Johan Herman Bavinck

Levensloop

Bavinck werd geboren als de tweede zoon van Coenraad Bernardus Bavinck, deze was predikant. Hij volgde het gymnasium in zijn geboortstad, om vervolgens aan de Vrije Universiteit te Amsterdam theologie te studeren. Na zijn kandidaatsexamen vertrok hij naar Duitsland (zijn voorgeslacht kwam uit Bentheim), om in Gießen en Erlangen verder te studeren. In Erlangen promoveerde hij in 1919 op een psychologische studie over de mystiek. In 1920 begon hij zijn werk als predikant van de Gereformeerde Kerk te Medan, Indonesië, om het volgende jaar predikant te Bandoeng te worden. Beide kerken richtten zich op de Nederlandse bevolking. In 1922 trouwde hij met Tine Robers. Tijdens een verlof in Nederland besluit hij om in Nederland te blijven en in 1927 wordt hij predikant in Heemstede. In januari 1930 vertrok hij, na maandenlange voorbereiding, weer naar Indonesië, ditmaal als predikant in dienst van de zending. Hij vestigde zich in Solo. Van 1934 tot 1939 was hij docent aan de Opleidingsschool voor Javaanse predikanten te Jogjakarta. Terug in Nederland werd hij in 1939 hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ook was hij van 1939 tot 1954 zendelingshoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen. In 1954 werd hij benoemd tot hoogleraar voor de ambtelijke vakken aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Deze benoeming betekende zijn afscheid van zijn taak in Kampen.

Familie

Zijn vader en zijn grootvader Jan Bavinck waren beiden predikant. Zijn oom Herman Bavinck was predikant en hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen en de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn kinderen zijn Ben, Koert en Ineke.

Publicaties

  • Der Einfluss des Gefuhls auf das Assoziationsleben bei Heinrich von Suso (Erlangen 1919).
  • Inleiding in de zielkunde (Kok, Kampen 1926).
  • Persoonlijkheid en wereldbeschouwing (Kok, Kampen 1928).
  • Levensvragen (Kok, Kampen 1929) / Tweede vermeerderde druk onder de titel "Het raadsel van ons leven" (1940); 5e dr. Voorhoeve, Den Haag 1982).
  • Christus en de mystiek van het oosten (Kok, Kampen 1934).
  • Mensen rondom Jezus (Kok, Kampen 1936).
  • De boodschap van Christus en de niet-christelijke religies. Een analyse en beoordeling van het boek van dr. Kraemer: The Christian message in a non-Christian world (Kok, Kampen 1940).
  • Alzoo wies het Woord: een studie over den voortgang van het evangelie in de dagen van Paulus (Bosch & Keuning, Baarn 1941).
  • The impact of Christianity on the non-christian world (Eerdmans, Grand Rapids 1948).
  • Religieus besef en het christelijk geloof (Kok, Kampen 1949).
  • En voort wentelen de eeuwen. Gedachten over het boek der Openbaring van Johannes (Zomer & Keuning, Wageningen 1952).
  • Inleiding in de zendingswetenschap (Kok, Kampen 1954).
  • Het rassenvraagstuk probleem van wereldformaat (Kok, Kampen 1956).
  • Ik geloof in de Heilige Geest (Voorhoeve, Den Haag 1963).
  • The church between temple and mosque (Eerdmans, Grand Rapids 1966).
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.