Koerspatronen

Koerspatronen zijn in de technische analyse een hulpmiddel waarvan technisch analisten menen dat zij kunnen worden gebruikt om trendwijzigingen in beurskoersen te ontdekken en voorspellen.

Technische analyse is op basis van historische koersgegevens het toekomstig koersverloop voorspellen. Bij technische analyse wordt ervan uitgegaan dat koersen in trends bewegen en dat de geschiedenis zich herhaalt. Omdat iedere trend uiteindelijk eindigt, is het handig om te weten welke kant de volgende trend op gaat. Er bestaan een aantal koerspatronen die volgens technisch analisten het einde van de huidige trend aangeven en het begin van de volgende trend inleiden. Er zijn twee subcategorieƫn te onderscheiden, nl. omkeerpatronen en continueringspatronen. Voor het ontdekken en herkennen van koerspatronen is een koersgrafiek onmisbaar.

Omkeerpatronen

Dubbele top
Hoofd-en-schouderpatroon in theorie
Omgekeerd hoofd-en-schouderpatroon

Omkeerpatronen zouden aangeven dat de huidige trend ten einde loopt en dat de koers hoogstwaarschijnlijk de andere kant op zal gaan. De omkeerpatronen zijn:

  • Dubbele top / bodem
  • Drievoudige top / bodem
  • Hoofd-en-schouderpatroon

Dubbele top / bodem

Een dubbele top of bodem wordt gezien als een omkeerpatroon. Wanneer we over een top spreken, bereikt de koers een hoogtepunt (1), vervolgens zakt de koers even weg en zet een tijdelijke bodem neer (2). Hierna probeert de koers weer verder te stijgen naar een nieuw hoogtepunt maar komt niet verder dan de vorige top (3). Een dubbele top is dan neergezet. Het omkeerpatroon wordt pas voltooid wanneer de koers verder zakt dan de voorgaande bodem (2) en dus bij (4) door de bodem heen zakt. In een omgekeerde situatie spreekt men over een dubbele bodem.

Drievoudige top / bodem

Is hetzelfde als een dubbele top of bodem, alleen ontstaat er in de grafiek een extra top en een extra tijdelijke bodem.

Hoofd-en-schouderpatroon

Het hoofd-en-schouderpatroon lijkt op een drievoudige top/bodem, alleen heeft de middelste top of bodem een hoger, respectievelijk lager niveau dan de overige twee toppen/bodems.

Verder zou volgens de theorie het volume bij het neerzetten van de eerste schouder relatief hoger moeten zijn. Bij het neerzetten van de kop moet het volume iets lager zijn, en bij schouder twee moet het volume weer lager zijn dan bij de kop, dus het loopt iets af. Bij het doorbreken van de neklijn moet het volume zijn hoogste punt bereiken.

Driehoekpatronen

Driehoekpatronen

Een driehoekpatroon bestaat uit een convergerende steun- en weerstandlijn. De gevormde driehoek kan symmetrisch zijn, maar kan ook een stijgende of dalende driehoek vormen. De koerstoppen en -dalen binnen de driehoek komen steeds dichter bij elkaar te liggen. De koersvolatiliteit neemt steeds verder af hoe dichter de koers de punt van de driehoek nadert. Op een zeker moment zal de koers naar boven of beneden uit de driehoek breken. Deze breakout is meestal een koersbeweging die groter is dan de bewegingen van de voorgaande perioden.

De kans dat de koersbeweging na een uitbraak uit de driehoek dezelfde richting heeft als de voorafgaande trend is groter dan 50%. Maar dit is beslist geen vanzelfsprekendheid. Anticiperen op de naderende koersuitbraak van een driehoekformatie dient dus altijd gericht te zijn op zowel een sterk stijgend, als een sterk dalend scenario.[1]

Zie ook

Literatuur

  • (en) Martin Pring, Technical Analysis Explained (McGraw-Hill, 2002). ISBN 007138193 7
  • (en) Thomas N. Bulkowski, Encyclopedia of Chart Patterns (Wiley, 2005). ISBN 047166826 5
  • Harry Geels, Beleggen met technische analyse (Keyword, 2016). ISBN 978 90 77553 03 9
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.