Kleurentelevisie

Kleurentelevisie is een uitvinding die in Nederland op 21 september 1967 werd geïntroduceerd en in België op 1 januari 1971. De Nederlandse Antillen kregen kleurentelevisie in 1973, Suriname volgde in 1977. In de jaren 70 van de 20e eeuw werd kleurentelevisie voor een groot publiek betaalbaar en verdrong de kleurentelevisie gaandeweg het zwart-wit-televisietoestel.

Toestel van SABA, 2004
Zwart-wit-tv beelden zijn in werkelijkheid blauwachtig. Beter is de naam monochrome tv.

Met de komst van kleurentelevisie kregen de kijkers voor het eerst ook echte zwart-wit beelden te zien.“Omdat de kleur BLAUW helderder lijkt dan andere kleuren heeft men het beeld van zwart/wit ontvangers een blauwe tint gegeven. Voor kleuren-ontvangst is deze blauwachtige tint echter onnatuurlijk en ongewenst”, aldus de handleiding bij de Philips ktv-ontvanger in 1968.

Tien jaar na de invoering was volgens het CBS 52% van de Nederlandse huishoudens in het bezit van een kleurentoestel. In 1978 was al 61% van de huishoudens in bezit van een kleuren-tv. In 1977 werd als laatste de NOS-studio in Den Haag geschikt gemaakt voor uitzendingen in kleur.

De televisieverslaggever gaf ten behoeve van zwart-witkijkers bij een voetbalwedstrijd nog tot ongeveer begin jaren tachtig door welke voetbalteams in lichte en welke in donkere shirts speelden.

De kleursystemen zijn volledig compatibel met zwart-wit. Een kleurenuitzending is ook te ontvangen met een zwart-wittelevisie, uiteraard zonder kleur, maar zonder technische aanpassingen. Ook het omgekeerde is het geval.

In Europa wordt een systeem gebruikt met de naam PAL, terwijl in Amerika een ouder systeem, NTSC, wordt gebruikt. Frankrijk heeft nog een ander systeem ontwikkeld genaamd SECAM, dat onder andere door Oost-Europese landen wordt gebruikt. De verschillen in deze drie systemen bestaan voornamelijk uit hoe het probleem van het verlopen van het kleurenspectrum door kleine faseverschillen in het ontvangstsignaal worden opgelost. Deze faseverschillen zijn vaak het onvermijdelijke gevolg van imperfecties in het ontvangen antennesignaal doordat de elektromagnetische golven van het televisiesignaal vaak door gebouwen en andere obstakels weerkaatst worden. Hierdoor ontstaan er in het kleurenbeeld, als daar geen maatregelen tegen genomen worden, kleurfouten en kan het bijvoorbeeld voorkomen dat het roze van een gezicht een groenige tint krijgt.

PAL en SECAM hebben elk een oplossing voor dit probleem. Bij NTSC moeten kleurfouten soms met de hand gecorrigeerd worden. NTSC wordt daarom wel als inferieur beschouwd, en gekscherend 'Never The Same Color' genoemd. Maar NTSC is wel degelijk een technisch hoogstandje. Het NTSC-systeem is echter veel eerder ontwikkeld, terwijl de Europeanen hebben gewacht tot de techniek wat verder gevorderd was en gebruik konden maken van de ervaringen van het Amerikaanse systeem.

De beeldbuis van een kleurentelevisie is aanmerkelijk anders dan die van een zwart-wit-toestel, net als de opnameapparatuur. Intern is alles driemaal uitgevoerd: 1 maal voor rood, 1 maal voor blauw en 1 maal voor groen. Met die drie kleuren kunnen voor het menselijk oog alle zichtbare kleuren worden gemengd, volgens het RGB-systeem.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.