Hendrick Motorsports

Hendrick Motorsports is een Amerikaans raceteam dat actief is in de NASCAR Sprint Cup. Het werd in 1984 opgericht door Rick Hendrick. Het team won tot nog toe tien titels in de Sprint Cup en drie titels in de Camping World Truck Series, telkens bij de rijders en de constructeurs en won één titel bij de rijders in de Nationwide Series.

Hendrick Motorsports
Jimmie Johnsons Chevrolet uit 2008.
Jaren actief1984 - heden
BasisConcord, North Carolina
DisciplineNASCAR Sprint Cup
EigenaarRick Hendrick
Huidige coureurs
Jimmie Johnson
Dale Earnhardt jr.
Jeff Gordon
Kasey Kahne
www.hendrickmotorsports.com
Portaal    Sport
Autosport

Het team staat in 2014 met vier rijders aan de start van het kampioenschap, huidig kampioen Jimmie Johnson, Dale Earnhardt jr., voormalig kampioen Jeff Gordon en Kasey Kahne. De operaties worden geleid vanuit het Hendrick Motorsports complex in Concord. Ongeveer vijfhonderd medewerkers zijn tewerkgesteld in het complex. Het team neemt deel aan het kampioenschap met de Chevrolet Impala, sinds 2007 ontwikkeld naar het ontwerp van de Car of Tomorrow.

Sprint Cup

Auto #5

Hendrick Motorsports debuteerde in 1984 met rijder Geoff Bodine in wagen #5. Hij won de races op de Martinsville Speedway, Nashville Speedway en de afsluitende race van het jaar op de Riverside International Raceway en eindigde op de negende plaats in het kampioenschap. Bodine werd in 1989 zesde in de eindstand maar kon het aantal overwinningen die hij behaalde in het eerste jaar niet meer verbeteren en vertrok eind 1989 naar het team van Junior Johnson. In de periode 1990-1993 reed Ricky Rudd de auto. Hij won telkens één race elk jaar en werd vice-kampioen in 1991. In 1994 werd Terry Labonte, die de Sprint Cup in 1984 had gewonnen, de rijder van de auto. Hij won in zijn eerste seizoen bij Hendrick Motorsports drie races. Twee jaar later won hij zijn tweede titel met overwinningen op de North Wilkesboro Speedway en de Charlotte Motor Speedway dat jaar en versloeg daarmee zijn teamgenoot Jeff Gordon die vice-kampioen werd. Labonte bleef tien jaar rijden in wagen #5 tot hij eind 2004 aankondigde parttime te gaan deelnemen aan het kampioenschap. Hij reed in 2005 en 2006 in wagen #44 deeltijds in het kampioenschap en werd in wagen #5 in 2005 vervangen door Kyle Busch, die een jaar eerder zes races gereden had in auto #84. Busch won in zijn debuutseizoen in de #5 de races op de California Speedway en de Phoenix International Raceway en werd rookie of the year. In 2008 maakte Busch de overstap naar Joe Gibbs Racing en werd hij vervangen door Casey Mears, die slechts één jaar bleef nadat in de helft van het seizoen bekend werd gemaakt dat viervoudig vice-kampioen Mark Martin in 2009 de auto zou gaan besturen. De dan inmiddels vijftigjarige veteraan kwam naar Hendrick Motorsports in een poging om een eerste titel te winnen. Hij kwalificeerde zich voor de Chase for the Championship maar moest de titel laten aan teamgenoot Jimmie Johnson en werd zo een vijfde keer vice-kampioen. Martin reed in 2010 een tweede seizoen in de #5 wagen maar kon geen races winnen dat jaar.

Resultaten auto #5

JaarAutoCoureurRacesOverwinningenPolesTop 5Top 10Eindrangschikking
1984#5Geoff Bodine30337149
1985#5Geoff Bodine280310145
1986#5Geoff Bodine292810158
1987#5Geoff Bodine290231013
1988#5Geoff Bodine291310166
1989#5Geoff Bodine29139119
1990#5Ricky Rudd29128157
1991#5Ricky Rudd29119172
1992#5Ricky Rudd29119187
1993#5Ricky Rudd301091410
1994#5Terry Labonte31306147
1995#5Terry Labonte313114176
1996#5Terry Labonte312421241
1997#5Terry Labonte32108206
1998#5Terry Labonte33105159
1999#5Terry Labonte34101712
2000#5Terry Labonte32013617
2000#5Todd Bodine1000049
2000#5Ron Hornaday Jr.1000061
2001#5Terry Labonte36001323
2002#5Terry Labonte36001424
2003#5Terry Labonte36114910
2004#5Terry Labonte36000626
2005#5Kyle Busch362191320
2006#5Kyle Busch3611101810
2007#5Kyle Busch361011205
2008#5Casey Mears36001620
2009#5Mark Martin365714212
2010#5Mark Martin360171113
2011#5Mark Martin360221022
2012#5Kasey Kahne362411184
2013#5Kasey Kahne3620111412
Totaal9843649224401

[1]

Auto #24

Jeff Gordons #24 Chevrolet in 2007.

Jeff Gordon debuteerde in 1992 eenmalig in de Winston Cup op de Atlanta Motor Speedway. Vanaf 1993 reed hij zijn eerste volledige seizoen en werd rookie of the year. Een jaar later won hij zijn eerste races, op de Charlotte Motor Speedway en de allereerste Brickyard 400, die hij later in zijn carrière nog drie keer zou gaan winnen. Het grote succes kwam er in de periode 1995-1998. Hij won tijdens deze vier kampioenschappen veertig races, werd drie keer kampioen en moest slechts in 1996 zijn teamgenoot Terry Labonte voor laten gaan in de eindstand. In de periode 1999-2000 won hij tien races en werd respectievelijk zesde en negende in de eindstand. Tijdens de race op de Talladega Superspeedway in 2000 won hij met zijn #24 voor de vijftigste keer en in Winson/Sprint Cup. In 2001 veroverde hij zijn vierde titel met zes overwinningen dat jaar, wat het totaal aantal titels voor Hendrick Motorsports tot dan op vijf bracht. In de jaren die volgde werd hij nog een keer vice-kampioen en eindigde hij twee keer op de derde plaats in het kampioenschap. Gordon startte in 2010 zijn negentiende seizoen in wagen #24 voor Hendrick Motorsports.

Resultaten auto #24

JaarAutoCoureurRacesOverwinningenPolesTop 5Top 10Eindrangschikking
1992#24Jeff Gordon1000079
1993#24Jeff Gordon300171114
1994#24Jeff Gordon31217148
1995#24Jeff Gordon317817231
1996#24Jeff Gordon3110521242
1997#24Jeff Gordon3210122231
1998#24Jeff Gordon3313726281
1999#24Jeff Gordon347718216
2000#24Jeff Gordon343311229
2001#24Jeff Gordon366618241
2002#24Jeff Gordon363313204
2003#24Jeff Gordon363415204
2004#24Jeff Gordon365616253
2005#24Jeff Gordon364281411
2006#24Jeff Gordon362214186
2007#24Jeff Gordon366721302
2008#24Jeff Gordon360413197
2009#24Jeff Gordon361116243
2010#24Jeff Gordon360111179
2011#24Jeff Gordon363113188
2012#24Jeff Gordon3622111810
2013#24Jeff Gordon36128176
Totaal7258874306431

[2]

Auto #48

Auto #48 debuteerde met Jimmie Johnson in 2001. Vanaf 2002 reed hij de Cup voltijds en won in zijn eerste seizoen de races op de California Speedway en de twee races op de Dover International Speedway. In 2003 en 2004 werd hij vice-kampioen achter respectievelijk Matt Kenseth en Kurt Busch. Het grote succes kwam er vanaf 2006 toen hij de inmiddels ingevoerde Chase for the Championship in de periode 2006-2010 vijf keer won en de eerste coureur werd die het kampioenschap in 2009 vier keer en in 2010 vijf keer op rij kon winnen. Met zijn titels zette hij het aantal gewonnen titels voor het team op tien na de titel van Terry Labonte uit 1996 en de vier titels die Jeff Gordon in de periode 1995-2001 behaalde bij het team. In 2013 won hij het kampioenschap voor een zesde keer.

Resultaten auto #48

JaarAutoCoureurRacesOverwinningenPolesTop 5Top 10Eindrangschikking
2001#48Jimmie Johnson3000052
2002#48Jimmie Johnson36346215
2003#48Jimmie Johnson363214202
2004#48Jimmie Johnson368120232
2005#48Jimmie Johnson364113225
2006#48Jimmie Johnson365113241
2007#48Jimmie Johnson3610420241
2008#48Jimmie Johnson367615221
2009#48Jimmie Johnson367416241
2010#48Jimmie Johnson366217231
2011#48Jimmie Johnson362014216
2012#48Jimmie Johnson365418243
2013#48Jimmie Johnson366316241
Totaal4356632182262

[3]

Auto #25-50-88

Huidig wagen #88 startte onder het nummer #25 in 1986 en zou deze volgnummer houden tot 2007 met uitzondering van 1999 toen het startnummer 50 op de auto prijkte. Tim Richmond won tijdens het eerste jaar in 1986 zeven races en finishte derde in de eindstand, tot op vandaag de beste prestatie van de nummer 25. In 2008 werd Dale Earnhardt jr. de nieuwe rijder bij het team nadat het team van zijn vader Dale Earnhardt, die in 2001 overleed ophield te bestaan. De #25 werd omgedoopt tot de #88. Tijdens zijn eerste seizoen bij Hendrick Motorsports won hij de race op de Michigan International Speedway en eindigde hij op de twaalfde plaats in de eindstand. In 2009 kon hij geen enkele overwinning boeken. In 2010 startte Earnhardt zijn derde seizoen met een tweede plaats in de Daytona 500.

Resultaten auto #25-50-88

JaarAutoCoureurRacesOverwinningenPolesTop 5Top 10Eindrangschikking
1986#25Tim Richmond297813173
1987#25Tim Richmond8213436
1987#25Rick Hendrick10000107
1988#25Ken Schrader29124175
1989#25Ken Schrader291410145
1990#25Ken Schrader290371410
1991#25Ken Schrader292010189
1992#25Ken Schrader290141117
1993#25Ken Schrader30069159
1994#25Ken Schrader31009184
1995#25Ken Schrader310121017
1996#25Ken Schrader310031012
1997#25Ricky Craven30004719
1997#25Todd Bodine1000052
1997#25Jack Sprague1000068
1998#50Ricky Craven8010146
1998#50Wally Dallenbach Jr.16000338
1998#50Randy LaJoie9001349
1999#25Wally Dallenbach Jr.34001618
2000#25Jerry Nadeau34103520
2001#25Jerry Nadeau360041017
2002#25Jerry Nadeau11000137
2002#25Joe Nemechek25003334
2003#25Joe Nemechek32102525
2003#25Brian Vickers4000049
2004#25Brian Vickers36020425
2005#25Brian Vickers360151017
2006#25Brian Vickers36115915
2007#25Casey Mears361151015
2008#88Dale Earnhardt jr.3611101612
2009#88Dale Earnhardt jr.36002526
2010#88Dale Earnhardt jr.36013821
2011#88Dale Earnhardt jr.36014127
2012#88Dale Earnhardt jr.3411101912
2012#88Regan Smith2000124
2013#88Dale Earnhardt jr.360210225
Totaal8141838139280

[1]

Auto's met andere startnummers

Overzicht van auto's met andere startnummers ingezet door het team. Darrell Waltrip boekte met auto #17 negen overwinningen in de periode 1987-1989 en eindigde twee keer op de vierde plaats in de eindstand tijdens deze periode.

  • # 1, Dick Brooks, 1 race, 1985
  • # 2, Brett Bodine, 1 race, 1986
  • # 17, Darrell Waltrip, Jimmy Horton, Greg Sacks, Sarel van der Merwe, 116 races, 9 overwinningen 1987-1990
  • # 18, Rick Hendrick, Tommy Kendall, ,Stan Barrett ,Greg Sacks, 15 races, 1988-1990
  • # 25, Brad Keselowski, 9 races, 2008-2009
  • # 35, Benny Parsons, 29 races, 1987
  • # 42, Kyle Petty, 1 race, 1990
  • # 44, Terry Labonte, 19 races, 2005-2006
  • # 46, Greg Sacks, Al Unser Jr., 3 races, 1989-1993
  • # 47, Rob Moroso, 1 race, 1988
  • # 51, Jim Fitzgerald, Bobby Hamilton, Hut Stricklin, 3 races, 1987-1990
  • # 58, Jeff Purvis, 1 race, 1995
  • # 60, David Green, Brian Vickers, 3 races, 2002-2003
  • # 68, Hut Stricklin, 1 race, 1990
  • # 84, Kyle Busch, 6 races, 2004

Nationwide Series en Truck Series

Ricky Hendricks wagen uit 2002

Nationwide Series

Hendrick Motorsports startte in 2001 in de toenmalige Busch Series met rijder Ricky Hendrick, zoon van teameigenaar Rick Hendrick. Brian Vickers won in 2003 drie races en de enige titel en de series voor het team bij de rijders. In 2008 fuseerde het team met JR Motorsports, het team van Dale Earnhardt jr. Earnhardt bleef aan de slag in de Sprint Cup voor Hendrick Motorsports en reed parttime in de Nationwide Series voor het eigen JR Motorsports, zoals het gefuseerde team voortaan zou heten. In 2010 maakte IndyCar Series-coureur Danica Patrick haar debuut bij dit team. Ze zal parttime aan de slag zijn in de Nationwide Series.

Truck Series

Het team won drie titels in de Camping World Truck Series met rijder Jack Sprague die de titel in 1997, 1999 en 2001 won. Ook de contructeurstitel werd tijdens deze periode drie keer gewonnen. Daarna sloot het team zijn periode in de Truck Series af om zich te concentreren op de twee andere NASCAR-competities.

Vliegramp

#25 wagen uit 2004.

Het jaar 2004 werd een catastrofaal jaar voor de entourage van het team toen op 24 oktober 2004 het privévliegtuig van Hendrick Motorsports neerstortte dat op weg was van Concord naar Martinsville waarbij de tien personen die aan boord waren om het leven kwamen.[4] Slachtoffers van de vliegramp waren Rick Hendricks zoon Ricky Hendrick, Ricks broer John Hendrick en diens tweeling Kimberly en Jennifer, Jeff Turner, manager van het team, Randy Dorton, hoofdverantwoordelijke van het motorenbouwers, Joe Jackson van DuPont en drie piloten, Richard Tracy, Elizabeth Morrisonen en Scott Lathram.

Later die dag werd de Subway 500 gereden op de Martinsville Speedway die gewonnen werd door Hendrick Motorsports-coureur Jimmie Johnson. De rijders werden pas na de race ingelicht over het drama. Tijdens de rest van het seizoen prijkte de foto's van de tien slachtoffers op de motorkap van de racewagens van het team met de tekst "Always in our hearts". (zie foto)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.