Graafschap Duras

Het graafschap Duras was een klein graafschap dat zich bevond in het zuidwesten van de huidige Belgische provincie Limburg. Het was gelegen tussen het graafschap Loon en het hertogdom Brabant en als zodanig dus vaak omstreden. Het ontwikkelde zich gedurende de 11e en 12e eeuw op het grondgebied van het voormalige graafschap Haspinga dat als zodanig ophield te bestaan.

Graafschap Duras
Zelfstandig graafschap
  11/12e eeuw  1203  
Algemene gegevens
HoofdstadDuras
TalenOudnederlands
Religie(s)Rooms-katholiek
Regering
RegeringsvormGraafschap
StaatshoofdGraaf

De hoofdplaats van dit graafschap was Duras, een plaats die nabij Sint-Truiden is gelegen. De graven waren woonachtig in Kasteel Duras.

De oudste vermelding van het graafschap dateert van 1024, en in 1203 verloor het zijn zelfstandigheid en werd het een leen van het graafschap Loon.

De graven van Duras waren beschermheren van de Abdij van Sint-Truiden en schonken diverse bezittingen aan deze abdij.

Graven van Duras

De gegevens omtrent de eerste graven van Duras zijn niet erg volledig.

Een document van 12 november 1023 maakt melding van een schenking door Herlinde, weduwe van een verder onbekende graaf van Duras. Haar kinderen waren Adelbert, Godfried en Giselbert. De eerste kreeg een kerkelijke functie in Metz waaruit men wel concludeert dat het een zoon uit een eerder huwelijk is geweest. De twee andere kinderen worden in hetzelfde document genoemd als Graaf van Duras.

Van Giselbert is een dochter bekend, Oda van Duras. De moeder van Oda is niet bekend. Oda trouwde met Otto van Loon, broer van Emmo van Loon (Otto frater Emmonis). Het echtpaar had twee kinderen: Giselbert van Duras (? - 1138) en Bovo van Duras. Otto heeft de kapittelkerk in Alem gesticht, waar de heilige Odrada begraven ligt en die in 1107 in een document werd genoemd. De graven van Duras hadden meerdere bezittingen in deze streek, die ze aan

Giselbert van Duras trouwde met Gertrudis, waarvan de ouders onbekend zijn en die in 1114 in de Abdij van Sint-Truiden werd begraven. Dit echtpaar had zeven kinderen en wel: Otto II, Conon, Giselbert, Gerard, Thierry, Bruno en een dochter waarvan de naam onbekend is. Zijn tweede vrouw was Oda van Chiny, die een zoon was van Otto II van Chiny en Alix van Namen.

Otto II van Duras (? - 1147) was de oudste zoon van Giselbert en Gertrudis. Hij trouwde met Bertha van Ribemont, die dochter was van Godfried II van Ribemont, heer van Bouchain, en Jolanda van Geldern. Het echtpaar had een dochter, Juliana van Duras. Otto II werd begraven in de abdij van Sint-Truiden.

Juliana van Duras (? - 1164) was erfdochter van Duras, en ze trouwde met graaf Godfried van Montaigu en Clermont, en daarna met Enguerrand van Orbais. Gilles, zoon van Juliana en Godfried, bezorgde het graafschap Duras aan Gerard van Loon (1190).[1] In 1193 liet prins-bisschop Simon van Luik het graafschap Duras over aan Hendrik I van Brabant die het op zijn beurt in leen gaf aan Gerard van Loon; deze constructie was het gevolg van het Brabant-vriendelijk beleid van prins-bisschop Simon.[2]

In 1203 werd het graafschap Duras een leen van het graafschap Loon, dit door toedoen van Hugo II van Pierrepont, prins-bisschop van Luik.

In 1328 kwam het graafschap in handen van de familie Neufchâteau; in 1427 in handen van de familie d'Oyenbrugge van Coolhem, en in 1705 in handen van de familie Van der Noot. Deze was het die van 1787-1789 het huidige Kasteel Duras liet bouwen. Later hebben ook de families d'Oultremont de Duras en de Liedekerke in dit kasteel gewoond.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.