Jean-Baptiste van Loo

Hij werd onderwezen in de schilderkunst door zijn vader, de in 1653 in Amsterdam geboren, Lodewijk Abraham van Loo. Hij vervaardigde al op jonge leeftijd verschillende platen voor decoratie in de kerk en andere publieke gebouwen in Aix-en-Provence.

Hij werd bewonderd door de prins van Carignan, die hem naar Rome stuurde waar hij werd onderwezen door Benedetto Luti. In Rome werd hij vaak gevraagd om afbeeldingen te maken voor in kerken. In Turijn vervaardigde hij schilderijen voor Karel Emanuel II, hertog van Savoye, en meerdere leden van zijn hof. Daarna verhuisde hij naar Parijs, waar hij werd verkozen tot een lid van de Koninklijke Academie voor Schilder- en Beeldhouwwerk. Jean-Baptiste maakte vele dingen voor altaren in kerken, en restaureerde schilderijen van Francesco Primaticcio in Fontainebleau.

Robert Walpole (detail)

In 1737 ging hij naar Engeland, waar hij algemene aandacht kreeg door zijn portret van Colley Cibber en van Owen McSwiny, de theatermanager. Van Loo schilderde ook Robert Walpole. Van Loo schilderde hem in de kleren van de Chancellor of the Exchequer. Dit portret hang nu in de National Portrait Gallery in Londen en hij schilderde ook de prins en prinses van Wales. Van Loo bleef niet lang in Engeland. Zijn gezondheid ging achteruit, hij ging met pensioen, verliet Engeland en ging naar Parijs (1742) en daarna naar Aix-en-Provence, waar hij stierf.

Uit zijn huwelijk werden ook andere beroemde schilders geboren: Louis-Michel (1707-1771), François (1708-1732) en Karel Amadeus Filips (1719-1795). Zijn jongere broer Karel André van Loo, was ook een beroemde schilder (1705-1765).

Zie de categorie Jean-Baptiste van Loo van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.