Joannes Quicke

Joannes Quicke (Brugge, 28 september 1744 - aldaar, 2 juni 1805) was kleermaker en rederijker in Brugge.

Joannes Quicke
Algemene informatie
Geboren28 september 1744
GeboorteplaatsBrugge
Overleden2 juni 1805
Land België
Beroepkleermaker, rederijker, dichter
Portaal    Literatuur

Levensloop

Van beroep kleermaker, werd Quicke actief in de rederijkersmilieus. Hij werd griffier van de kamer De Kruisvaerders en was actief lid van de hoofdgilde van de Heilige Geest, van de rederijkerskamer De Drie Santinnen en van de Kamer van Rhetorica van het Heilig Kruis.

Zijn voornaamste werk is zijn Leven van Joost van den Vondel, in alexandrijnen, dat werd uitgegeven in februari 1790, tijdens de korte periode van de Verenigde Belgische Staten, met goedkeuring van het 'Comité principael', vertegenwoordigd door François Busschop. Hij had de nodige boeken waarin hij inspiratie kon vinden, aangetroffen in de rijke bibliotheek van Matthias van Larebeke. Er werd later vastgesteld dat hij zich geïnspireerd had op een biografie van Vondel uit 1683 door Geraard Brandt (1626-1685). Maurits Sabbe beschuldigde Quicke van plagiaat, omdat hij de biografie door Geraard Brandt had gebruikt zonder eraan te refereren. Jozef Huyghebaert heeft dit tegengesproken. Volgens hem refereerde Quicke wel degelijk naar Brandt en daarbij was zijn biografie origineel in de mate waarin het een werk, niet in proza maar in alexandrijnen was. Huyghebaert beklemtoonde tevens dat Brandt niet zijn enige inspiratiebron was geweest en op drieëntwintig plaatsen elementen voorkwamen die niet bij Brandt te vinden waren.

Door zijn vrienden-rederijkers werden aan zijn adres niet minder dan vijftien huldedichten geschreven, naar aanleiding van dit werk.

Voor zijn vriend Pieter Ledoulx schreef Quicke een lofdicht naar aanleiding van diens Levens der geleerde en vermaerde mannen der stad van Brugge (ca. 1800, 2 volumes, Brugge, Stadsarchief, Handschriften).

Publicaties

  • Het leven van den weérgaloozen en onvermoeyelyken dichter Joos van den Vondel, verdeelt in dry gezangen, behelzende syne jongheyd, syne manbaerheyd en synen ouderdom; benevens Eene Redevoering over de Natuer-kunde, en de Werking der negen Zang-Godessen; doormengt met veel Poëtische Vercieringen op syn handel en gedrag; in helden-verssen, door Joannes Quicke (...), Brugge, Cornelis de Moor, 1790.

Literatuur

  • F. VAN DE PUTTE, Joannes Quicke, in: Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, Deel II, Brugge, 1845.
  • Maurits SABBE, Een achttiende eeuwsch plagiaat, in: Mélanges Paul Frédericq, Brussel, 1904.
  • Maurits SABBE, Jan Quicke, in: Biographie nationale de Belgique, T. XVIII, Brussel, 1905.
  • J. POLLET, Jan Quicke. Achttiendeeuwsche Brugsche Vondelvereerder, in: Biekorf, 1931.
  • Marcel LUWEL, De rederijkers in Brugge in de 17e en 18e eeuwen, in: West-Vlaanderen, 1963.
  • Jan SCHEPENS, Jan Quicke, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers', Torhout, 1984.
  • Jozef HUYGHEBAERT, Het zogezegd plagiaat van Jan Quicke, in: Biekorf, 1985.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.