Lactantius

Lucius Caelius (of Caecilius?) Firmianus Lactantius (ca. 250 - 320) was een vroeg-christelijk schrijver.

Waarschijnlijk portret van Lactantius op een muurschildering uit de vierde eeuw.

Toelichting

Lactantius was afkomstig uit de Romeinse provincie Africa en een tegenstander van de heidense wijsbegeerte. Hij werd door de kerkvader Hieronimus de christelijke Cicero genoemd.[1]
Lactantius verzette zich in geschriften tegen de Romeinse tetrarchie en het religieuze systeem dat de vier keizers vooropstelden. Hij stelde ten onrechte dat de Vierkeizerregering een verviervoudiging van het regeringsapparaat, de hofhouding en het leger inhield. Hij beweerde ook dat de goden Jupiter en Hercules waandenkbeelden en door demonen gestuurde verzinsels waren om de mensheid in het verderf te storten. Het geconstrueerde pantheon of veelgodendom bracht niets dan onheil. Lactantius predikte de terugkeer naar de ware religie van de Ene God. Op deze manier wilde de auteur via zijn publicaties een ontwikkeld niet-christelijk publiek bereiken en weldenkende pagane lezers overtuigen van het vernieuwende en oorspronkelijke van het Christendom.

Lactantius dreef ook de spot met het door hem geminachte door keizer Diocletianus uitgevaardigde edict edictum de pretiis rerum venalium dat tot een ontwrichting van de markt had geleid. Enerzijds bestreed hij deze keizer die zich de incarnatie van Jupiter noemde, anderzijds schilderde hij het prijzenedict af als godslasterlijke hoogmoed. In zijn publicatie Hoe de Christenvervolgers aan hun Einde kwamen drijft hij ook de spot met Diocletianus. Hij was met name overijverig nieuwsgierig de toekomst te kennen door onderzoek van de haruspex. Lactantius noemt hem een scrutator rerum futurarum of iemand die altijd de toekomst wil weten.

Afwijzing

Lactantius werd gewaardeerd om zijn betrouwbare beschrijvingen van de christenvervolgingen. Zijn afwijzing van de Griekse filosofie werd in de Middeleeuwen minder gewaardeerd. Hij werd verdacht van sympathie voor het audianisme, een sekte die letterlijk geloofde dat God op mensen leek[2].

Werken

  • Divinae Institutiones ("Goddelijke onderwijzingen");
  • Epitome divinarum institutionum ("Samenvatting van de goddelijke onderwijzingen");
  • De opificio Dei ("Het werk Gods");
  • De mortibus persecutorum ("De dood van de vervolgers"), een polemisch geschrift waarin hij verhaalt over de levens- en lijdensgeschiedenis en dood van een aantal Romeinse keizers die in zijn tijd werden gezien als actieve vervolgers van christenen;
  • De ira Dei ("De toorn Gods").

Bibliografie

  • Henk Singor, Constantijn en de christelijke revolutie in het Romeinse Rijk, Uitg. Ambo/Athos, 2014.

Noten

  1. dr. G.J.D. Aalders, Van huisgemeente tot wereldkerk. De eerste drie eeuwen christendom, 1975, Kok Kampen, pag. 23
  2. James Joseph Fox (1907). "Anthropomorphism". In Herbermann, Charles. Catholic Encyclopedia. 1. New York: Robert Appleton Company.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.