Moren

Moren is de verzamelnaam voor de islamitische bevolking van het Iberisch schiereiland, Sicilië, Sardinië, Corsica en Malta gedurende de Middeleeuwen. De Moren waren voornamelijk Noord-Afrikaanse Berbers en kwamen oorspronkelijk uit het huidige Marokko, Algerije, Tunesië en Mauritanië.

Moorse architectuur in de Mezquita in Córdoba, oorspronkelijk een moskee
Evocatie van de Moren in een optocht in Altea

Geschiedenis

In het jaar 711 vielen de Moren Spanje binnen onder de leiding van de generaal Tariq ibn Zijad. In de decennia hierna wisten zij Portugal en Spanje, met uitzondering van de in het noorden gelegen gebieden Galicië, Asturië, Cantabrië en Baskenland, tot aan de Pyreneeën te veroveren.

Vanaf ongeveer 800 begon de Reconquista, waarbij de Moren teruggedrongen werden door de kruisvaarders. Bekende strijders zijn volgens de overlevering Santiago Matamoros in de Slag bij Clavijo in de 9e eeuw en Rodrigo Díaz de Vivar (El Cid) in de 11e eeuw. De Reconquista eindigde in 1492 met de val van het als laatste overgebleven islamitische koninkrijk Granada.

Op veel plaatsen in Spanje worden jaarlijks optochten van kruisvaarders en Moorse tegenstanders gehouden om de overwinning van de christenen op de Moren te vieren.

Betekenis en gebruik

De herkomst van de naam is omstreden. Sommigen verklaren dat als Semitisch woord Mahur dat wester of westers betekent bij de semieten – vooral de Feniciërs – terwijl anderen het herleiden naar een Grieks woord dat ook zwart betekent. Weer anderen verklaren het als een lokaal woord dat verblijfplaats betekent. Volgens G. Camps werd deze naam aan de Berbers gegeven die niet onder de controle van de Romeinen vielen. Deze Berbers stonden bekend als de Mauri en zij leefden in het oude koninkrijk Mauretanië, niet te verwarren met het moderne Mauritanië, dat westelijker gelegen is in Afrika.

De Byzantijnse historicus Procopius omschreef de Moren in de 6e eeuw als zwarthuidigen, getint die Numidië en Carthago bevolkten. De katholieke aartsbisschop Isidorus van Sevilla (560-636) schreef dat Maurus zwart betekende. In het Nieuw-Grieks betekent mavros ook zwart. In de 9e eeuw schreef de islamitische schrijver Al-Djahiz dat onder meer de Zengs, Ethiopiërs, Fezzanen, Kopten, Nubiërs en Moren tot de zwarte rassen behoorden.

Voor de vroegere christenen in Europa was de afkomst onomstreden, de Moren werden in talrijke beschrijvingen en verhalen omschreven als een donkergetint Afrikaans volk.

Zo wordt in de legende over een Moorse ridder genaamd Moriaan, de volgende beschrijving van hem gegeven: “Hij was helemaal zwart, zijn hoofd, lichaam en handen waren geheel zwart”. In het Roelantslied worden de Moren omschreven als horden “zwarter dan inkt, met geen vlekje wit op zich behalve hun tanden”.

De naam Moren wordt ook gezien als afgeleid van al-Morabitun, gelovige moslimstrijders die afgezonderd in ribats leefden, versterkte kloosters aan de fronten met de christenen in Spanje waar ze de Jihad dienden. Het waren strijdende moslim-monniken in de tijd van de Almoraviden die als teken van hun aristocratische Berber-afkomst een donkere mondsluier droegen. Deze gevreesde gesluierde strijders maakten zo'n grote indruk op de christenen, dat hun naam vanaf die tijd, verbasterd als Moren, de aanduiding werd van alle niet uit Europa afkomstige moslims.[1]

William Shakespeare gebruikte de term Moor als synoniem voor Afrikaan. St. Maurice de Moor was een zwarte beschermheilige voor Europa in de middeleeuwen.

In Giuseppe Verdi’s opera Otello, wordt aan de naam van de hoofdpersoon ‘een moor’ toegevoegd. (Otello, moro, generale dell'Armata Veneta / Otello, moor, generaal van het Venetiaanse leger) en in de gelijknamige opera van Gioacchino RossiniOtello, ossia Il moro di Venezia’ (Otello, of de moor van Venetië).

De Moren werden vanaf de 5e eeuw v.Chr. zo genoemd. Ze heetten ook zo in het leger van Carthago dat tegen de Grieken vocht in 406 v.Chr. en ze hadden ook die naam in het leger van Hannibal Barkas.

Sommige oude historici gebruikten de naam Moor om naar de Berberstam Liwata te verwijzen.

Modern gebruik

Buiten de historische betekenis van Moren wordt het woord nog steeds gebruikt, echter niet in dezelfde context.

  • In Noord-Afrika wordt de term Moren gebruikt om een etnische groep aan te duiden die vooral in Mauritanië en ook in delen van Marokko, de Westelijke Sahara, Algerije, Niger en Mali woont. Zij spreken het Hassaniya, een variant van het Arabisch. Deze Moren zijn een mengeling van Afrikanen, Arabieren en Berbers.
  • De moslims die heersten over Sicilië worden ook Moren genoemd.
  • In het moderne Spaans is het woord Moros een bevooroordeeld woord voor Noord-Afrikanen in het algemeen.
  • Ook in de Filipijnen, een voormalige Spaanse kolonie werd de lokale moslimbevolking op de zuidelijke eilanden Moros genoemd. Deze Moren zijn echter niet van Afrikaanse, Arabische of Berberse afkomst.
  • In Sri Lanka worden de moslims van Arabische afkomst Moren genoemd.
  • In het Nederlands kreeg het woord Moor in de zeventiende eeuw ook de betekenis van neger.[2]
  • Moor is tevens de benaming voor een zwart dier (met name paard of kat). Moortje was ooit een populaire naam voor (zwarte) katten.
  • Een populair gebakje werd in Nederland een moorkop genoemd.
  • Moriaantje zo zwart als roet is een oud Nederlands kinderliedje.

Zie ook

Noten en referenties

  1. Hanny Alders (2004): In het spoor van de Moor: een reis door het Spanje van de Islam, Conserve, p. 241
  2. Wit over zwart - Beelden van Afrika en zwarten in de westerse populaire cultuur, Jan Nederveen Pieterse, 1990
Zie de categorie Moors (people) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.