Haman

Haman (afgeleid van een Perzische term die "magnifieke" betekent, in het Hebreeuws הָמָן, "lawaai", "geschreeuw"), ook Haman de Agagiet המן האגגי of Haman de slechte המן הרשע genoemd, is een persoon in de Hebreeuwse Bijbel. In Ester was hij de tweede man (eerste minister) achter de Perzische koning Ahasveros (waarvan algemeen aangenomen wordt dat dit Xerxes I is, die regeerde van 486 tot 465 v.Chr.).

Straf van Haman door Michelangelo

Haman in de Bijbel

In Ester is Haman de schurk. Hij is de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag, de koning van de Amalekieten die door koning Saul werd verslagen. De Septuagint gebruikt niet de term Agagiet, maar Βουγαῖος (Bougaios), vertaald als "bullebak" of "praalhans". Over het algemeen wordt aangenomen dat de oorspronkelijke term een bijnaam aanduidde en niet een afkomst van Agag.[1]

In het verhaal bereidt Haman de moord voor op alle Joden die in het Perzische rijk woonden omdat de Jood Mordechai niet voor hem wilde buigen. Hij overreedt koning Ahasveros een wet te tekenen waarin wordt bepaald dat alle Joden op een bepaalde dag mogen worden gedood. Het plan van Haman wordt echter gedwarsboomd door koningin Ester, de Joodse vrouw van koning Ahasveros. Haman en zijn zonen worden ter dood gebracht (opgehangen of gespietst, afhankelijk van de vertaling) aan de paal die ze hadden opgericht om Mordechai ter dood te brengen.

Poerimfeest

De overwinning van Ester op Haman wordt nog steeds gevierd in het Joodse poerimfeest. Daarbij worden symbolisch de oren van Haman gegeten. Deze Hamansoren zijn grote plakken knapperig gefrituurd beslag. Het boek Ester wordt voorgelezen en elke keer als Haman wordt genoemd, wordt dat door de luisteraars (vooral de kinderen) begeleid door afkeurend lawaai.

Haman in de Islam

In de Koran is Haman (Arabisch هامان, uitspraak: hāmān) een belangrijk persoon aan het hof van de farao in de tijd van de profeet Musa (Mozes). De naam Haman komt in totaal zes keer voor in de Koran.[2]

Toen God Mozes naar farao stuurde om hem tot het monotheïsme uit te nodigen, werd er door Haman en de farao spot met hem gedreven en werden de Joden gestraft. Hij werd uitgemaakt voor een leugenaar en een tovenaar. Zij weigerden gehoor te geven aan de oproep zich te bekeren tot monotheïsme en de Israëlieten vrij te laten. De farao gaf opdracht aan Haman om een hoge toren te bouwen, zodat hij naar de God van Mozes kon klimmen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.