Hitte-eilandeffect

Het hitte-eilandeffect of urban heat island effect (UHI) is het fenomeen dat de temperatuur in een stedelijk gebied gemiddeld hoger is dan in het omliggende landelijk gebied. De belangrijkste oorzaken van het UHI zijn de absorptie van zonlicht door de in de stad aanwezige donkere materialen en de relatief lage windsnelheden. Door het UHI worden problemen tijdens hittegolven, zoals hittestress, verergerd. Bouwkundige maatregelen en meer groen in de stad verminderen het UHI.

Temperatuurprofiel boven een stad. In de stad is het tot 4°C warmer dan in het omringende landelijke gebied.

Oorzaken

Het temperatuurverschil tussen stad en omgeving kan oplopen tot 4°C, en is 's nachts het hoogst. Het verschil wordt veroorzaakt doordat:[1]

  • in steden meer zonlicht wordt geabsorbeerd dan in omliggende gebieden door de daar aanwezige, donkere materialen, zoals asfalt;
  • de afkoeling door straling lager is in de stad dan in het landelijk gebied;
  • er vermindering in warmteverlies van gebouwen is door lagere windsnelheden;
  • er warmte vrijkomt door menselijke activiteiten zoals verwarming, gemotoriseerd vervoer, airconditioning, fabrieken etc.;
  • er in steden 10 tot 20% minder verdamping plaatsvindt omdat ze grotendeels uit verhard oppervlak bestaan.

Het fenomeen dat het in een stad warmer is dan in het omliggende platteland is reeds lang bekend. In eerste instantie werd dit vooral toegeschreven aan het gebruik van brandstof in de stedelijke omgeving. De absorptie van warmte blijkt echter een belangrijkere rol te spelen. Er is weinig bekend over het UHI in Nederland. De situatie in Nederlandse steden is anders dan in de meeste andere landen, omdat er relatief veel water is en omdat de warmtecapaciteit van de Nederlandse huizen relatief laag is.[1][2]

Gevolgen

Door hoge temperaturen tijdens hittegolven neemt de arbeidsproductiviteit af en agressie toe.[1] Hittestress zorgt voor een toename van de morbiditeit en mortaliteit. Het leidt er ook toe dat het asfalt minder lang mee gaat. Bij daken voorzien van een lichtgekleurd grind blijkt dat de dakbedekking langer mee gaat.

Maatregelen

Nieuwe huizenblokken kunnen zodanig gebouwd worden dat de wind warmte beter kan meevoeren. Huizen kunnen zodanig worden ontworpen of worden aangepast dat natuurlijke ventilatie wordt bevorderd. Door bijvoorbeeld veranda's en zonneschermen kan de hitte worden buiten gehouden zonder dat airconditioning nodig is. Airconditioning zorgt voor meer hitte op straat en kost veel elektriciteit, terwijl tijdens hittegolven elektriciteit schaars kan worden door gebrek aan koelwater voor elektriciteitscentrales.

In steden staan relatief weinig bomen. Bomen hebben een verkoelend effect: de temperatuur onder de bomen is lager door de schaduwvorming en bomen absorberen minder zonlicht dan bijvoorbeeld asfalt. Bomen hebben ook een positief effect op de waterhuishouding en de luchtkwaliteit.

Andere maatregelen om het hitte-eilandeffect te verminderen zijn de aanleg van groene daktuinen en groene gevels, en het gebruik van wegdekken die minder warmte absorberen.[1]

Klimaatverandering

De klimaatscenario's van het KNMI geven aan dat de gemiddelde temperatuur in de zomer 0,9 tot 2,8 graden warmer zal zijn in 2050 ten opzichte van 1990. Hittegolven zullen vaker voorkomen en langer duren. De relatief hoge temperaturen in de stedelijke gebieden zijn een lokaal effect. De bijdrage ervan aan de opwarming van de Aarde is klein. Een hogere temperatuur heeft ook een indirect effect doordat er minder verwarmd of meer gekoeld moet worden; hierdoor wordt er minder of meer van het broeikasgas CO2 uitgestoten. Het is niet duidelijk hoe de balans daarvan uitvalt.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.