Inval van het Warschaupact in Tsjecho-Slowakije

De inval van het Warschaupact in Tsjecho-Slowakije vond plaats tussen 20 augustus tot 20 September 1968. Met deze aanval maakte de Sovjet-Unie een einde aan de hervormingen van de Praagse Lente. De Warschaupactlanden die de aanval uitvoerden waren naast de Sovjet-Unie Bulgarije, Hongarije en Polen. Van de inzet van troepen van de DDR werd op het laatste moment afgezien. De Warschaupactlanden Roemenië en Albanië namen geen deel aan de inval.

Inval van het Warschaupact in Tsjecho-Slowakije
Onderdeel van de Koude Oorlog
Protest in Praag tegen de inval
Datum20 aug - 20 sep 1968
LocatieTsjecho-Slowakije
ResultaatBezetting van Tsjecho-Slowakije en een einde aan de hervormingen
Casus belliPraagse Lente
Territoriale
veranderingen
Tsjecho-Slowakije bezet door landen van het Warschaupact
Strijdende partijen
 Tsjecho-Slowakije  Sovjet-Unie
 Bulgarije
 Hongarije
 Polen
Leiders en commandanten
Alexander Dubček Leonid Brezjnev
Troepensterkte
200.000 man
ruim 250 vliegtuigen
2500–3000 tanks
500.000 man
800 vliegtuigen
6300 tanks
Verliezen
Tsjecho-Slowakije: 108 gedood
ruim 500 gewond
Sovjet-Unie: 96 doden
Polen: 10 doden
Hongarije: 4 doden
Bulgarije: 2 doden

Bij de inval met de codenaam Donau vielen ongeveer 500.000 militairen[1] Tsjecho-Slowakije binnen. Bij de inval raakten ongeveer 500 Tsjechen en Slowaken gewond en vielen 108 dodelijke slachtoffers.[2][3] De meeste doden aan de kant van de Warschaupacttroepen vielen door ongelukken. Sovjet-luchtlandingstroepen namen de luchthaven van Praag in, terwijl Poolse, Hongaarse, Bulgaarse en Sovjet-troepen over land binnenvielen. Ondanks de troepenbewegingen in de dagen voor de inval had Tsjecho-Slowakije geen voorzorgsmaatregelen getroffen. De Tsjecho-Slowaakse regering bood ook geen verzet met militaire middelen. De regering werd opgepakt en naar de Sovjet-Unie overgebracht. Op 16 oktober stemden Dubček, Černík en Husák in met een beëindiging van de Praagse Lente en de blijvende aanwezigheid van Warschaupacttroepen in het land. De onderminister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie bleef van september 1968 tot december 1968 als opzichter in Praag. Uiteindelijk bleven er nog een 50.000 soldaten in het land. De toepassing van geweld tegen satellietstaten van de Sovjet-Unie werd bekend onder de naam Brezjnevdoctrine.

De NAVO beschouwde de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije als een interne zaak voor het Oostblok en greep niet in. Wel kwam op verzoek van Canada, Denemarken, Frankrijk, Paraguay, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bijeen. De Sovjet-Unie gaf aan dat het bij de invasie om broederhulp ging. Tot een stemming kwam het niet.

Voor Albanië was de inval de aanleiding om het Warschaupact te verlaten. De troepen van de Sovjet-Unie bleven in Tsjecho-Slowakije tot 1991.

Zie de categorie Warsaw Pact invasion of Czechoslovakia van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.