Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen

Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen (BWV 48) is een religieuze cantate gecomponeerd door Johann Sebastian Bach.

Programma

De cantate is geschreven voor de negentiende zondag na Trinitatis en werd voor het eerst uitgevoerd op 3 oktober 1723. Zij valt onder de eerste cantatejaargang. Zie ook de cantatekalender.

De tekst van het openingskoor is ontleend aan het Bijbelboek Romeinen 7, vers 24 (Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?). Dit is een opvallende keuze, omdat Bach in zijn eerste jaar in Leipzig voor het openingskoor meestal een tekst uit het Oude Testament koos. Door de koorzang heen, spelen hobo's en trompet een koraalmelodie in canon-vorm.

Het eerste koraal (nummer 3) is in 1607 geschreven door Martin Rutilus, het tweede en laatste koraal door een anonieme tekstschrijver (rond 1620). De teksten van de tussenliggende aria's en recitatieven zijn afgeleid van de Bijbelteksten voor de negentiende zondag na Trinitatis (Matteüs 9 vers 1-8 en de Efeziërs 4, vers 22-28).

Tekst

  1. Koor: Ich elender Mensch
  2. Recitatief (alt): O Schmerz, o Elend
  3. Koraal (koor): Soll ja so sein
  4. Aria (alt): Ach lege das Sodom
  5. Recitatief (tenor): Hier aber tut des Heilands Hand
  6. Aria (tenor): Vergibt mir Jesus meine Sünden
  7. Koraal (koor): Herr Jesu Christ, einiger Trost

Muzikale bezetting

De cantate is geschreven voor koor, viool, hobo, trompet en basso continuo.

Toelichting

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.