Oogkas
De oogkas of orbita[1] is een opening in de schedel waarin het oog gelegen is.
Oogkas
| ||||
Orbita | ||||
Frontaal zicht op de schedel | ||||
Linkeroogkas | ||||
Synoniemen | ||||
Latijn | Orbita oculi
Cavum oculi, Cavitas oculi, Caverna oculi, Cavea oculi, Fovea oculi, Antrum oculi, Capsa oculi, Foramen oculi, Trochia, Conchus oculi, Conchus, Conchos, Concha oculi, Concha, Arcula, Pelvicula oculi, Pelvicula | |||
Oudgrieks | Πυελίς | |||
Nederlands | Oogholte | |||
|
De vorm van de oogkas komt overeen met een vierzijdige piramide. De top ervan ligt aan de binnenkant. De opening wordt door verschillende beenderen begrensd.
Begrenzingen
Het dak van de oogkas wordt aan de voorkant gevormd door de processus orbitalis ossis frontalis, aan de achterzijde door de ala minor ossis sphenoidis. De laterale wand bestaat uit een deel van het jukbeen en de ala major ossis sphenoidis. De bodem wordt vooraan gevormd door de facies orbitalis van het bovenkaakbeen en achteraan door de processus orbitalis ossis palatini. Aan de margo infraorbitalis wordt de bodem nog voltooid door het jukbeen. De mediale wand bestaat uit de lamina orbitalis ossis ethmoidis,[2] het traanbeen en het wiggenbeen. Ten slotte nemen nog enkele stukjes van het voorhoofdsbeen en het bovenkaakbeen deel.
Openingen
- Fissura orbitalis superior
- Fissura orbitalis inferior
- Canalis opticus
- Foramen zygomaticoorbitale
- Foramen ethmoidale anterius
- Foramen ethmoidale posterius
Literatuurverwijzingen
- His, W. (1895). Die anatomische Nomenclatur. Nomina Anatomica. Der von der Anatomischen Gesellschaft auf ihrer IX. Versammlung in Basel angenommenen Namen. Leipzig: Verlag von Veit & Comp.
- Hafferl, A. (1953). Lehrbuch der topographischen Anatomie. Berlin/Göttingen/Heidelberg: Springer Verlag.