Marcel Grégoire
Levensloop
Als doctor in de rechten aan de ULB werd hij beroepshalve advocaat en werkte in de associatie geleid door Hubert Pierlot. Hij was tevens journalist en directeur bij de krant La Cité Chrétienne'. Hij was getrouwd met Angelé Van Oppens, ook jurist en kinderrechter.
In de Tweede Wereldoorlog was hij journalist van de clandestiene La Libre Belgique, waarmee hij deel uitmaakte van het Verzet. Tevens was hij luitenant-kolonel bij het Onafhankelijkheidsfront. Nadat hij dreigde opgepakt te worden door de Duitsers, vluchtte hij naar Londen.
Na de Bevrijding van september 1944 keerde hij terug naar België, waar hij medeoprichter werd van de UDB. In 1945-1946 was hij namens de partij minister van Justitie in de Regering-Van Acker II. De UDB bleef echter niet lang bestaan en werd na zwaar tegenvallende resultaten bij de verkiezingen van 1946 opgedoekt. Grégoire volgde geen verdere politieke loopbaan meer en werd de voorzitter van het Belgisch Instituut van Wetenschappelijke Politiek en journalist bij Le Soir. Hij verwierf bekendheid en invloed als scherp analist van de politieke evoluties en toestanden.