Libretto

Libretto (Italiaans voor boekje; meervoud: libretti of libretto's) is de gangbare benaming voor het tekstboekje van een opera, operette, ballet of musical. In wijdere zin is een libretto de tekst, bestaande uit dialogen en regieaanwijzingen, die ten grondslag ligt aan een theatrale opvoering met muziek.

Het libretto als gedrukte speeltekst van de opera werd bij de voorstellingen aan het publiek te koop aangeboden. Aangezien de theaterzaal lange tijd niet verduisterd werd, kon de tekst tijdens de voorstelling worden meegelezen.

Talloze opera's, waarvan de muziek verloren gegaan is, blijven door de ruimere verspreiding van het libretto nog bekend. Het libretto wordt nog weleens ondergewaardeerd ten opzichte van de muziek, wat blijkt uit het feit dat bij het noemen van een opera vaak ook de naam van de componist wordt genoemd, maar slechts zelden de naam van de librettist. In de achttiende eeuw was dat niet altijd het geval en droeg de opera vaak de naam van de librettist als voornaamste auteur van het werk.

Bekende librettisten

De Italiaanse dichter Pietro Metastasio (1698-1782) bepaalde een belangrijk deel van de geschiedenis van de opera in de 18e eeuw. Zijn libretti, waarvan de structuur ook de vorm van de opera ging bepalen, werden talloze malen door componisten op muziek gezet. In vele gevallen diende eenzelfde libretto meermaals als basis voor een operacompositie.

Ook Lorenzo da Ponte (1749-1838), opvolger van Metastasio als hofdichter in Wenen, schreef een lange reeks libretti. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met Wolfgang Amadeus Mozart, die leidde tot drie opera's: Le nozze di Figaro (1786), Don Giovanni (1787) en Così fan tutte (1790). Hierna componeerde Mozart nog twee opera's: Die Zauberflöte op een libretto van Emanuel Schikaneder en La clemenza di Tito op een libretto van Metastasio. Hij heeft daarnaast nog met verscheidene andere librettisten samengewerkt aan opera's en Singspiele.

Een vruchtbaar librettist was Eugène Scribe, die, samen met de componist Giacomo Meyerbeer en de theaterdirecteur Véron de grand opéra belichaamde, een operagenre dat rond 1830 in Parijs tot bloei kwam.

Andere bekende samenwerkingen zijn die tussen Arrigo Boito en Giuseppe Verdi en die tussen Hugo von Hofmannsthal en Richard Strauss.

Sommige componisten schreven hun eigen libretti. Richard Wagner is een van de bekendste, maar ook Hector Berlioz schreef de teksten voor zijn opera's meestal zelf.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.