Telefoonkabel
Een telefoonkabel is geschikt voor analoge signalen, zoals analoge telefonie, maar ook voor het transport van digitale signalen, zoals ISDN en xDSL. Telefoonkabels worden vaak toegepast in lokale (binnenshuis) telefonienetwerken.[1]
Een standaard telefoonkabel (Norm 88 voor binnenkabels en Norm 92 voor grondkabels) is opgebouwd uit groepen van vier getwiste aders en een blanke draad in de kleuren:
Kleur | Opmerking |
---|---|
rood |
Paar 1 |
blauw | |
blank koper | Aarding |
oranje |
Paar 2 |
wit |
De aders hebben dezelfde kleuren als de Nederlandse vlag plus wimpel.
Een kabel met één groep wordt aangegeven met 1×4×0,5 + 1×0,5 mm. Dit wil zeggen: één groep van vier aders met een nominale geleiderdiameter van 0,5 mm en de blanke koperdraad (aarddraad) van 0,5 mm. Bij een kabel met meerdere groepen wordt de volgorde van de kleuren steeds herhaald, de aardader is dan 0,8 mm en grijs. Om de groepen toch eenvoudig uit elkaar te halen, is er om elke groep een gekleurd touwtje (kendraad) geplaatst.[2] Telefoonkabels zijn er ook in andere uitvoeringen met verschillende kleurencombinaties. In onderstaande tabel zijn de meest voorkomende combinaties getoond.
Norm 88/92* | Norm 43/44/45** | Bell system*** | 25-pair code**** | Opmerking |
---|---|---|---|---|
rood |
rood |
groen |
blauw |
Paar 1 |
blauw |
blauw |
rood |
wit/blauw | |
oranje |
groen |
zwart |
wit/oranje |
Paar 2 |
wit |
geel |
geel |
oranje | |
blank koper | † | † | † | Aarding |
|
Bronnen, noten en/of referenties
|