Ontgroening (studenten)

Een ontgroening (in Nederland) of doop (in Vlaanderen) is een overgangsritueel of rite de passage. Het is een beproeving die potentiële nieuwe leden van een (studenten)organisatie of vereniging tijdens hun verplichte introductietijd moeten doorstaan, voordat ze officieel kunnen worden ingewijd. Die officiële inwijding wordt in Nederland inauguratie genoemd. In Vlaanderen heet die officiële inwijding bij studentenverenigingen banjer.

Het beproevingsritueel bestaat meestal uit een reeks plagerijen en vernederingen die de aspirant-leden moeten doorstaan. De term ontgroening wordt in Nederland gebruikt voor dergelijke rituelen in onder meer de studentenwereld, de scheepvaart en het leger.

  • Bij studenten was kaalscheren van eerstejaars gebruikelijk
  • Kersverse zeelieden kregen bij het passeren van de evenaar te maken met een Neptunusritueel
  • In het leger werd en wordt nogal eens fysieke intimidatie toegepast.
  • Andere beroepsgroepen kennen onschuldiger ontgroeningen door de leerling iets te laten halen wat niet bestaat: tuinders laten een leerling graag op zoek gaan naar het aardbeienladdertje, een leerling-timmerman moet op zoek naar de vierkantegatenboor en een beginneling moet stad en land afgaan op zoek naar ooievaarskuitenvet. Meestal wordt de beginneling dan steeds van het kastje naar de muur gestuurd.

Ook buiten Nederland en België komt ontgroening voor onder studentenverenigingen; bijvoorbeeld bij de Amerikaanse 'Grieks georiënteerde' fraternities en sororities. Sommige landen, zoals Frankrijk verbieden een ontgroening of bizutage.

Niet alle Nederlandse studentenverenigingen kennen een ontgroening. Het zijn met name de corporale verenigingen en de verenigingen aangesloten bij het AHC die een intensieve ontgroeningsperiode kennen.[1] De ontgroening duurt gemiddeld twee weken en heet tegenwoordig 'KMT' (=kenningsmakingstijd), 'novitiaat', 'introductietijd' of 'introductieperiode'. Kleinere traditionele studentenverenigingen kennen soms ook een ontgroening, maar deze is doorgaans veel minder intensief. Andere, minder traditionele verenigingen hanteren vaak een vrijblijvend introductieweekend waar de nieuwe lichting leden kan integreren met de vereniging. Doordat deze verenigingen doorgaans overzichtelijker zijn en daardoor een kleiner aantal eerstejaars kennen, is de noodzaak tot een intensieve ontgroening ook minder aanwezig. Daarnaast speelt het vrijblijvende karakter van deze verenigingen een rol.

Oorsprong

Ontgroeningen bij Nederlandse studentenverenigingen zijn al heel oud, getuige deze teksten (afkomstig van de Rijksuniversiteit Groningen uit de 17e eeuw):

Het enige waarin studenten zich uitleven zijn onderlinge gevechten van (illegale) verenigingen, de collegia nationalia, en ontgroeningspartijen

en van latere datum:

In de 18e eeuw duiken opnieuw ontgroeningsgroeperingen op, die de universiteit vergeefs verbiedt.

De ontgroening was, samen met de voortdurende vechtpartijen, een van de redenen waarom de universiteiten in Nederland de nationes en groensenaten aanvankelijk verbood.

De ontgroening bij Nederlandse studentenverenigingen is vergelijkbaar met de Vlaamse doop, de ontgroening bij Vlaamse studentenclubs over -verenigingen is vergelijkbaar met de Nederlandse inauguratie.

In de jaren 60 en 70 zetten veel jongeren zich af tegen traditionele waarden, en ook ontgroeningen moesten er bij veel verenigingen aan geloven, of ze werden versoepeld. Dit had ook te maken met het feit dat vooral de corpora kampten met ledenverlies. In de jaren 80 veranderde het klimaat weer en keerden de ontgroeningen terug. Er schijnt nu een evenwicht te zijn ontstaan, hoewel verenigingen zich gedwongen zien zich aan steeds meer regels te conformeren.

Traditionele ontgroeningen

Meestal bieden verenigingen de aankomende leden zich tijdens de introductieperiode van de universiteit in augustus in te schrijven voor de ontgroening, die in september plaatsvindt. Sommige verenigingen, met name de kleinere, houden 'na-ontgroeningen' later in het jaar voor degenen die pas later besluiten lid te worden of de septemberontgroening om een of andere reden gemist hebben. Voor grotere verenigingen met een jaarclubstructuur is dit alleen zinvol wanneer de groep nakomers ten minste ca. 25 man telt, omdat immers alle jaarclubs vaak vrij snel (enkele weken tot enkele maanden) na de ontgroening gevormd worden.

De nullen, novieten, klooien of feuten (phoeten) (aankomende eerstejaars, nuldejaars genoemd) moeten zich verzamelen, en worden geregistreerd. Ze worden meteen over het algemeen afgeblaft door de commissie die de dagelijkse leiding heeft over de ontgroening, maar meestal zijn er ook vertrouwenspersonen die de nullen ondersteunen. De nullen gaan vaak op kamp waarbij men zich niet mag wassen en waarbij iedereen bepaalde kleding moet aantrekken. Ze worden voortdurend beziggehouden en moeten vaak ook werk verrichten zoals bomen snoeien voor Staatsbosbeheer, gras opruimen voor een gemeente of collecteren voor het Rode Kruis. Ook wordt het jaarlied bedacht en geoefend. Andere liederen moeten ook worden geleerd, zoals het Wilhelmus, het Io Vivat, het verenigingslied, en diverse andere liederen. Hierbij rust een speciale verantwoordelijkheid op de kampleiding en de ontgroeningscommissie en vertrouwenspersonen. Zij dienen over de gezondheid van de nullen te waken, en hen te beschermen tegen ouderejaars die over de schreef gaan. De eerste aanzet tot jaarclubs wordt vaak hier gegeven.

Na het kamp volgen vaak clubdagen en -avonden, waarbij de nullen op de vereniging moeten komen om deze en hun leden zo veel mogelijk te leren kennen en ook om elkaar te leren kennen. In tegenstelling tot op het kamp wordt nu niet altijd ontgroend op voet van ongelijkheid en worden nullen 's avonds in de gelegenheid gesteld om met elkaar en anderen te integreren. Wel moeten eerstejaars nog vaak een herkenningsteken dragen. Ook wordt men vaak geacht om bijvoorbeeld glazen te halen of deuren te sluiten. Langzaam wordt de druk verminderd en zijn er minder verplichte avonden, tot de inauguratie aanbreekt. Dit is een feestelijke dag of lang weekend met een vol programma, waarbij feestelijk de toetreding van een nieuwe generatie wordt gevierd. Vroeger werd er vaak door de groenen een zelfgeschreven humoristisch toneelstuk uitgevoerd, het 'groenentoneel'. Na de inauguratie vindt vaak de jaarclubvorming en de toetreding tot disputen plaats. Wanneer een vereniging sterker gebaseerd is op de dispuutstructuur, zal de algemene ontgroening minder intensief zijn, maar volgen dispuutsontgroeningen.

Onder invloed van incidenten en de berichtgeving in de media daarover zijn ontgroeningen van de verenigingen zelf tegenwoordig goed gereguleerd. Zo wordt er over het algemeen door de nuldejaars geen alcohol gedronken, moeten er altijd nuchtere en verantwoordelijke ouderejaars aanwezig zijn en wordt het ontgroeningsprogramma vaak doorgesproken met onder andere een psycholoog, een arts en een jurist.

Voor de meeste traditionele verenigingen vormt de ontgroening in september het hoogtepunt van het jaar. Hoewel dit wellicht voor de nieuwkomers anders voelt, draait alles feitelijk om hen en de vorming van een nieuwe generatie leden. Vanwege de vele activiteiten die tijdens en rond de ontgroening plaatsvinden is dan ook de verenigingsactiviteit, ook onder ouderejaars, het hoogst. Vrijwel iedereen zet zich in om er wat van te maken (in positieve zin). Ook is zowel het leeuwendeel van zowel de kroegomzet als ledencontributie afkomstig van de eerstejaars.

Disputen, huizen en commissies

Behalve de algemene verenigingsontgroening kunnen sommige onderdelen van een vereniging nog een ontgroening hebben. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor disputen, studentenhuizen en commissies. Dit kan variëren van een avondje vervelende opdrachten doen tot maandenlang op de huid gezeten worden door ouderejaars. Aangezien hier weinig tot geen controle is van de vereniging zelf en van de universiteit, wordt bij zulke ontgroeningen nog steeds regelmatig zeer veel alcohol gebruikt. Ook draagt de besloten sfeer bij tot excessen. De meeste incidenten betreffen dan ook niet eens zozeer verenigingsontgroeningen, maar dispuuts-, commissie- of huisontgroeningen (de Roetkapaffaire, Reinout Pfeiffer). Een groeiend aantal verenigingen tracht de controle op disputen en commissies te versterken en het alcoholgebruik bij ontgroeningen terug te dringen. Door de besloten sfeer en onafhankelijkheid van met name huizen en disputen is dit echter vaak zeer moeilijk. Men kan vaak hooguit een beroep doen op het verantwoordelijkheidsgevoel van de betrokken leden en in het uiterste geval de erkenning van het huis of dispuut intrekken.

Bezwaren

Misstanden

Directe aanleiding voor de oprichting van het Leidsch Studenten Corps in 1839 was een schandaal (Kraakman-incident) in verband met een ontgroening. Tegenwoordig (eind 20e / begin 21e eeuw) is de kennismakingstijd aan allerlei regels verbonden die zowel door de universiteit zijn opgelegd als voortvloeien uit de maatschappij. Zo dienen de aspirant-leden elke nacht voldoende slaap te krijgen, en mogen zij géén alcohol drinken. Toch gaat het zowel binnen als buiten Nederland nog weleens mis met soms dodelijke gevolgen.

Ontgroeningen zijn daarom regelmatig negatief in het nieuws gekomen door misstanden. Bijvoorbeeld in het jaar 1962 te Amsterdam, waar 'Dachautje' wordt gespeeld.[2] Van hogerhand werd een onderzoek gelast, maar dit leidde vooralsnog niet tot verandering. In 1965 raakte het Utrechtsch Studenten Corps in opspraak, toen tijdens de ontgroening in het adellijke dispuut Tres student jonkheer David Rutgers van Rozenburg door verstikking om het leven kwam (de zogenaamde roetkapaffaire). De verontwaardiging was groot toen er zeer lichte straffen werden uitgedeeld (een week voorwaardelijk),[3] terwijl tegelijkertijd diverse provo's voor hun ludieke acties onvoorwaardelijke gevangenisstraffen kregen opgelegd.

De ontgroening bij het Groninger Studenten Corps kwam in 1997 in het nieuws toen de eerstejaars student Reinout Pfeiffer overleed nadat hij een grote hoeveelheid jenever had gedronken.[4][5] Dit voorval had niet direct iets met de ontgroening bij Vindicat te maken, aangezien het plaatsvond in een studentenhuis, waar gekeken werd of hij een geschikte huisgenoot zou zijn, maar de relatie met de ontgroening werd wel gelegd. Bovendien was twee weken eerder tijdens een feestavond voor de eerstejaars van dezelfde vereniging een dronken, in het gras slapende eerstejaars door een lid met de auto per ongeluk overreden. Het was donker en hij had de jongen niet zien liggen in het gras. Deze incidenten waren voor alle Groningse studentenverenigingen aanleiding om de controle op de ontgroening te verscherpen, alcohol op ontgroeningen te verbieden, de eerstejaars ten minste 6 uur slaap per nacht te gunnen, en ze een medisch vragenformulier te laten invullen en ondertekenen. Deze aanscherping werd vervolgens overgenomen door de Landelijke Kamer van Verenigingen als stelregel voor alle daarbij aangesloten verenigingen.

In 2000 kwam de ontgroening van Rotterdamsch Studenten Corps negatief in het nieuws. Arthur, de neef van Youp van 't Hek, had na een dag al het militaire kamp op de Veluwe verlaten. Een andere student werd met zijn hoofd in een toilet gestopt, nadat hij al twaalf uur niets te drinken had gehad.[6] Van 't Hek wijdde er liefst 3 columns in het NRC Handelsblad aan, en ook later heeft hij nog over misstanden bericht.[7] Voor universiteiten zijn de misstanden enkele malen reden geweest om de banden met studentenverenigingen te verbreken. Ook later is de novitiaatsperiode van S.S.R.-Rotterdam in het nieuws geweest. Het meest recente voorbeeld hiervan is Wouter Engler, een toenmalige student journalistiek die undercover ging tijdens het novitiaat in 2005.[8]

In 2002 werden de banden opgeschort met de Utrechtse vereniging Unitas en verbroken met Veritas, onder meer omdat aspirantleden flauwvielen als gevolg van het introductieprogramma, geen vrije toegang tot de toiletten hadden en dat zij blootstonden aan ernstige verbale intimidatie.[9][10] Wat bij deze beslissing meewoog, was dat de universiteit al drie achtereenvolgende jaren klachten had ontvangen over de gang van zaken bij Veritas.

In mei 2005 kwam de Groningse vereniging RKSV Albertus Magnus in opspraak, toen bij een commissieontgroening een jongen anderhalve dag in coma raakte. De vereniging had consequent een alcoholverbod uitgevaardigd, maar men realiseerde zich niet dat ook water in hoge doses giftig kan zijn. De jongen in kwestie had minstens zes liter gedronken.[4]

In 2007 publiceerde het NRC Handelsblad een open brief, waarin de schrijver berichtte over hoe de ontgroening dat jaar bij het Delftsch Studenten Corps was verlopen.[11] Als gevolg hiervan beperkte de TU Delft de financiële ondersteuning van de vereniging.[12]

In april 2010 kwam er in de media een bericht over een ontgroeningsincident van een 21-jarige student uit Groningen van studentenvereniging RKSV Albertus Magnus.[13] Het slachtoffer droeg een Sinterklaaspak en vroeg een mede-student om hem in brand te steken. De mantel van het pak vatte meteen vlam, wanneer hij brandend het water inrende. Het dispuut van de studentenvereniging is geschorst door het bestuur en de dader heeft 50 uur werkstraf gekregen. De Rijksuniversiteit Groningen heeft een Adviescommissie Introductie gevraagd om het incident te laten onderzoeken.

In september 2016 kwam aan het licht dat een 18-jarig aspirant-lid van het Groninger Studenten Corps Vindicat atque Polit tijdens zijn ontgroeningsperiode in het ziekenhuis was beland, nadat een corpslid tijdens een ontgroeningsritueel op zijn hoofd was gaan staan. De man heeft hierbij een hersenoedeem opgelopen.

In Leuven overleed in 2018 een aspirant-lid van de vereniging Reuzegom na het nuttigen van een grote hoeveelheid visolie, mogelijk door een zoutvergiftiging ten gevolge daarvan. Hij was ook onderkoeld geraakt. Twee andere aspirant-leden moesten eveneens naar het ziekenhuis maar overleefden het incident.[14]

Ook buiten Nederland en België vinden ontgroeningsincidenten plaats, soms met dodelijke afloop. Op 1 februari 2005, vond in de Verenigde Staten een incident plaats, waarbij Matt Carrington aan waterintoxicatie overleed. Op 3 februari 2017 viel een 19-jarige student, Tim Piazza, tijdens een ontgroening zaar beschonken van een trap (een dag later bleek hij nog een alcoholpromillage van 4 te hebben) en liep hierop zwaar hoofdletsel op. De leden van de fraternity wachtten 12 uur met het zoeken van medische hulp, waardoor hij dodelijk hersenletsel opliep toen hij nogmaals ten val kwam toen hij gedesoriënteerd weg probeerde te lopen. In de tussentijd was hij bovendien geslagen door ouderejaars. Het leidde tot de grootste ontgroeningsgerelateerde strafzaken in de VS.[15] Bekend is ook de ontgroening van het Russische leger (dedovsjtsjina) met jaarlijks tientallen tot honderden doden. In Indonesië vonden tussen 1993 en 2007 35 ontgroeningsincidenten met dodelijke afloop plaats.

Negatief effect op de studie

De introductietijd, inclusief ontgroening, is een zeer intensief proces. Vaak kan men zich inschrijven op de open dagen tijdens de algehele introductieweek van de studentenstad, en vindt het ontgroeningskamp in de week erna plaats, vlak voor het begin van het academisch jaar. De inauguratie vindt dan meestal eind september of begin oktober plaats, waarna de jaarclubvorming begint die tot februari kan duren. Wanneer de vereniging een dispuutstructuur heeft zal de algemene introductietijd minder intensief zijn maar gevolgd worden door een periode van enkele maanden waarin de disputen nieuwe leden zoeken en ieder nieuw lid aansluiting zoekt bij een dispuut. Deze disputen hebben meestal een eigen ontgroening die enkele weken tot maanden aanhoudt. Dit betekent een overlap met het begin van het academisch jaar. Door de intensiteit van het programma schiet de studie er vaak bij in; studenten missen college's of kunnen niet thuis studeren vanwege de verplichte aanwezigheid op de activiteiten, of hebben hier geen energie voor. Dit kan een negatieve invloed hebben op de studie. Vaak wordt hier tegenin gebracht dat lidmaatschap van een vereniging ook studenten in een later stadium motiveert in hun studie en dat ouderejaars de eerstejaars kunnen steunen. Veel verenigingen hebben het effect van de ontgroening overigens wel onderkend en organiseren studiegroepen voor eerstejaars, geleid door ouderejaars met dezelfde studie. Ook komt het voor dat studenten pas in hun tweede jaar lid worden zodat ze beter voorbereid zijn.

Bestrijding van excessen

Ontgroeningsmisstanden kunnen op verschillende manieren aangepakt worden. De meestgebruikte wijze is uiteraard preventief: het volgen van een draaiboek dat onder andere voldoende slaap aan de eerstejaars gunt. Bovendien voorkomt een vol programma dat ouderejaars zich op eigen houtje met de eerstejaars gaan 'amuseren'. Essentieel is ook een alcoholverbod voor zowel de eerstejaars als ouderejaars die belast zijn met verantwoordelijkheid voor de ontgroening of die moeten autorijden.

Studentenverenigingen kennen vaak een eigen strafsysteem en interne rechtspraak, en kunnen (lichtere) misstanden zelf afhandelen. De betrokkenen kunnen een boete opgelegd krijgen, geschorst of geroyeerd worden. Ook kan de erkenning van huizen, disputen en commissies ingetrokken worden. Op deze 'interne rechtspraak' bestaat overigens kritiek dat deze niet neutraal zou zijn en door de vereniging gebruikt zou worden om incidenten in de doofpot te stoppen. Soms vragen verenigingen ook na incidenten hun leden tegen buitenstaanders te zwijgen, wat soms averechts werkt omdat een deel van de leden zich zelf hier niet in kan vinden. RKSV Albertus Magnus schorste bijvoorbeeld het dispuut Gaius in 2010 voor een jaar waarvan een half jaar voorwaardelijk na een ontgroeningsincident bij dit dispuut waarbij een aspirant-lid van dit dispuut brandwonden opliep.

De universiteiten kunnen ook straffen uitdelen aan studentenverenigingen. Ze kunnen korten op financiële steun en bestuursbeurzen, of de erkenning van de vereniging (tijdelijk of permanent) intrekken. Dergelijke straffen zijn door Nederlandse hogescholen en universiteiten onder andere opgelegd aan de Utrechtse studentenverenigingen Veritas en Unitas,[16], en aan de Groningse studentenvereniging Vindicat.[17] Aan intrekken van de erkenning kleeft overigens wel het risico dat de vereniging of het dispuut zonder erkenning verdergaat en de controle op de ontgroeningen wegvalt. Een voorbeeld hiervan was de Amerikaanse fraternity Delta Sigma Phi, die ontbonden werd door de universiteit maar ondergronds verderging onder de naam Chi Tau. De fraternity volgde geen ontgroeningsprotocollen meer, wat leidde tot gewelddadiger en gevaarlijker ontgroeningen, die uiteindelijk de student Matthew Carrington het leven kostten.

In uiterste gevallen kan Justitie een strafvervolging starten tegen de betrokkenen. Meestal betreft dit delicten als mishandeling of dood door schuld. In Californië is naar aanleiding van Matthew Carringtons dood een speciale wet tegen ontgroeningsexcessen in het leven geroepen: Matt's Law.

Ontgroeningspraktijken

Hieronder volgt een aantal methoden van ontgroening. Deze lopen van onschuldige plagerijen tot strafbare feiten. Behalve tussen geoorloofde en ongeoorloofde praktijken kan men ook onderscheid maken tussen ontgroening op grond van gelijkheid en ontgroening op grond van ongelijkheid. Wanneer op grond van gelijkheid wordt ontgroend heeft de activiteit meer het karakter van een kennismaking. De nieuwe leden wordt iets uitgelegd, ze kunnen vragen stellen, en worden als gelijken bejegend. Bij ontgroening op grond van ongelijkheid is dit anders en dienen de nieuwe leden te luisteren of opdrachten te doen, waarbij verbale druk wordt uitgeoefend. De constante verbale en mentale druk die op de nieuwe leden wordt uitgeoefend kan voor sommigen een reden zijn na verloop van tijd te stoppen met de ontgroening. Het feit dat een bepaalde activiteit op de lijst voorkomt wil niet zeggen dat het algemene praktijk is.

  • Zoemen: De nieuwe leden moeten de vingers in hun eigen of andermans oren stoppen en zoemgeluiden maken. Het is een populaire manier om de nieuwe leden tijdelijk bezig te houden.
  • Liedje zingen: De nieuwe leden moeten een lied zingen of leren.
  • Het jaarlied: Soms kiezen de ouderejaars een jaarlied, soms moeten de nieuwe leden zelf jaarliederen bedenken en wordt de beste gekozen. Uiteraard moet dit jaarlied flink geoefend worden. Soms moet men het lied voor de ouderejaars zingen, die hier zelf met hun eigen jaarliederen doorheen trachten te schreeuwen.
  • Drank halen (en betalen) voor de ouderejaars.
  • Schoonmaken: De nieuwe leden moeten bepaalde ruimtes schoonmaken, soms met tandenborstels.
  • Corvee: De nieuwe leden krijgen corveedienst. Soms wordt strafcorvee uitgedeeld voor bijvoorbeeld te laat komen of het herkenningsteken niet dragen.
  • Quiz: De nieuwe leden moeten studiemateriaal over bijvoorbeeld hun vereniging bestuderen en worden later overhoord. Aangezien het grootste plezier er vaak in steekt de nieuwe leden te "straffen" voor foute antwoorden, zijn de vragen vaak overdreven gedetailleerd, komen ze niet in de stof voor, of is de studietijd belachelijk kort.
  • Verstoring van het tijdsgevoel: De nieuwe leden mogen geen horloges of mobiele telefoons meenemen zodat hun tijdsgevoel verstoord raakt. Dit werkt met name goed als het grootste deel van de ontgroening binnenshuis plaatsvindt.
  • Opdrachten uitvoeren: De nieuwe leden moeten opdrachten uitvoeren. Soms moeten ze helpen met bijvoorbeeld het opzetten van een feesttent, schoonmaken van verenigingshuizen of de ouderejaars bedienen. Soms bestaan de opdrachten uit spelletjes die het groepsgevoel moeten versterken, zoals samen iets bouwen of maken. Soms zijn de opdrachten ook zinloos, bijvoorbeeld 100 meter hinkelen of doen alsof je een kikker bent. Evenals corvee leent het laten uitvoeren van opdrachten (zinvol of zinloos) zich uitstekend voor het "straffen" van nieuwe leden.
  • Bagagecontrole: Op het ontgroeningskamp of voorafgaand hieraan wordt bagage gecontroleerd op "verboden spullen", zoals alcohol (niet toegestaan), rookwaar (op ontgroeningen geldt voor nieuwe leden een rookverbod), make-up en aftershave ("het gaat om je inhoud, of het gebrek daaraan"), horloges ("nieuwe leden zijn toch niet bij de tijd", of "gezelligheid kent geen tijd"), telefoons ("wie zou jou nou willen bellen?", of "wie zou je willen bellen, al je (toekomstige) vrienden zijn al hier"), boeken ("denk je dat je tijd hebt om te lezen?") en andere zaken. Uiteraard is "bezit van verboden waren" ook een reden om nieuwe leden te "straffen".
  • Spelletjes met eten: Men kan hierbij denken aan voedselgevechten, de nieuwe leden insmeren met voedsel, de nieuwe leden op een rare manier laten eten (bijvoorbeeld met vastgebonden handen) of ze uit bijvoorbeeld een hondenbak of frisbee te laten eten. Soms worden nieuwe leden ook gedwongen om onsmakelijke dingen te eten, zoals levende meelwormen, insecten, extreem pittige pepers en zelfs urine of braaksel.
Kaalscheren, september 1961
  • Kaalscheren: Dit was vanouds een verplicht nummer. Verstandige nieuwelingen zorgden ervoor dat ze voor het begin van de groentijd al kaal waren. In Nederland gebeurt kaalscheren thans vrijwel niet meer.
  • Kleding: Veel verenigingen laten hun nieuwe leden T-shirts dragen (al dan niet bedrukt met hun naam en het thema van de ontgroening) om ze zo te onderscheiden van de ouderejaars. Vaak is het voor nieuwe leden tijdens de ontgroening verboden deze kleding zichtbaar te dragen buiten het terrein waarop de ontgroening plaatsvindt. Soms moeten nieuwe leden zich gedeeltelijk ontkleden, of worden ze vernederd door ze bijvoorbeeld een luier of kledingstuk van de andere sekse te laten dragen.
  • Hygiëne en wassen: De nieuwe leden krijgen geen of minder gelegenheid zich te wassen. Na extreem onsmakelijke activiteiten wordt er soms een uitzondering gemaakt of worden ze onder een tuin- of brandslang gezet. Toiletbezoek is alleen toegestaan op bepaalde tijden.
  • Oriëntatietesten en droppings: De nieuwe leden worden 's nachts op een onbekende plaats achtergelaten en moeten vervolgens hun weg terug vinden.
  • "Tijgeren", "robben", en andere activiteiten waarbij men door de modder of over de vloer moet kruipen.
  • Slaapgebrek: De nieuwe leden krijgen minder of zelfs vrijwel geen slaap, zodat hun oriëntatie verstoord raakt. Sinds een jaar of tien is het de bedoeling dat de nieuwe leden een gegarandeerd aantal slaapuren per nacht krijgen, op grond van aangescherpte regels van de Landelijke Kamer van Verenigingen, al worden die regels niet altijd nageleefd.[18]
  • Verstoring van het eetpatroon: De nieuwe leden krijgen op afwijkende tijden te eten.
  • Toneelstukje opvoeren: De nieuwe leden moeten voor de ouderejaars een geïmproviseerd toneelstukje opvoeren. Uiteraard wordt dit altijd als "zeer slecht" beoordeeld.[19]
  • Verenigingsintroductie: De nieuwe leden lopen bij huizen, disputen, jaarclubs en commissies langs om zo een beeld van de vereniging te vormen. Hier vindt ontgroening vaker plaats op voet van gelijkheid.
  • Gelden inzamelen: De nieuwe leden zamelen geld in voor de vereniging of voor een goed doel, bijvoorbeeld door te collecteren of heitje-voor-een-karweitje.
  • Psychische druk: De nieuwe leden worden door ouderejaars afgesnauwd en toegeschreeuwd. En vaak wordt geschreeuwd dat "het nog nooit is voorgekomen dat een jaar zich zo slecht inzette".
  • Rookverbod: Op de meeste ontgroeningen mag in het geheel niet gerookt worden.
  • Herkenningsteken: De nieuwe leden moeten een herkenningsteken dragen. Meestal is dit een wit "nieuwe ledenshirt", maar soms gaat men verder door bijvoorbeeld met een stift leuzen op hun gezicht of lichaam te schrijven. Het herkenningsteken kan ook een om de nek gedragen tas of een pet zijn.
Buitendag, september 1946
  • Drankspelletjes: De nieuwe leden worden aangezet tot het drinken van alcoholische drank, meestal bier maar soms ook sterkedrank. Sinds 1998 is alcoholgebruik door de nieuwe leden bij de meeste verenigingsontgroeningen in Nederland niet meer toegestaan. Bij commissie- en dispuutsontgroeningen komen ze wel nog vaak voor.
  • Sinds het invoeren van een alcoholverbod bij verenigingsontgroeningen worden drankspelletjes soms vervangen door waterspelletjes, waarbij (grote hoeveelheden) water wordt gedronken in plaats van sterkedrank. In mei 2005 raakte een jongen echter in coma door waterintoxicatie, wat een reden was om ook kritischer naar waterspelletjes te kijken.
  • "Invallen" en "invechten" bij zusterverenigingen in andere steden.
  • Een buitendag met activiteiten buitenshuis.
  • Belachelijke hoofdtooi: Rare hoofddracht ter vernedering.
  • Spitsroeden lopen: Buiten Nederland komt dit nog weleens voor. Het nieuwe lid moet door een corridor ouderejaars lopen en wordt daarbij gehinderd of overgoten met bier. Het idee hierachter is dat hij als een feut de tunnel binnengaat en er als een volwaardig lid weer uitkomt.
  • Inauguratie: De nieuwe leden worden aan het einde van de ontgroening tot lid verklaard.

Ontgroeningen in diverse media

  • Het boek en de film Soldaat van Oranje beginnen met de beschrijving van een ontgroening eind jaren dertig van de twintigste eeuw bij het Leidsch Studenten Corps Virtus Concordia Fides, het huidige LSV Minerva. De filmopnamen vonden overigens plaats in Delftsche Studenten Societeit Phoenix van het Delftsch Studenten Corps, omdat op 2 december 1959 de sociëteit van Minerva is afgebrand; hierna is een modernere sociëteit gebouwd die niet meer in het beeld van de film paste.
  • BNN zond in november en december 2010 de televisieserie Feuten uit, over een groep eerstejaarsstudenten die lid wil worden van een studentenvereniging. Daarvoor moeten ze eerst ontgroend worden.
  • In De Psycholoog, het vakblad van het Nederlands Instituut voor Psychologen, publiceerde de psycholoog Peter Prudon in december 2017 een psychologische analyse van de motieven en excessen bij ontgroening, en legt hij een verband met volwassenwording-initiatierituelen, zoals die bij bijvoorbeeld Papoea-stammen voorkomen.

Te bereiken (inclusief samenvatting in het Engels) via https://www.researchgate.net/publication/321483707_Ontgroening_als_initiatieritueel_Hazing_ragging_as_initiation_ritual Titel: Ontgroening als initiatieritueel.

Zie de categorie Hazing (students) in the Netherlands van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.