Neriglissar
Neriglissar of Nergal-šar-usur geschreven als mdNergal-šarra-úṣur[1] was koning van Babylon van 560 tot 556 v.Chr., behorende tot de 11e dynastie.
Neriglissar / Nergal-šarra-úṣur
| ||||
Koning van Babylonië | ||||
Periode | 560 v.Chr.-556 v.Chr. | |||
Voorganger | Amel-marduk | |||
Opvolger | Labashi-marduk | |||
|
Hij was de schoonzoon van Nebukadnezar II en was aanwezig bij de verovering en verwoesting van Jeruzalem in 587. Hij zette Nebukadnezars zoon en opvolger, Amel-marduk, af en volgde hem op als koning. Hij wist het rijk uit te breiden met Cilicië. In een Babylonische kroniek wordt de oorlog in het westen beschreven in de periode 557/556. De kroniek van het derde jaar van Neriglissar vermeldt:[1]
Jaar drie. ... Appuashu, de koning van Pirindu bracht zijn grote leger op de been en trok op om Syrië te plunderen en verwoesten. Neriglissar bracht zijn leger op de been en marcheerde naar Hume om hem weerstand te bieden. Toen Neriglissar hem trof, versloeg hij hem en overmeesterde het grote leger. Hij nam zijn leger gevangen en talrijke paarden. Appuashu achtervolgde hij over een afstand van vijftien dubbeluren gaans door moeilijk bergachtige terrein waar mannen in een enkele rij moeten lopen, tot aan Ura zijn koninklijke stad. Hij [...], nam Ura in en plunderde het. |
Hij werd opgevolgd door zijn nog jonge zoon Labashi-marduk, die slechts twee maanden zou regeren.
Referentie
- Michael Roaf, Cultural atlas of Mesopotamia and the Ancient Near East, London, 1996. ISBN 0816022186
Bronnen, noten en/of referenties
|