Omroep

Omroep betekent (tegenwoordig) een radio- en/of televisieomroep, die radio- en/of televisie-uitzendingen verzorgt en meestal ook produceert. De eerste omroepen waren de publieke omroepen, gefinancierd door de overheid en de leden. Sinds de liberalisering begin jaren 80 van de 20e eeuw bestaan er in Nederland zendgemachtigde commerciële zenders.

Geschiedenis

Sinds de Italiaan Marconi in 1895 de draadloze radioverbinding uitvond, is zijn uitvinding gebruikt om Morseseinen en gesproken woord over te brengen van de ene zender/ontvanger naar de andere en weer terug. Met andere woorden, twee mensen communiceerden draadloos met elkaar. Reeds in 1915 schreef de toen 24-jarige David Sarnoff (1891-1971), werkzaam bij Marconi in de Verenigde Staten, aan zijn directeur dat de radiotechnologie ook goed bruikbaar zou zijn voor huishoudelijk gebruik. Er zouden naast een goedkoop apparaat in ieder huishouden voor ontvangst, overal radiozenders moeten worden geplaatst die nieuwsberichten, sportverslagen en muziek voor informatie en ontspanning moesten gaan uitzenden. De techniek die tot op dat moment alleen werd gebruikt voor een verbinding tussen twee punten, zou één punt met heel veel luisteraars eenzijdig moeten gaan verbinden.

Door enkele amateurs werden zelf ook onderdelen vervaardigd voor de nieuwe techniek. Op een NVVR tentoonstelling (Nederlandse Vereniging van Radiotelegrafie) in 1919 in Den Haag presenteerde zich al een tiental kleine "fabrikanten".

Men wilde de vorderingen in de praktijk kunnen testen en ook meer apparaten kunnen verkopen. Daarom werd door de eigenaar van het in 1913 opgerichte Haagsche fabriekje "Wireless" (in 1918 omgedoopt naar NRI (Nederlandse Radio Industrie)), Hanso H.S. à Steringa Idzerda (1885-1944), op 6 november 1919 het eerste vooraf via advertenties (NRC) aangekondigde radioprogramma "Soirée Musicale" vanuit zijn huis aan de Beukstraat 8 in Den Haag uitgezonden.

Hij deed dat hierna voortaan elke donderdagavond en zondagmiddag. De uitzendingen waren zelfs in Zuid-Engeland goed te ontvangen. Algemeen wordt aangenomen dat dit de eerste reguliere radio-uitzendingen in Europa zijn geweest.

De uitzendingen werden beluisterd door enkele duizenden luisteraars, voornamelijk NVVR-leden. NVVR-bestuurder Jan Corver bedacht in 1922 de naam “Omroep”. Hoofddoel van de uitzendingen bleef de stimulering van de verkoop van de door Idzerda en de inmiddels vele fabriekjes zelf gefabriceerde toestellen.

Eerst wilde de overheid niet sturend optreden maar door het stijgen van de populariteit kwam toch de behoefte aan regulering. Ook door de technische beperkingen. Het gebruiken van elkaars golflengte en onderlinge storingen zorgde voor steeds krachtiger zenders. De populariteit van radio groeide snel en ook de politiek zag snel haar grote mogelijkheden. Het is niet verwonderlijk dat na de aanvankelijk roep om iets geheel nieuws, de bestaande maatschappelijke verzuiling zich deze kans op invloed op het nieuwe medium niet liet ontgaan. Voor het eerst ontstond rondom de ingediende omroepwet een flink politiek debat waarvan er later nog vele zouden volgen. Voor de eigen zenders van de radio-fabriekjes werden na 1925 geen vergunningen meer verleend.

Na de invoering van de televisie in Nederland - in 1951 - verliep de verzorging van programmering vrijwel via dezelfde politieke paden.

Joep van de Wiel van de Universiteit Utrecht, schreef een uitvoerig proefschrift de geschiedenis van de omroep in Nederland 1919 - 1930.

Etymologie

Oorspronkelijk bestond de omroep uit een omroeper, die met zijn spreektrompet rondliep om burgers berichten van algemeen belang aan te kondigen.

Zie ook

  • Joep van de Wiel van de Universiteit Utrecht (2006), proefschrift over de geschiedenis van de omroep in Nederland 1919 - 1930.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.