Over de Joden en hun leugens

Over de Joden en hun leugens (Duits: Von den Jüden und Iren Lügen, in de moderne spelling Von den Juden und ihren Lügen) is een antisemitische verhandeling van 65.000 woorden geschreven in 1543 door de Duitse Reformatie-leider Maarten Luther.[1]

In de verhandeling stelt hij dat Joodse synagogen en scholen in brand worden gestoken, hun gebedenboeken vernietigd, rabbijnen verboden te prediken, huizen en geld geconfisqueerd. Ze moeten geen genade of vriendelijkheid getoond worden,[2] geen juridische bescherming geboden,[3] en "deze giftige wormen" moeten worden opgeschreven voor dwangarbeid of voor altijd worden verbannen.[4] Hij lijkt ook te pleiten voor hun moord door te schrijven: "We hebben de schuld dat we ze niet hebben gedood".[5]

Bronnen, noten en/of referenties

http://www.jewishencyclopedia.com/articles/10196-luther-martin
Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46:4, (Autumn 1985), p. 342.
Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46:4, (Autumn 1985), p. 343.
On the Jews and Their Lies, Luthers Werke. 47:268–271; Trans. Martin H. Bertram, in Luther's Works. (Philadelphia: Fortress Press, 1971).
On the Jews and Their Lies, cited in Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46 (Autumn 1985) No. 4:343–344.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

[1] ttp://www.jewishencyclopedia.com/articles/10196-luther-martin

[2] Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46:4, (Autumn 1985), p. 342.

[3] Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46:4, (Autumn 1985), p. 343.

[4] On the Jews and Their Lies, Luthers Werke. 47:268–271; Trans. Martin H. Bertram, in Luther's Works. (Philadelphia: Fortress Press, 1971).

[5] On the Jews and Their Lies, cited in Michael, Robert. "Luther, Luther Scholars, and the Jews," Encounter 46 (Autumn 1985) No. 4:343–344.