Leidsche Textielfabrieken

De Leidsche Textielfabrieken Gebroeders Van Wijk & Co N.V. was een Leidse fabrikant van dekens, breigarens en sokken, die bestaan heeft van 1795-1957.

Hoektoren Fabrieksgebouw (Hogewoerd)

Aan de wieg van het bedrijf stond Dirk van Wijk, die in 1795 zijn meesterstuk ter keuring aanbood en aldus erkend werd als fabrikeur. In 1815 werd aan de Kerksteeg het eerste fabriekje voor wollen dekens opgericht door W.F. van Dijk. Deze werd in 1847 bijgestaan door Thomas van Wijk en Bertram Corts, waarna een pand aan de Herengracht werd betrokken. Later werd de sajetfabriek van P. de Geer overgenomen en in 1864 werd de eerste stoommachine aangeschaft van 40 pk (30 kW). Na 1871 werd een pand aan de Vestestraat in gebruik genomen waar eveneens een stoommachine werd geïnstalleerd.

In 1913 werd een breigarenfabriek aan het Levendaal geopend en tijdens de Eerste Wereldoorlog produceerde de fabriek goederen voor het leger, wat leidde tot een bezoek van koningin Wilhelmina aan de fabriek. Verdere uitbreiding vond plaats in 1929 en in 1945. In dat laatste jaar werd een dekenfabriek aan de Kanaalweg in bedrijf gesteld.

Het bedrijf, dat regelmatig op wereldtentoonstellingen en jaarbeurzen te vinden was, ontwikkelde zich tot een grote producent.

Neergang

De neergang van het bedrijf begon in 1957, toen het fuseerde met de sajetfabrieken van Cranenburg & Van Heringa, een bedrijf dat stamde uit 1873 en dat fabrieken had aan het Rapenburg, de Vliet en de Kaiserstraat. Het fusiebedrijf ging Van Wijk en Heringa heten. In 1963 werd het bedrijf opgekocht door Reinder Zwolsman en daarna geliquideerd. De fabrieksgebouwen tussen het Levendaal en de Hogewoerd werden verbouwd tot een appartementencomplex.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.