Jacob Peyt

Jacob Peyt was een Vlaamse volksleider. Hij zou uit Hondschote afkomstig zijn, al hebben andere bronnen het over Sint-Winoksbergen.

In de aanloop naar de Slag bij Kassel in 1328 probeerde hij, vaak met harde middelen, de geestelijkheid ervan te overtuigen het interdict (verbod op toedienen van sacramenten en verbod op kerkelijke begrafenis) dat door paus Johannes XXII was afgekondigd, niet toe te passen.

Jean Laing, deken van Sint-Winoksbergen, riep de geestelijken van zijn ambtsgebied samen om massale afvalligheid te vermijden en hen op hun plichten te wijzen. Peyt verzamelde zijn volgelingen om Laing gevangen te nemen maar die wist te ontsnappen. Peyt zette daarop de verzamelde geestelijkheid onder druk om het interdict niet op te volgen. Hij verbood de betaling van de kerkelijke tienden en renten. Ieder die het waagde met de clerus samen te werken moest een boete betalen. Peyt werd tussen 25 juli en 29 augustus 1327 vermoord in de buurt van Hondschote. Hij kreeg een kerkelijke begrafenis in Coudekerke. Brugge liet een onderzoek instellen naar de daders van de moord, een bewijs dat ze in Peyt een eervol man zagen.

Na de nederlaag van het kerelsleger te Kassel liet de bisschop van Terwaan Peyts lijk opgraven en tot as verpulveren. Hetzelfde overkwam het lijk van John Wyclif, die door de kerk in Engeland verantwoordelijk werd gesteld voor de boerenopstand in 1381.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.