Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden

Het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden[1] is een verdrag dat op 1 februari 1995 door de leden van de Raad van Europa gesloten werd. Het doel van het verdrag is de juridische erkenning van nationale minderheden en het beschermen van hun rechten.

Inhoud

De staten die het verdrag ondertekenen en ratificeren, verplichten zich tot het bevorderen van de volledige en daadwerkelijke gelijkheid van tot nationale minderheden behorende personen op alle economische, maatschappelijke, politieke en culturele terreinen en tot het waarborgen van omstandigheden waaronder zij hun cultuur en identiteit tot uitdrukking kunnen brengen en deze kunnen behouden en ontwikkelen.

Het verdrag regelt voor de erkende nationale minderheden onder meer:

  • bescherming tegen discriminatie en bevordering van gelijkheid
  • bevordering van behoud en ontwikkeling van cultuur, taal, godsdienst en tradities
  • vrijheid van vereniging, vergadering, meningsuiting, gedachte, geweten en godsdienst
  • toegang tot en gebruik van media
  • uiteenlopende taalkundige rechten en vrijheden, zoals het recht om de eigen taal in het privéleven en in contacten met de overheid te gebruiken, het recht de eigen naam in de eigen taal te gebruiken, het recht om in het openbaar informatie in de eigen taal te verspreiden en het recht om topografische aanduidingen in de eigen taal te gebruiken
  • recht op het leren en onderwijzen van de eigen taal en het opzetten van onderwijsinstellingen in de eigen taal
  • internationale contacten en samenwerking
  • recht op deelname aan het openbare leven
  • verbod op verplichte assimilatie

Toepassing

Het verdrag bevat geen definitie van wat een nationale minderheid is. Hierover kon door de lidstaten van de Raad van Europa geen overeenstemming worden bereikt. Het is daarom aan elke ratificerende lidstaat zelf om te bepalen op welke groepen binnen hun grondgebied het verdrag van toepassing is. Deze keuze dient echter wel in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten van bestaande internationale wetgeving en de bepalingen in het verdrag zelf. Tevens is er een Adviescomité van het Kaderverdrag, dat toeziet op de gemaakte keuzes en op de eerlijke en rechtvaardige uitvoering van het verdrag. Dit Adviescomité adviseert het Comité van Ministers van de Raad van Europa, dat eventueel kan ingrijpen als een lidstaat zich niet aan het verdrag houdt.

Wat betreft de groepen die onder het verdrag zijn erkend als nationale minderheid, hebben personen zelf de vrijheid om te kiezen of zij als lid van een nationale minderheid behandeld willen worden en zodoende gebruik te maken van de rechten en vrijheden die daaruit voortvloeien.

Reikwijdte

De stand van ratificatie en ondertekening op 15 november 2006.[2]

Land Ondertekening Ratificatie Van kracht Nationale minderheden (indien gespecifieerd)
 Albanië29-06-199528-09-199901-01-2000 
 Andorra    
 Armenië25-07-199720-07-199801-11-1998 
 Azerbeidzjan26-06-200026-06-200001-10-2000 
 België31-07-2001   
 Bosnië en Herzegovina24-02-200024-02-200001-06-2000 
 Bulgarije09-10-199707-05-199901-09-1999 
 Cyprus01-02-199504-06-199601-02-1998 
 Denemarken01-02-199522-09-199701-02-1998Duitsers
 Duitsland11-05-199510-09-199701-02-1998 Denen, Sorben; tevens bescherming van Friezen, Roma en Sinti
 Estland02-02-199506-01-199701-02-1998 
 Finland01-02-199503-10-199701-02-1998 
 Frankrijk    
 Georgië21-01-200022-12-200501-04-2006 
 Griekenland22-09-1997   
 Hongarije01-02-199525-09-199501-02-1998 
 Ierland01-02-199507-05-199901-09-1999 
 IJsland01-02-1995   
 Italië01-02-199503-11-199701-03-1998 
 Kroatië06-11-199611-10-199701-02-1998 
 Letland11-05-199506-06-200501-10-2005 
 Liechtenstein01-02-199518-11-1997 01-03-1998Geen nationale minderheden aanwezig
 Litouwen01-02-199523-03-200001-07-2000 
 Luxemburg20-07-1995   Geen nationale minderheden aanwezig
 Noord-Macedonië25-07-199610-04-199701-02-1998 Albanezen, Bosniërs, Roma, Serven, Turken, Vlachen
 Malta11-05-199510-02-1998 01-06-1998Geen nationale minderheden aanwezig
 Moldavië13-07-199520-11-199601-02-1998 
 Monaco    
 Montenegro11-05-200111-05-200101-09-2001 
 Nederland01-02-199516-02-200501-06-2005Friezen
 Noorwegen01-02-199517-03-199901-07-1999 
 Oekraïne15-09-199526-01-199801-05-1998 
 Oostenrijk01-02-199531-03-199801-07-1998 Hongaren, Kroaten, Roma, Slovenen, Slowaken, Tsjechen
 Polen01-02-199520-12-200001-04-2001 
 Portugal01-02-199507-05-200201-09-2002 
 Roemenië01-02-199511-05-199501-02-1998 
 Rusland28-02-199621-08-199801-12-1998 
 San Marino11-05-199505-12-199601-02-1998 
 Servië11-05-200111-05-200101-09-2001 
 Slovenië01-02-199525-03-199801-07-1998Hongaren, Italianen
 Slowakije01-02-199514-09-199501-02-1998 
 Spanje01-02-199501-09-199501-02-1998 
 Tsjechië28-04-199518-12-199701-04-1998 
 Turkije    
 Verenigd Koninkrijk01-02-199515-01-199801-05-1998 
 Zweden01-02-199509-02-200001-06-2000 Joden, Roma, Saami, Tornedalers, Zweedse Finnen
 Zwitserland01-02-199521-10-199801-02-1999 

Nederland

Nederland heeft het verdrag in 1995 ondertekend, maar pas in 2005 geratificeerd. Nederland heeft aangegeven de Friezen als nationale minderheid in de zin van het verdrag te beschouwen.

Lange tijd bestond discussie over de vraag of allochtone minderheden ook onder de bescherming van het verdrag zouden moeten vallen. Uiteindelijk is hiervan afgezien.

België

België heeft het verdrag in 2001 ondertekend, als gevolg van een politiek compromis bij de staatshervorming van dat jaar (zie Lambermontakkoord). Het verdrag is echter nog niet door België geratificeerd, omdat eerst alle deelstaatparlementen (de gewesten en gemeenschappen) afzonderlijk het verdrag moeten goedkeuren. Ook moet nog overeenstemming worden bereikt op welke bevolkingsgroepen het verdrag van toepassing wordt verklaard.

De Franstalige partijen willen dat Vlaanderen het verdrag ratificeert zodat Franstaligen aanspraak kunnen maken op de rechten die daaruit voortvloeien: het gebruik van hun eigen taal met de overheid, de tweetaligheid van straatnamen en andere voor het publiek bestemde topografische aanduidingen, Franstalig onderwijs, en dergelijke. Omdat het verdrag evenwel niet verduidelijkt wat een "nationale minderheid" is, en Vlamingen en Franstaligen het hierover oneens zijn, weigert Vlaanderen om dit goed te keuren, zelfs na een herhaald verzoek van rapporteurs van de Raad van Europa. Het Vlaams Gewest beschouwt de Franstaligen op zijn grondgebied, met name in de Rand rond Brussel, niet als een minderheid die aanspraak kan maken op dergelijke rechten.

Noot

  1. De Nederlandse versie van het Kaderverdrag heeft de status van vertaling. De Engelse en de Franse versie hebben beide de status van authentiek document, zoals blijkt uit de laatste regels van de door de Nederlandse overheid geratificeerde versie (zie de onderstaande link).

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.