Johann Friedrich Stöver
Johann Friedrich (Hans) Stöver (geboren 9 augustus 1899, overlijdensdatum en -plaats onbekend) was een Duits kampcommandant. Zijn bijnaam was Nelis.
Johann Friedrich Stöver
| ||
Stöver in 1943 | ||
Bijnaam | "Nelis" | |
Geboren | 9 augustus 1899 | |
Land/zijde | ||
Onderdeel | ||
Dienstjaren | - 1945 | |
Bevel | SS-Schutzhaftlagerführer I in kamp Amersfoort | |
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog |
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij SS-Schutzhaftlagerführer I in kamp Amersfoort. Hij was de tweede man onder SS-Obersturmführer Walter Heinrich.
Stöver was eerder commandant geweest van Kamp Schoorl en had in Amersfoort vaak de leiding over het kamp, omdat Heinrich regelmatig buiten het kamp verbleef. Hij werd 'opgeleid' door twee SS'ers uit Dachau, die door Heinrich waren overgebracht om te 'leren hoe de bewakers met de gevangenen om moesten gaan'.
Stöver heeft volgens getuigenverklaring minimaal één Sovjet-Russische krijgsgevangene eigenhandig vermoord, door hem de hersens in te slaan met een stuk brandhout. Daarnaast confisqueerde hij voedsel dat voor de gevangenen was bestemd, ten gunste van de kampleiding. Hij was commandant van een vuurpeloton dat arrestanten zonder vorm van proces moest fusilleren.
Toen Heinrich in 1943 het kamp verliet, volgde niet Stöver maar derde man SS-Schutzhaftlagerführer II Karl Peter Berg hem op als Lagerkommandant. Stöver verdween van het toneel.
Op 7 juni 1949 werd Stöver door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot levenslange gevangenschap. Hij werd gedetineerd in Breda. In 1950 werd hij door de Bijzondere Raad van Cassatie tot de doodstraf veroordeeld, maar een jaar later werd deze straf omgezet in levenslang. In mei 1959 werd de levenslange straf gewijzigd in 23 jaar en vier maanden. In november 1960 werd Stöver vrijgelaten, waarna hij terugkeerde naar Duitsland.
Bronnen, noten en/of referenties
|