Neoromantiek

Neoromantiek is een synoniem van postromanticisme of laat romanticisme. Het is een langdurige beweging die begint aan het einde van de negentiende eeuw en het is een herleving van de romantiek in de kunst en de literatuur.

Klassieke muziek uit de 20e eeuw
Impressionisme (tot 1900)
Bruïtisme (futurisme) (vanaf 1913)
Neoromantiek (vanaf 1915)
Groupe des Six (vanaf 1920)
Dodecafonie (vanaf 1923)
Musique concrète (vanaf 1949)
Serialisme (vanaf 1950)
Microtonale muziek (vanaf 1950)
Aleatorische muziek (vanaf 1963)
Minimalistische muziek (vanaf 1970)
Eigentijdse klassieke muziek (1975 - nu)

Het is een reactie gebleken op het naturalisme. De naturalist in de kunst gaat uit van externe observatie, de neoromanticist voegt gevoelens en interne observatie aan zijn werk toe. Deze kunstenaars putten hun inspiratie uit werken van kunstenaars uit de tijd van de romantiek. Net zoals in de romantiek putten zij inspiratie uit de plaats waar zij zich bevinden in historische weidse landschappen. Met het uiten van dit gevoel reageren zij in het algemeen op de 'lelijke' moderne wereld van machines, nieuwe steden en welvaart. Karakteristieke thema's zijn een hang naar de perfecte liefde, utopische landschappen, door de natuur veroorzaakte ruïnes, romantische dood.

Neoromantiek moest iets zijn wat voorbij het romantische idee van 'de held' en romantisch nationalisme ging. Dit was vooral het geval na de beide wereldoorlogen.

Neoromantiek in de muziek

Muziek (1850-1950)

Neoromantiek in de muziek was een trend in de Europese muziek die startte in de tweede helft van het 19e-eeuwse Duitsland. Het wordt soms ook wel postromantiek genoemd. De componisten van die periode onderstreepten de sterke verbanden tussen muziek en literatuur. De bekendste componisten van de neoromantiek zijn Franz Liszt, Richard Wagner, Anton Bruckner, Richard Strauss, Gustav Mahler en Hugo Wolf.

In het begin van de 20e eeuw veranderde het neoromanticisme langzaam in expressionisme. De ideeën werden nog steeds gebruikt door latere componisten, waaronder Virgil Thomson, die schrijft: "Neo-Romanticism involves rounded melodic material (the neo-Classicists affected angular themes) and the frank expression of personal sentiments. The neo-Romantics position is an esthetic one purely, because technically we are eclectic. Our contribution to contemporary esthetics has been to pose the problems of sincerity in a new way. We are not out to impress, and we dislike inflated emotions. The feelings we really have are the only ones we think worthy of expression....Sentiment is our subject and sometimes landscape, but preferably a landscape with figures." (Hoover and Cage, 1959)

Neoromantiek in de literatuur

De neoromantische literatuur kenmerkt zich vooral door sterk escapisme, ofwel de neiging de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten, wat vooral tot uiting komt in de beschrijving van het bovennatuurlijke en geheimzinnige en van bijvoorbeeld exotische streken. De verbeeldingskracht kwam opnieuw centraal te staan, in plaats van de realistische waarneming. Vandaar dat de gothic novels van Robert Louis Stevenson en Bram Stoker tijdens het fin de siècle zo veel succes kenden. Andere thema's die in de neoromantische literatuur centraal staan zijn zwerflust, het zich afzetten tegen de maatschappij, het hebben van onvervulde verlangens en het reizen naar het verleden; de historische roman maakte een heropleving door. Belangrijke verschillen tussen de historische romans uit de romantiek en die uit de neoromantiek zijn echter dat: 1) Bij deze laatste groep tijd en plaats vaak minder scherp zijn afgebakend 2) Niet zozeer de historische enscenering (in de vorm van zeer gedetailleerde beschrijvingen) centraal staat, maar meer de historische sfeer als zodanig.

Met name in het Verenigd Koninkrijk speelde de neoromantiek een zeer belangrijke rol in de literatuur. Genres als de griezelroman (gothic novel), het sprookje, de detectiveroman en de sciencefictionroman bloeiden onder invloed van de neoromantische stroming volop.

Verenigd Koninkrijk

1880 - 1910

Europa

Polen

  • Young Poland
  • Stanisław Przybyszewski

Rusland

  • Eugene Berman
  • Pavel Tchelitchew

Verenigde Staten

Bibliografie

  • David Mellor. Paradise Lost: the neo-Romantic imagination in Britain, 1935 - 1955. (1987).
  • Peter Woodcock. This Enchanted Isle - The Neo-Romantic Vision from William Blake to the New Visionaries (2000).
  • Malcolm Yorke. The Spirit of Place - Nine Neo-Romantic Artists and Their Times (1989).
  • Michael Bracewell. England Is Mine (1997).
  • Peter Ackroyd. The Origins of the English Imagination (2002).
  • P. Cannon-Brookes. The British Neo-Romantics (1983).
  • Corbett, Holt and Russell (Ed's.) The Geographies of Englishness: Landscape and the National Past, 1880-1940 (2002).
  • Graham Arnold. The Ruralists - A Celebration (2003).
  • Christopher Martin. The Ruralists (An Art & Design Profile, No. 23) (1992).
  • S. Sillars. British Romantic Art and The Second World War (1991).
  • Trentmann F. Civilisation and its Discontents: English Neo-Romanticism and the Transformation of Anti-Modernism in Twentieth-Century Western Culture (1994, Birkbeck College).
  • Edward Picot. Outcasts from Eden - ideas of landscape in British poetry since 1945 (1997).
  • Hoover, Kathleen and Cage, John. Virgil Thompson: His Life and Music (1959).
  • Albright, Daniel. Modernism and Music: An Anthology of Sources (2004).
  • Dautzenberg, J.A. Nederlandse literatuur, geschiedenis, bloemlezing en theorie tot 1916
  • Lodewick, H.J.M.F. Literaire kunst. Den Bosch, Malmberg (1955)
  • Boven, E.van en Kemperink, M. Literatuur van de moderne tijd: Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw, Uitgeverij Coutinho, 2006

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.