoede als zijn zorgeloosheid verdwijnt.

Armen zouden toegang moeten krijgen tot een spaarsysteem en mede gebruikt kunnen maken van een eerlijke rente.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.