Makelaar (bouwconstructie)

Een makelaar heeft in de bouwkunde als bouwelement twee verschillende betekenissen, die ook wel hangstijl of gevelmakelaar heten. In de eerste betekenis is het onderdeel van een spantconstructie; in de tweede betekenis is het een uitwendig onderdeel op het dak.

Steekspant: C = spantbeen, D = makelaar, B = trekplaten
Gevelmakelaar
Makelaar op paltrokmolen De Gekroonde Poelenburg

Hangstijl

De hangstijl of makelaar is de verticale balk die de verbinding vormt tussen de horizontale hanebalk of trekplaten, en de samenkomst van de spantbenen in de nok. Wanneer er bij een schilddak de hoekkeperspanten eveneens in de makelaar eindigen, spreken we van een koningsstijl. De functie van de hangstijl is de beide spantbenen met elkaar te verbinden, de nokgording te ondersteunen en als hangstijl te dienen voor het haanhout cq hanebalk. Zie plaatje met Hollands spant.

Gevelmakelaar

Een gevelmakelaar is de bekroning van een geveltop. De makelaar vormt de verbinding van de windveren en dient tevens ter verfraaiing van de gevel.

Bij windmolens heeft de makelaar nog een functie: wanneer de wind onder een schuine hoek door openingen in de makelaar blaast, begint deze te fluiten. De molenaar hoort dan dat de wind is gedraaid en de molen gekruid moet worden.

Symbolische betekenis

Behalve een versiering is de makelaar in het volksgeloof ook een magisch ornament. Een topmakelaar in de vorm van een Donderbezem zou blikseminslagen voorkomen.


Zie de categorie Makelaar van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.