Maria Anna van Portugal

Maria Anna was de oudst overlevende dochter van koningin Maria II van Portugal en haar tweede echtgenoot Ferdinand van Saksen-Coburg en Gotha.

Ze was tien jaar oud toen haar moeder in 1853 overleed. Haar broer Peter V werd toen de nieuwe koning, terwijl Maria Anna de belangrijkste vrouw aan het koninklijk hof werd. Deze positie behield ze tot in 1858, het jaar dat haar broer huwde met Stephanie van Hohenzollern-Sigmaringen (1837-1859). Maria Anna en Stephanie hadden een goede relatie, hoewel Maria Anna zich volgens haar broer Peter V soms laatdunkend uitliet over haar schoonzus.

Op 11 mei 1859 huwde ze in Lissabon met prins George van Saksen (1832-1904), de tweede zoon van koning Johan van Saksen. De bruiloft verliep eerder geruisloos, zowel in Portugal als in Saksen was er weinig aandacht voor de plechtigheid. Na het huwelijk bleef het echtpaar nog enkele dagen in Lissabon, waar George geen goede indruk maakte op de koninklijke familie. Op 14 mei vertrokken George en Maria Anna naar Saksen. Hun huwelijk was niet erg gelukkig, maar ondanks hun echtelijke problemen kreeg het echtpaar acht kinderen. Na haar huwelijk gaf Maria Anna haar aanspraken op de Portugese troon op, maar niettemin kon ze nog in aanmerking komen voor de troon als de mannelijke lijn van het huis Bragança-Saksen-Coburg en Gotha zou uitsterven.

Rond 1883 werd haar jongste zoon Albert Karel ernstig ziek. Maria Anna ontfermde zich maandenlang over hem, tot hij was genezen. Haar inspanningen werden haar echter fataal: in februari 1884 stierf ze van uitputting, amper veertig jaar oud. Haar echtgenoot George zou in 1902 zijn broer Albert opvolgen als koning van Saksen.

• Marie (1860-1861)
• Elisabeth (1862-1863)
• Mathilde (1863-1933)
• Frederik August III (1865-1932), koning van Saksen
• Maria Josepha Louise (1867-1944), huwde in 1886 met aartshertog Otto Frans van Oostenrijk
• Johan George (1869-1938), voorzitter van het Saksische Rode Kruis
• Maximiliaan (1870-1951), priester
• Albert Karel (1875-1900)