Johannes Chrysostomus

Levensloop

Jeugdjaren en onderwijs

Johannes werd in 349 in Antiochië geboren uit Grieks-Syrische ouders. Verschillende geleerden verschillen van mening of zijn moeder Anthusa een heidense[1] of een christen was.[2] Zijn vader was een hoge militair in het Romeinse leger. Johannes' vader stierf kort na zijn geboorte. Hij werd opgevoed door zijn moeder.

Hij werd of in 368 of 373 gedoopt. Hij aanvaardde de tonsuur als een lector (een van de lagere wijdingen binnen de Kerk).[3] Als gevolg van de invloedrijke connecties van zijn moeder in de stad Antiochië begon Johannes zijn opleiding onder begeleiding van de heidense leraar Libanius. Van Libanius, zelf een beroemd redenaar, leerde Johannes de benodigde vaardigheden voor een carrière in de retoriek, evenals een liefde voor de Griekse taal en de literatuur.[4]

Naarmate hij ouder werd raakte hij echter meer betrokken bij het christendom. Hij studeerde theologie bij Diodorus van Tarsus, de oprichter van de gereconstitueerde school van Antiochië. Volgens de christelijke historicus Sozomenus zou Libanius op zijn sterfbed hebben gezegd dat Johannes zijn opvolger zou zijn geweest "als de christenen hem niet van ons hadden afgenomen”.[5]

Chrysostomus streefde naar een extreem ascetisme en trok zich in 375 terug om als kluizenaar te leven; de volgende twee jaar bracht hij voortdurend staand door, nauwelijks slapend leerde hij de Bijbel uit zijn hoofd. Als een gevolg van deze praktijken kreeg hij blijvend last van zijn maag en nieren. Een slechte gezondheid dwong hem terug te keren naar Antiochië.[6]

Prediker in Antiochië

In 386 werd hij als presbyter (dat wil zeggen priester) gewijd door bisschop Flavianus I van Antiochië, die op dat moment niet in communio met Rome stond. In de loop van de volgende twaalf jaar verwierf hij zich een grote populariteit door de welsprekendheid van zijn preken, in het bijzonder zijn inzichtelijke uitweidingen van Bijbelpassages en zijn zedenleer. Hieraan dankt hij ook zijn bijnaam Chrysostomus (= Guldenmond; een bijnaam die hij in de 6e eeuw kreeg).[7] De meest waardevolle van zijn werken uit deze periode zijn zijn Homilieën over diverse Bijbelboeken. Hij benadrukte liefdadigheid en maakte zich druk over de geestelijke en materiële behoeften van de armen. Hij sprak zich uit tegen het misbruik van rijkdom en persoonlijke eigendommen:

Wilt u het lichaam van Christus eren? Negeer hem niet als hij naakt is. Bewijs hem in zijde gekleed geen eer in de tempel, om hem daarna weer buiten staand te negeren, waar hij het koud heeft en slecht gekleed is. Hij die zei: "Dit is mijn lichaam" is dezelfde die zei: "Je zag dat ik hongerig was en je hebt mij geen eten gegeven", en "Wat u de geringste van mijn broeders heeft aangedaan, heeft U ook mij aangedaan" ... Wat heb je eraan als de Eucharistietafel is overladen met gouden kelken, als je broeder is gestorven van de honger? Begin ermee zijn honger te stillen om daarna met wat overblijft het altaar te versieren.[8]

Zijn rechtlijnige uitleg van het Heilige Schrift - dit in tegenstelling tot de Alexandrijnse tendens naar een allegorische interpretatie van de Bijbel - betekende dat de thema's van zijn preken vooral praktisch waren. Hij legde uit hoe men de Bijbel in het dagelijks leven moest toepassen. Een dergelijke eenvoudige prediking droeg ertoe bij dat Chrysostomus steun onder de gewone bevolking verwierf. Hij richtte een reeks van hospitalen op in Constantinopel om voor de armen te zorgen.[9]

Patriarch van Constantinopel

Johannes Chrysostomus in de Hagia Sophia

In 398 werd Johannes Chrysostomus, tegen zijn zin, gevraagd de positie van patriarch van Constantinopel op zich te nemen. Hij betreurde het feit dat het keizerlijk hofprotocol hem nu grotere privileges deed toekomen dan die van de hoogste staatsambtenaren.

Tijdens zijn tijd als aartsbisschop weigerde hij pertinent om als gastheer voor uitbundige sociale bijeenkomsten op te treden. Ook trad hij op als boeteprediker. Dit maakte hem erg populair bij het gewone volk, maar onpopulair bij rijke burgers en de geestelijkheid. Zijn hervormingen van de geestelijkheid vielen bij deze groepen ook niet in goede aarde. Bij een bezoek van predikanten uit de provincie riep hij hun op terug te keren naar de kerken zoals deze bedoeld was om te dienen, zonder enige uitbetaling.[10]

Zijn tijd in Constantinopel verliep tumultueuzer dan die in Antiochië. Theophilus, de patriarch van Alexandrië wilde Constantinopel onder zijn heerschappij brengen en verzette zich tegen de benoeming van Johannes Chrysostomus in Constantinopel. Als verklaard tegenstander van de leer van Origenes beschuldigde hij Johannes dat hij te onverschillig stond tegenover deze vermaledijde theoloog.

Theophilus had vier Egyptische monniken (bekend als "de Lange broeders") een disciplinaire straf opgelegd vanwege hun ondersteuning van de leer van Origenes. Zij vluchtten naar Johannes en werden door hem hartelijk verwelkomd. Een andere vijand maakte hij in Aelia Eudoxia, de vrouw van de keizer van het Oost-Romeinse Rijk Arcadius, die zich (misschien wel terecht) persoonlijk aangesproken voelde door Chrysostomus’ veroordelingen van extravagantie in vrouwelijke kleding.

Afhankelijk van hoe men hier tegenaan kijkt was Johannes of tactloos of zonder angst bij zijn veroordelingen van afkeuringswaardig gedrag in hoge kringen. Al snel werd er een alliantie tegen hem gevormd door Aelia Eudoxia, Theophilus van Alexandrië en anderen vijanden. Zij organiseerden in 403 de zogenaamde synode van de Eik, waar zij Johannes diens verbinding met Origenes verweten. Hij werd onder andere schuldig bevonden aan verraad. Deze synode resulteerde in zijn afzetting en verbanning.

Verbanning en dood

Onder druk van het kerkvolk kon hij voor een korte periode terugkeren maar in 404 werd hij opnieuw verbannen.

Vanuit Armenië in de Kaukasus bleef hij corresponderen met zijn aanhangers en daardoor invloed uitoefenen. Het grootste deel van de brieven die van hem bewaard zijn stammen uit die tijd. Zijn tegenstanders kregen gedaan dat hij nog verder verbannen werd, naar Pitiunt (Pitsoenda) in Abchazië, Georgië aan de oostkust van Georgië de Zwarte Zee. Op weg naar zijn nieuwe verbanningsoord stierf hij.

Werken

Van Johannes Chrysostomus zijn bijzonder veel teksten bewaard: 17 verhandelingen, meer dan 700 authentieke preken, 241 brieven, en talrijke werken over het kloosterleven, het priesterschap en het allerheiligste sacrament. Dit laatste bezorgde hem de titel doctor eucharisticus.

De Goddelijke Liturgie

Behalve zijn prediking, is de andere blijvende erfenis van Johannes zijn invloed op de christelijke liturgie. Twee van zijn geschriften verdienen een speciale vermelding. Hij harmoniseerde het liturgische leven van de Kerk door een herziening van de gebeden en de rubrieken van de Goddelijke Liturgie en de viering van de heilige eucharistie. De orthodoxe kerken van de Byzantijnse liturgie vieren meestal de Goddelijke Liturgie van Johannes Chrysostomos, samen met de bijbehorende oosters-katholieke kerken van de Byzantijnse ritus, als de normale eucharistische liturgie. Hoewel zijn precieze verband met het harmoniseren van de Goddelijke liturgie een kwestie van debat blijft tussen experts. Daarnaast lezen deze kerken zijn catechetische homilie elk jaar met Pasen, het grootste feest van het kerkelijk jaar.

Nalatenschap

Keizer Theodosius II liet in 438 zijn stoffelijk overschot overbrengen naar Constantinopel.

Hij behoort zowel in het Oosten als het Westen tot de grote kerkvaders.

De Orthodoxe Kerk en de oosters-katholieke kerken eren hem als heilige (feestdagen: 13 november en 27 januari) en wordt gezien als een van de Drie Heilige Hiërarchen (feestdag: 30 januari), samen met de heiligen Basilius de Grote en Gregorius van Nazianze. Hij werd in de Rooms-Katholieke Kerk door paus Pius V tot kerkleraar verheven en in 1908 door paus Pius X tot patroon der christelijke predikers. De kerken van de westelijke traditie, met inbegrip van de Rooms-Katholieke Kerk, Anglicaanse Kerk en de lutheraanse kerken, herdenken hem op 13 september.

Tot in de jaren tachtig vierden in Vlaanderen de leerlingen van de retorica of laatstejaars van de (Grieks)-Latijnse humaniora in het secundair onderwijs, hun patroonheilige Johannes Chrysostomus op diens feestdag 27 januari. Immers in dat jaar lag het accent van de leerstof op de welsprekendheid en op de klassieke redenaars zoals Demosthenes, Cicero, Bossuet. Naarmate het aanbod in het secundair onderwijs werd verbreed en de accenten in de leerplannen werden verlegd, verdween ook de term retorica uit het onderwijs. De feesttraditie die eraan was verbonden bleef echter behouden. De laatstejaars van het secundair onderwijs zouden zich inspireren op de wijze waarop de miliciens hun termijn aftelden naar het einde van hun dienstplicht. Zo ontstond geleidelijk het feest van de Honderd Dagen: immers, 27 januari is (ongeveer) honderd dagen verwijderd van het einde van het schooljaar, en dus van het secundair onderwijs.

Bisschoppen van Byzantium:
Andreas de Apostel · Stachys de Apostel · Onesimus · Polycarpus I · Plutarchus · Sedecion · Diogenes · Eleutherius · Felix · Polycarpus II · Athenodorus · Euzoïs · Laurentius · Alypius · Pertinax · Olympianus · Marcus I · Filadelfus · Cyriacus I · Castinus · Eugenius I · Titus · Dometius · Rufinus I · Probus · Metrofanes · Alexander
Bisschoppen en aartsbisschoppen van Constantinopel:
Paulus I · Eusebius van Nicomedië · Paulus I · Macedonius I · Paulus I · Macedonius I · Eudoxius van Antiochië · Demofilus · Euagrius · Maximus · Gregorius I van Nazianze
Patriarchen van Constantinopel:
Nectarius · Johannes I · Arsacius van Tarsus · Atticus · Sisinnius I · Nestorius · Maximianus · Proclus · Flabianus · Anatolius · Gennadius I · Acacius · Fravitta · Eufemius · Macedonius II · Timotheus I · Johannes II van Cappadocië · Epifanius · Anthimus I · Mennas · Eutychius · Johannes III Scholasticus · Johannes IV Nesteutes · Cyriacus · Thomas I · Sergius I · Pyrrus I · Paulus II · Petrus · Thomas II · Johannes V · Constantijn I · Theodorus I · Georgius I · Paulus III · Callinicus I · Cyrus · Johannes VI · Germanus I · Anastasius · Constantijn II · Nicetas · Paulus IV · Sint Tarasius · Niceforus I · Theodotus I van Cassiteras · Antonius I · Johannes VII Grammaticus · Methodius I · Ignatius I · Photius I · Stefanus I · Antonius II Kauleas · Nicolaas I Mysticus · Euthymius I Syncellus · Stefanus II van Amasea · Tryfon · Theofylactus · Polyeuctus · Basilius I Skamandrenus · Antonius III Studites · Nicolaas II Chrysoberges · Sisinnius II · Sergius II · Eustathius · Alexius I Studites · Michaël I · Constantijn III Lichoudas · Johannes VIII Xifilinus · Cosmas I · Eustathius Garidas · Nicolaas III Grammaticus · Johannes IX Agapetus · Leo Styppes · Michaël II Kurkuas · Cosmas II Atticus · Nicolaas IV Muzalon · Theodotus II · Neofytus I · Constantijn IV Chliarenus · Lucas Chrysoberges · Michaël III van Anchialus · Chariton · Theodosius I Borradiotes · Basilius II Carnaterus · Nicetas II Muntanes · Leontius Theotokites · Dositheus · Georgius II Xifilinus · Johannes X Camaterus · Michaël IV Autoreianus · Theodorus II Eirenicus · Maximus II · Manuel I Charitopoulos · Germanus II · Methodius II · Manuel II · Arsenius Autoreianus · Niceforus II · Germanus III · Jozef I Galesiotes · Johannes XI Bekkos · Gregorius II Cyprius · Athanasius I · Johannes XII · Nefon I · Johannes XIII Glykys · Gerasimus I · Jesaias · Johannes XIV Kalekas · Isidorus I · Calixtus I · Filotheus Kokkinos · Macarius · Neilus Kerameus · Antonius IV · Calixtus II Xanothopoulos · Mattheus I · Euthymius II · Jozef II · Metrofanes II · Gregorius III Mammas · Athanasius II · Gennadius II · Isidorus II Xanthopoulos · Sofronius I Syropoulos · Joasaf I · Marcus II Xylokaraves · Simeon I van Trebizonde · Dionysius I · Rafaël I · Maximus III Manasses · Nefon II · Maximus IV · Joachim I · Pachomius I · Theoleptus I · Jeremias I · Joannicus I · Dionysius II · Joasaf II · Metrofanes III · Jeremias II · Pachomius II · Theoleptus II · Mattheus II · Elias I · Theofanes I Karykes · Meletius I Pegas · Neofytus II · Rafaël II · Timotheus II · Cyrillus I Lucaris · Gregorius IV van Amasea · Anthimus II · Cyrillus II Kontares · Athanasius III Patelaros · Neofytus III van Nicea · Parthenius I · Parthenius II · Joannicus II · Cyrillus III · Parthenius III · Gabriël II · Parthenius IV · Theofanes II · Dionysius III · Clemens · Methodius III · Dionysius IV Muselimes · Gerasimus II · Athanasius IV · Jakobus · Callinicus II · Neofytus IV · Gabriël III · Neofytus V · Cyprianus I · Athanasius V · Cyrillus IV · Cosmas III · Jeremias III · Paisius II · Serafeim I · Neofytus VI · Cyrillus V · Callinicus III · Serafeim II · Joannicus III · Samuel I Chatzeres · Meletius II · Theodosius II · Sofronius II · Gabriël IV · Procopius I · Neofytus VII · Gerasimus III · Gregorius V · Callinicus IV · Jeremias IV · Cyrillus VI · Eugenius II · Anthimus III · Chrysanthus I · Agathangelus I · Constantius I · Constantius II · Gregorius VI · Anthimus IV · Anthimus V · Germanus IV · Meletius III · Anthimus VI · Cyrillus VII · Joachim II · Sofronius III · Joachim III · Joachim IV · Dionysius V · Neofytus VIII · Anthimus VII · Constantijn V · Germanus V · Meletius IV · Gregorius VII · Constantijn VI · Basilius III · Photius II · Benjamin I · Maximus V · Athenagoras I · Demetrius I · Bartholomeus I

Zie de categorie John Chrysostom van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.