Kleine suite voor kamerorkest

Witold Lutosławski voltooide zijn Kleine suite voor kamerorkest in 1950. De componist moest zich toen muzikaal in leven houden door het schrijven van toegankelijke muziek. De Poolse en Sovjetautoriteiten stonden niet toe dat er al te moeilijke (lees moderne en Westerse) muziek werd geschreven dan wel uitgevoerd. Hij schreef dit werk op verzoek van de Poolse Omroep. De Kleine suite voor kamerorkest diende daarbij als een soort studie voor wellicht zijn bekendste werk, het Concert voor orkest. De muziek klinkt vanwege de eenvoud atypisch naast het andere werk van de componist. Al vlak na oplevering schreef de componist een versie voor symfonieorkest.

Kleine suite voor kamerorkest
Mala suita
ComponistWitold Lutosławski
Soort compositiesuite
Gecomponeerd voorkamerorkest/symfonieorkest
Compositiedatum1950
Première20 april 1951
Duur10 minuten
Vorige werkLawine
Volgende werkLiederen voor zangstem en piano
OeuvreOeuvre van Witold Lutosławski
Portaal    Klassieke muziek

De Kleine suite bestaat uit vier delen en is gebaseerd op volksliedjes uit de streek Rzeszów:

  1. Fujarka (piccolo) in tempo allegretto
  2. Hurra polka in tempo vivace
  3. Piosenka (lied) in tempo andante molto sostenuto
  4. Taniec (dans) in tempo allegro molto

Het werk was voor het eerst te horen op 20 april 1951 in een uitvoering van het Pools Nationaal Radio-Symfonieorkest onder leiding van Grzegorz Fitelberg

Het is geschreven voor:

Discografie

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.