Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen

De Hongaarse klinkerharmonie en verlagende stammen zijn van belang bij de vorming van de uitgangen voor naamvallen, bij de vervoeging van werkwoorden en bij de woordvorming.

Klinkerharmonie (vocaalharmonie) is de het verschijnsel dat het type klinkers in de woordstam en in de achtervoegsels (uitgangen) overeenstemmen volgens bepaalde regels. Het belangrijkste onderscheid is die in achter- en voorklinkers (deze laatste met of zonder lipronding)

De meeste Hongaarse woorden, zoals zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden en telwoorden, hebben een stabiele en onveranderlijke stam als er een uitgang achter wordt geplaatst. Als standaardregel wordt hiertoe ook de verlenging van de eindklinker van de stam gerekend van -a tot -á en van -e tot -é.

Voorbeeld: macska = kat, a macskának (datief, 3de naamval) = aan/voor de kat; a fekete = de zwarte, feketét(accusatief, 4de naamval) = de zwarte

Alternerende stammen zijn stammen die een andere vorm aannemen als en een uitgang achter geplaatst wordt, zoals een bezitsuitgang, een meervoudsuitgang of een naamvalsuitgang.

Voorbeelden: három = drie, hármat (accusatief) = drie, egér = muis, egerek (meervoud) = muizen; bokor = struik, bokrot (accusatief) = struik.

Verlagende stammen zijn stammen die, afgezien van de regels van de klinkerharmonie, ook invloed hebben op de keuze van de uitgangen, waardoor niet de standaarduitgangen gebruikt worden maar uitgangen met een verlaagde beginklinker. Het gaat hierbij om uitgangen met een niet-stabiele beginklinker. Zo zijn de bezitsuitgangen voor de eerste persoon enkelvoud ("mijn") standaard -om/-em/-öm, waar bij de keuze van de vorm het woord waarachter deze uitgang komt bepalend is, maar de vormen na verlagende stam zijn -am/-em. Iets vergelijkbaars geld voor de vorming van rangtelwoorden met behulp van de uitgangen -odik/-edik/-ödik; de verlaagde vormen zijn -adik/-edik.

Voorbeelden niet verlagend: barát = vriend, barátom = mijn vriend, bőrönd = koffer, bőröndök = koffers
Voorbeelden niet verlagend: fül = oor, fülem = mijn oor, orr = neus, orram = mijn neus, három = drie, harmadik = derde.

Er is een grote overlap tussen de groepen van de alternerende en de verlagende stammen: veel alternerende stammen zijn tevens verlagend, maar niet alle. Er zijn ook niet-alternerende, verlagende stammen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.