Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau

De Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO) is een Nederlandse test voor het onderwijs en wordt voornamelijk gebruikt om te testen welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs het beste bij het kind aansluit.

De NIO kan worden afgenomen bij leerlingen van groep 7 en 8 in het basisonderwijs, en de eerste drie klassen in het voortgezet onderwijs. De NIO meet algemene intelligentie en geeft een indicatie van het aanlegniveau van kinderen. Het geeft een zeer betrouwbaar advies om het niveau van leerlingen te bepalen, van vmbo tot en met vwo.

Inhoud van de toets

De NIO bestaat uit zes subtests:

  • verbaal inzicht: Synoniemen, Analogieën en Categorieën;
  • rekenkundig-ruimtelijk inzicht: Getallen, Rekenen en Uitslagen.

Iedere subtest wordt voorafgegaan door twee tot twaalf oefenvoorbeelden. Deze worden gemaakt en besproken. Dit geeft de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen. Vooraf opgaven oefenen is dus niet nodig. De normering van de NIO is gebaseerd op leerlingen die zonder te oefenen de test hebben gemaakt. Vooraf oefenen zou daardoor de testuitslag vertekenen, waardoor de leerling een te laag of een te hoog schooladvies krijgt.[1]

Schooladvies

De NIO geeft een advies op basis van het intelligentieniveau van de leerling. De NIO-uitslag geeft onder andere aan hoe goed de leerling presteert, variërend van 'zeer laag' tot 'zeer hoog', ten opzichte van de verschillende onderwijstypen.

ScoreAdvies
100 t/m 105vmbo-tl of vmbo-tl/havo
105 t/m 110mavo/havo
110 t/m 115havo
vanaf 115vwo

Vergelijking met de Cito Eindtoets

Het is mogelijk de scores van deze toetsen met elkaar te vergelijken.

NIOCITOAdvies
100 t/m 107534 t/m 537vmbo-tl of vmbo-tl/havo
108 t/m 115538 t/m 541havo
vanaf 116vanaf 542 t/m 544havo/vwo
vanaf 118vanaf 545vwo (gymnasium, Tvwo, Technasium etc.)
vanaf 119vanaf 546vwo+ (gymnasium, Tvwo, Technasium etc.)
vanaf 120547 of hogervwo+ (gymnasium, Tvwo, Technasium etc.)

De NIO en de Cito Eindtoets voorspellen de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs ongeveer even goed. Op de lange termijn is er een verschil waar te nemen: het grootste deel van de leerlingen die een schooladvies (mede) op basis van de NIO hebben gekregen zitten nog steeds op het geadviseerde niveau. Leerlingen die een schooladvies hebben gekregen op basis van alleen de Cito Eindtoets, hebben een grotere kans om na het derde of vierde jaar door te stromen naar een lager niveau.[2]

De CITO Eindtoets meet schoolvorderingen, dat is wat de leerling heeft geleerd tijdens zijn schoolcarrière (de feitelijke schoolprestaties). De NIO is een intelligentietest, die meet wat er ‘in’ de leerling zit (de mogelijke schoolprestaties). In het algemeen komen de uitslagen van een schoolvorderingstoets en een intelligentietest met elkaar overeen, maar dat hoeft niet.


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.