Niassa Compagnie

De Niassa Compagnie, in het Portugees Companhia do Niassa, was een koninklijke compagnie in de Portugese kolonie Mozambique, die de concessie had in de huidige provincies Cabo Delgado en Niassa.

Aan het einde van de 19e eeuw werd de overheersing van Mozambique door Portugal bedreigd door Groot-Brittannië en Duitsland, die van plan waren om Mozambique tussen hen te verdelen.

Portugal had onvoldoende kapitaal tot zijn beschikking om Mozambique behoorlijk te koloniseren, zodat Portugal het land en zijn bewoners in lease gaf aan derden. In 1891 werd één derde van het land in handen gegeven aan drie Britse bedrijven, de Mozambique Compagnie, de Zambezi Compagnie en de Niassa Compagnie.

Het grondgebied dat toekwam aan de Niassa Compagnie besloeg het noordelijke deel van Mozambique, ten noorden van de rivier Lurio.

De macht van de Niassa Compagnie was gebaseerd op het chibalosysteem, een beleid van gedwongen arbeid dat de Mozambikanen dwong om te werken op de plantages, de katoenvelden en aan openbare werken. Bovendien werden de Mozambikanen gedwongen om hutbelastingen te betalen, die hen in de schuld hielden. Het chibalosysteem stelde de Niassa Compagnie in staat om plantages op te zetten. Verder stelde dit systeem de Niassa Compagnie in de gelegenheid om de boeren te dwingen om voor hen te werken. Tevens verhinderde de Niassa Compagnie dat de boeren eigen gewassen voor de verkoop kweekten.

In 1904 stichtte de Niassa Compagnie de stad Porto Amélia, die tegenwoordig Pemba heet. Porto Amélia werd het hoofdkwartier van de Niassa Compagnie.

Op 27 oktober 1929 droeg de Niassa Compagnie haar grondgebied opnieuw over aan de Portugese overheid.