Joan Gideon Loten

Joan Gideon Loten (Groenekan, 16 mei 1710 - Utrecht, 25 februari 1789) was een gouverneur en raad van Indië bij de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en fellow van de Royal Society.

Joan Gideon Loten
Medaillon met het portret van J.G. Loten
Algemene informatie
Volledige naamJoan Gideon Loten
Geboren16 mei 1710
Overleden25 februari 1789
Carrière
1752-1757Gouverneur van Ceylon
1752Commissaris van Bantam.
1744 - 1750gouverneur van Makassar (Ujung Pandang).
Portaal    VOC

Loten is bekend als de "natuuronderzoeker-gouverneur van Ceylon". Hij eindigde zijn VOC-carrière als gouverneur van Ceylon en was daarnaast natuuronderzoeker. Zijn naam is verbonden met aquarellen van vogels en vlinders die in Celebes (Sulawesi), Ceylon en Java voor hem werden gemaakt door beambten van de VOC.

Biografie

Loten was de oudste zoon van Joan Carel Loten (1669 - 1769) en Arnoldina Maria van Aerssen van Juchen (1685 - 1775). De familie kwam oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden. Verschillende familieleden bekleedden prominente posities in de VOC en de West-Indische Compagnie. Vanaf 1720 woonde hij met zijn ouders in Utrecht op het tegenwoordige Domplein. In 1726 studeerde hij aan de Utrechtse Universiteit, waar Petrus van Musschenbroek een van zijn leermeesters was. Begin 1728 verliet hij ongediplomeerd de universiteit en werd klerk bij de VOC-Kamer Amsterdam. In 1731 regelden familieleden voor hun jonge ‘neef’ een plaats bij de VOC als onderkoopman in Indië.

Begin januari 1732 vertrok Loten naar Batavia (Djakarta). Elf jaar later was hij gouverneur van Makassar (Ujung Pandang) (1744-1750). In 1752 werd hij gouverneur van Ceylon (1752-1757). In 1749 werd hij door de Heren XVII gekozen tot raad van Indië; hierdoor kreeg hij een zetel in het hoogste Indische gezagsorgaan van de VOC in Batavia. Loten was een loyaal en bekwaam ambtenaar. Voor de inheemse bevolking toonde hij belangstelling en respect. Er zijn geen aanwijzingen dat hij zich in Azië door knevelarij heeft verrijkt. Wel kwam hij door zijn strikte plichtopvatting regelmatig in conflict met zijn collega’s.

Aquarel van onbekende kunstenaar van het grafmonument voor J.G. Loten in de Westminster Abbey.

In 1758 keerde Loten als admiraal van de retourvloot terug in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij bezat bij aankomst een vermogen van circa 700.000 gulden. Zijn Oost-Indische fortuin was voor een belangrijk deel afkomstig uit een erfenis van Nathanael Steinmetz, voormalig gouverneur van Ambon. Het kapitaal verschafte Loten financiële onafhankelijkheid gedurende de rest van zijn leven. De Utrechtse elite zag hem niet als een gelijke en zijn natuurfilosofische belangstelling werd afgekeurd. Binnen een jaar na zijn terugkeer in de Republiek reisde Loten daarom naar Londen. Hij voelde zich daar meer op zijn gemak bij de heren van het Brits Museum en de Royal Society. In Engeland werd hij gewaardeerd voor zijn verdiensten. Loten woonde 22 jaar in London, een verblijf dat vijf maal werd onderbroken door langdurige bezoeken aan Utrecht.

Maar in Engeland was Loten als buitenlander uiteindelijk ook een buitenstaander. Pas in september 1781, bijna een jaar na het uitbreken van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog, keerde hij terug naar Utrecht en woonde daar aan de Cour de Loo (Drift 27). Loten was getuige van de Patriotse opstand.

Op 25 februari 1789 overleed Loten. Hij werd bijgezet in de familiekelder op het koor van de Utrechtse Jacobikerk. Patriotse activisten van de Bataafse Republiek verwijderden in 1795 zijn grafbord; de grafkelder is na restauratie uit de kerk verdwenen. In de Londense Westminster Abbey echter, werd in 1795 een indrukwekkend monument voor Loten geplaatst. Als eerbetoon aan hem noemde Carl Linnaeus en soort honingzuiger naar hem, Certhia Lotenia (Lotens honingzuiger, de moderne wetenschappelijke naam is Cinnyris lotenius).[1][2]

Betekenis voor de wetenschap

Loten was thuis in de zoölogische, astronomische, genealogische en geneeskundige literatuur van zijn tijd. Overigens waren deze bezigheden een vorm van vermaak voor rijke mensen met veel vrije tijd. In Engeland kwam hij in contact met natuuronderzoekers verbonden aan het Brits Museum. Hij schonk aquarellen[3], opgezette vogels en bezoarstenen aan het Brits Museum. In 1760 werd hij gekozen tot Fellow van de Royal Society (FRS) en in 1761 tot Fellow van de Society of Antiquaries van Londen (FSA). Joseph Banks was in Londen Lotens buurman. Banks werd later voorzitter van de Royal Society en hij vergezelde als natuurwetenschapper kapitein James Cook op zijn wereldreis (1768-1771). Dankzij Banks is Lotens natuurhistorische collectie in Engelse 18e-eeuwse natuurboeken gekopieerd en beschreven. Bovendien onderhield hij een uitgebreide correspondentie met Thomas Pennant en leverde beschrijvingen van dieren en aquarellen voor diens publicaties zoals History of Quadrupeds en Indian Zoology.

Loten bracht een indrukwekkende collectie bijeen aan boeken over geschiedenis, genealogie, natuurlijke historie, geneeskunde, sterrenkunde en wiskunde en verder wetenschappelijke instrumenten.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.