Nieuw-Malthusiaanse Bond

De Nieuw-Malthusiaanse Bond (NMB) was een Nederlandse vereniging die op 2 november 1881 werd opgericht. De bond streefde ernaar om de negatieve gevolgen die in haar ogen overbevolking met zich meebracht, ongedaan te maken door geboortebeperking. In tegenstelling tot Malthus zelf, bepleitte ze de wenselijkheid van de toepassing van anticonceptiemiddelen (neomalthusianisme) onder het motto Non quantitas sed qualitas (niet de hoeveelheid maar de kwaliteit).

Affiche voor een bijeenkomst van de Nieuw-Malthusiaanse Bond in 1922.

De Nieuw-Malthusiaanse Bond pleitte voor rasverbetering van de menselijke soort (eugenetica) en verstrekte voorbehoedsmiddelen om de door hen gepercipieerde overbevolking van Nederland tegen te gaan. Jan Rutgers (1850 – 1924) was tot 1919 voorzitter van de Bond. Hij was huisarts en pleitte voor een baringsverbod voor de verpauperde bevolking. Hij hield in Rotterdam een spreekuur voor geboorteregeling. Tot 1920 leidde Rutgers niet-medisch geschoolde mensen op tot hulpverlener anticonceptie. In de jaren 1930 kwamen in Nederland hier en daar 'consultatiebureaus voor huwelijks- en geslachtsleven'. Het eerste consultatiebureau in Amsterdam werd vernoemd naar Aletta Jacobs. Het tweede consultatiebureau in Rotterdam kreeg de naam van Rutgers.

In 1940 werd de Nieuw-Malthusiaanse Bond ontbonden. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1946, werd de vereniging voortgezet onder de naam van Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH).[1] De Nieuw-Malthusiaanse Bond ligt ook aan de basis van de Rutgers Stichting, die in 1969 afsplitste van de NVSH.

  • Brochure van de Nieuw Nalthusiaanse Bond "Middelen ter voorkoming van groote gezinnen" op de site van het IISG.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.