Monument voor de slachtoffers van de Maine

Op het einde van de 19de eeuw woedde de Cubaanse onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden in volle hevigheid. Onder leiding van António Macéo en Máximo Gómez hadden de Cubaanse opstandelingen het de Spanjaarden zeer moeilijk gemaakt. Los daarvan waren ook de Amerikanen met Spanje in een oorlog gewikkeld, die de Spaans-Amerikaanse Oorlog wordt genoemd. Alle kolonies van Spanje lagen in de weegschaal.

Maine Monument aan de Malecon in Havana, Cuba

Op 15 februari 1898, toen de overwinning van de Cubanen nabij was, kwam in de haven van Havana het Amerikaans oorlogsschip Maine tot ontploffing. Het schip was officieel aanwezig om Amerikaanse burgers en eigendommen in Cuba te beschermen. Tot nu toe is het nog steeds onduidelijk wat de oorzaak van de ontploffing was. 266 Amerikaanse soldaten kwamen om.

De Amerikaanse regering beschuldigde de Spanjaarden en gebruikte het voorval om Spanje ook op dit front aan te vallen. Op 3 juli 1898 werd de Spaanse vloot door de Amerikanen verslagen en op 10 december van hetzelfde jaar werd de Vrede van Parijs ondertekend, waarmee er voorgoed een einde kwam aan de overheersing van Cuba door de Spanjaarden en de invloed van Spanje in het Caribisch gebied. Opmerkelijk is dat Cuba in Parijs niet mee aan de onderhandelingstafel werd gevraagd. Cuba kreeg een schijnonafhankelijkheid door het Teller Ammendement, maar bleef onder de invloed van de Verenigde Staten. Het ondertekenen van het Platt Amendement gaf de Verenigde Staten nog ruimere bevoegdheden op Cuba.

Tegenwoordig gaat in Cuba de versie de ronde dat de Amerikanen zelf de Maine deden ontploffen, teneinde een excuus te hebben om de Spanjaarden aan te vallen. De tekst op het Monument voor de slachtoffers van de Maine zegt niet meer dan dat.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.