George Hendrik Witte

George Hendrik Witte (Utrecht, 16 november 1843Essen (Noordrijn-Westfalen), 3 februari 1929) was een Nederlands componist en muziekpedagoog.

George Hendrik Witte
BijnaamGeorg Hendrik Witte
Geboren16 november 1843
Overleden3 februari 1929
Land Nederland/ Duitsland
Nevenberoepmuziekpedagoog
Portaal    Muziek

Achtergrond

Hij werd geboren in het gezin van kerkorgelbouwer Christian Gottlieb Friedrich Witte en Dorothea Antoinette Lagers (1810-1884) :

  • Johan Frederik Witte (1840-1902)
  • Georg Hendrik Witte I (1842-1842)
  • George Hendrik Witte II (1843-1929)
  • Johann Christiaan Witte (1845-1909)
  • Rudolf Witte I (1847-1847)
  • Rudolph Witte II (1850-1905)

Hijzelf huwde in 1874 in Essen met Maria Elbers (1852-1891), dochter van een jurist. Zij kregen een dochter Johanna, die binnen een maand stierf. Hij hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw in 1892 met Gertrud Breidbach (1868-1951). Samen kregen zij drie kinderen, ingenieur Hermann Witte (1893-1965), jurist Oskar Witte (1895-1990) en vrouw van bankdirecteur Marianne Witte (1897-1977). George Hendrik Witte stierf aan een bronchitis. In 1930 hernoemde de gemeente Essen de Gärtnerstraße naar de Wittestraße, die tegenwoordig Hendrik-Wittestraße heet.

Muziek

G.H. Witte kreeg muzieklessen aan de Koninklijke Muziekschool in Den Haag van Willem Nicolaï (orgel, compositie) en Charles van der Does (piano). Hij mocht vervolgens voor zijn educatie naar het Leipziger Conservatorium der Musik, waar zijn docenten Ignaz Moscheles, Carl Reinecke, Moritz Hauptmann en Ernst Friedrich Richter waren. Daar was hij ook enige tijd dirigent van een plaatselijke muziekvereniging. Hij verliet Duitsland even in verband met de Frans-Duitse Oorlog van 1870. In 1871 begon hij op voorspraak van Carl Reinecke les te geven in Essen, (Essener Musikverein) alwaar hij benoemd werd tot professor muziek (1905), nadat hij al eerder was benoemd tot Königlicher Musikdirector (1883). In 1904 kwam er mede dankzij zijn inspanningen een concertgebouw aldaar. In 1910 trok hij zich uit de actieve muziekwereld terug. Hij werd opgevolgd door Hermann Abendroth.

Op 4 februari 1930 werd een in memoriamconcert gegeven in Rotterdam, waarbij Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms (lievelingscomponist van Witte) en het Vioolconcert van Witte werden uitgevoerd. De solist was Anton Schoenmaker.

Werklijst

  • opus 1: Walsen voor piano, opgedragen aan Anna Mehlig
  • opus 2: Drie stukken voor piano vierhandig, opgedragen aan Clara Schumann
  • opus 3: Walsen voor piano, opgedragen aan Charles van der Does
  • opus 4: Vier impromptus, opgedragen aan Ignaz Moscheles
  • opus 5: Pianokwartet, bekroond door een muziekinstituut in Florence, opgedragen aan Carl Reinecke
  • opus 6: Vijf liederen; opgedragen aan Joseph Schild
  • opus 7: Walsen voor piano vierhandig, opgedragen aan Johannes Brahms
  • opus 8: Sonatine voor piano vierhandig
  • opus 9: verloren
  • opus 10: Drie liederen voor een zangstem; opgedragen aan Ida Eichhoff
  • opus 11: Twee karakterstukken
  • opus 12: Concert voor cello en orkest
  • opus 13: Twee karakterstukken, opgedragen aan Carl Heymann
  • opus 14: Drie stukken voor cello en piano, opgedragen aan W.F.G. Nicolai
  • opus 15: Sonate voor cello en piano, opgedragen aan Adolf Fischer
  • opus 16: Elegie voor viool en orkest of piano, opgedragen aan Joseph Joachim
  • opus 17: An die Sonne, lied op tekst van Paul Heyse “Dem Andenken einer Theueren Entschlafenen gewidmet”, voor gemengd koor met orkest of piano; premiere in Keulen
  • opus 18: Vioolconcert in D majeur
  • hoornkwintet
  • Nachts
  • Avondlied
  • Feestmars voor piano vierhandig, voor feest op 13 december 1881
  • Het Evangelisch Koraalboek
  • een concertouverture, uitgevoerd op 14 juli 1874 (verloren gegaan)
  • 34 etuden van Cramer
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.