Jägerschnitzel

De Jägerschnitzel komt voor in de klassieke keuken van de Duitstalige landen in Europa, maar is ook daarbuiten bekend en geliefd. Het is van oorsprong een Oostenrijkse wijze van het bereiden van de schnitzel, met gebruik van paddenstoelen in de saus.

Jägerschnitzel met Jägersaus en frieten

Herkomst van het woord

Schnitzel komt van het Duitstalige woord voor "afsnijdsel": Schnit. In dit geval wordt een dun afsnijdsel bedoeld van vlees. Met het woord "Jäger" wordt in de Duitse taal verwezen naar "op de manier van de jagers" (Jägerart in het Duits), bedoelende met paddenstoelen als het om eten gaat. Er bestaat namelijk ook zoiets als Jägertee, maar dan bedoeld met niet thee men paddenstoelen, maar thee met alcohol.

Bereiding

Voor schnitzel gebruikt men traditioneel het vlees van een kalf of varken. De schnit wordt plat geslagen om het oppervlakte te vergroten. Na het vlees te bloemen wordt het gepaneerd en gebakken in hete boter. Echter, bij de traditionele Jägerschnitzel wordt het vlees juist niet gepaneerd. Het krokante laagje verdwijnt namelijk door de vocht uit de saus die er bij wordt geserveerd waardoor paneren geen zin heeft. De schnitzel wordt begeleid door een tomatensaus met paddenstoelen of een roomsaus gevuld met paddenstoelen (morieljes en champignons). Vaak zitten er ook sjalotten in en wordt het geheel afgeblust met witte wijn en even doorgekookt. Een bekende variatie op deze Jägerschnitzel bestaat uit (ongepaneerd) varkensvlees welke geserveerd wordt met zure room, gebakken uienringen en in de room gesmoorde zwammen en reepjes paprika. De Jägerschnitzel hoort begeleid te worden door dungesneden friet (Pommes frites).

Zie de categorie Jägerschnitzel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.