Interventieradiologie

Interventieradiologie is een medische handeling door een interventieradioloog. Ze vindt plaats binnenin het lichaam van een patiënt via een klein aanprikgaatje door de huid. Er worden naalden, voerdraden en katheters bij gebruikt. De uitvoering gebeurt onder visuele controle met radiologische technieken zoals röntgendoorlichting, echografie, computertomografie (CT) en magnetic resonance imaging (MRI).

Angiografie in een Spaans ziekenhuis

Soms is de interventieradiologie de enige mogelijkheid voor behandeling. Vaak wordt veel ingrijpender chirurgisch handelen door gebruik van de techniek overbodig gemaakt. De interventieradiologie heeft de behandeling van een groot aantal aandoeningen zoals abcessen of centrale vaatstenosen revolutionair veranderd.

Voordelen

Anders dan bij de open chirurgie is geen direct zicht op de afwijking nodig en ook geen ruimte om met de handen dicht bij de afwijking te kunnen werken. Bij interventieradiologie is er geen groot operatiegebied. De radioloog werkt via een 2 tot 3 mm kleine insteekopening in de huid en gaat direct op de afwijking af met minimale schade aan de omgevende structuren.

Algehele narcose is (meestal) niet nodig: de ingrepen vinden plaats onder slechts plaatselijke huidverdoving of onder een licht roesje. Het kleine aanprikgaatje in de huid verlaagt de kans op wondinfectie. De interventies kunnen daarom worden verricht op een radiologieafdeling in plaats van op de operatiekamer. De patiënt herstelt ook veel sneller na de ingreep. Het ziekenhuisverblijf beperkt zich tot een halve dagopname van enkele uren. Dit sluit helemaal aan bij de trend in de moderne geneeskunde: korte ziekenhuisopnamen en de patiënt weer snel mobiel.

Radiologische afbeeldingmethoden blijken bij uitstek geschikt om interventies te sturen. Veel afwijkingen zijn namelijk uitsluitend met radiologische technieken zichtbaar te maken, er kan mee dóór de patiënt heen worden gekeken.

Procedures

Vasculair

  • Angiografie: het afbeelden van bloedvaten met behulp van verschillende contrast media zoals: jood-houdend contrast, gadolinium (toepassing bij MRI) en CO2 gas.
  • Ballonangioplastie
  • Trombolyse
  • Embolisatie: waaronder chemo-embolisatie en radio-embolisatie.
  • VCI filter (vena cava inferior filter) plaatsing
  • TIPS (Transjugulaire Intrahepatische Portosystemische Shunt) plaatsing

Tumorbehandeling

  • Chemo-embolisatie: een minimaal-invasieve kanker behandeling waarbij een chemotherapeuticum selectief in één orgaan of gedeelte van een orgaan wordt toegediend. De bloedtoevoer naar het betreffende weefsel wordt geblokkeerd (embolisatie), bijvoorbeeld met behulp van coils, waardoor het betreffende chemotherapeuticum niet wordt verdund of verplaatst door de bloedstroom.
  • Radio-embolisatie: vergelijkbaar met chemo-embolisatie, maar waarbij een radioactieve stof in plaats van een chemotherapeuticum wordt toegediend.
  • Radiofrequente ablatie (RF-ablatie): vernietiging van tumorweefsel door verhitting met radiogolven.
  • Cryoablatie: vernietiging van tumorweefsel door middel van bevriezing.
  • HIFU (High Intensity Focused Ultrasound): vernietiging van tumorweefsel door verhitting met ultrasone geluidsgolven.

Diagnostiek en overige behandelingen

  • Biopsie
  • PTC (percutane transhepatische cholangiografie) en PTBD (biliaire drainage), eventueel met plaatsing van een biliaire stent
  • Drain plaatsing
  • Nefrostomie plaatsing
  • Percutane gastrostomie plaatsing
  • Jejunostomie plaatsing
  • Ossale interventies, zoals vertebroplastiek en percutane osteoplastiek
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.