Fusillade
Een fusillade is het voltrekken van de doodstraf waarbij de uitvoering geschiedt met een vuurwapen.[1] De methode is vooral bekend uit oorlogstijden, onder meer als straf voor spionnen.
Vuurpeloton
Een vuurpeloton is een groep mensen (meestal aangewezen soldaten) die tegelijkertijd op commando op een ter dood veroordeelde schieten.
Soms wordt een van de geweren, die worden uitgedeeld, met een losse flodder geladen. Dit heeft zowel een juridische als een psychologische reden. Juridisch is het moeilijk een lid van een vuurpeleton te vervolgen omdat dit lid zich kan verweren met het feit dat misschien juist hij met de losse flodder heeft geschoten. De psychologische reden is dat het makkelijker zou zijn voor de leden van het vuurpeloton om deel te nemen, omdat ieder lid de kans heeft naderhand te geloven dat hij niet een dodelijk schot heeft afgevuurd. Nu is het wel zo dat een ervaren schutter het verschil kan voelen tussen de terugslag van een echte kogel en een losse flodder (die van een losse flodder is veel minder krachtig), maar in de praktijk blijkt dat er een sterke psychologische druk is om geen aandacht te besteden aan de terugslag. Veel leden van een vuurpeloton blijken bovendien naderhand de terugslag als niet krachtig te hebben ervaren.
Fusillade in verschillende landen
Nederland
De zaak Chris Meijer was in Nederland een geval waarin een persoon voor het vuurpeloton belandde met als aanklacht desertie. Nederland legde na de Tweede Wereldoorlog 154 personen een doodstraf op. Hiervan werden 39 straffen daadwerkelijk voltrokken, de laatste in 1952. Sinds 1983 kan in Nederland geen doodstraf meer worden opgelegd; in de Nederlandse Grondwet werd toen bepaald dat deze straf niet kan worden opgelegd.[2]
In de Tweede Wereldoorlog fusilleerde de Duitse bezettingsmacht in Nederland mensen van het verzet, onder andere op de Waalsdorpervlakte, 's-Gravenhage, in Kamp Amersfoort te Leusden, Snipperling (Twentol-drama) in Deventer, Overveen, Fusilladeplaats Vught en op het Weteringplantsoen in Amsterdam. Ook werden talloze burgers gefusilleerd als represaille voor verzetsdaden. Er zijn toen vermoedelijk meer dan 3000 Nederlanders gefusilleerd.
Na de Tweede Wereldoorlog werden in Nederlands-Indië door Nederlandse militairen zoals Westerling en Vermeulen duizenden standrechtelijke executies uitgevoerd op terreurzaaiende bendes, guerrillastrijders en de burgerbevolking (Zuid-Celebes-affaire).
Verenigde Staten
In de Amerikaanse staten Oklahoma en Utah maakt men nog gebruik van het vuurpeloton. In Utah kan de keuze bewust gemaakt worden, in Oklahoma is dat echter alleen een optie als andere executiemiddelen niet blijken te werken. Een bekend geval is de executie van Gary Gilmore, de eerste executie na de opschorting van de doodstraf tussen 1967 en 1976. Op 17 januari 1977 schoten vijf mensen (waarvan één met een losse flodder) op Gilmore die op 6 meter afstand vastgebonden zat op een stoel. Sinds de executie van Gilmore is het vuurpeloton nog tweemaal in Utah gebruikt. De ter dood veroordeelde Ronnie Lee Gardner heeft op 23 april 2010 de keuze gemaakt om gedood te worden door een vuurpeloton, welke executie vervolgens ook op deze wijze is voltrokken.
Andere landen
Ook in andere landen wordt of werd het fusilleren van veroordeelden regelmatig toegepast. In sommige landen (vooral in Zuidoost-Azië) wordt een veroordeelde doodgeschoten met behulp van een machinegeweer. In China worden veel doodvonnissen voltrokken door een enkel schot in het achterhoofd.
Enkele personen die zijn gefusilleerd
- Chris Soumokil op 12 april 1966 in Indonesië op het Molukse eiland Obi
- Joachim Murat op 13 oktober 1815 in Pizzo, Italië
- Agustín de Iturbide op 19 juli 1824 in Tampico
- Maximiliaan van Mexico op 19 juni 1867 in Santiago de Querétaro
- Edith Cavell op 12 oktober 1915 in Brussel
- Mata Hari op 15 oktober 1917 in Vincennes
- Benito Mussolini op 28 april 1945 nabij het Comomeer, Italië.
- Nicolae en Elena Ceaușescu op 25 december 1989 in Târgoviște, Roemenië
- Ang Kiem Soei op 18 januari 2015 in Indonesië op het eiland Nusakambangan
Verzetsstrijders tijdens de Duitse bezetting
- Gabrielle Petit op 1 april 1916 te Schaarbeek
- Marinus Louis Bolk op 23 februari 1942 op de Waalsdorpervlakte
- Jan van Straelen op 8 augustus 1943 op de Leusderheide
- Kees Schalker op 12 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte
- Ko Beuzemaker op 12 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte
- Kees Dutilh op 24 februari 1944 te Utrecht
- Wim Beerman op 6 juni 1944 in de duinen bij Overveen
- Johannes Post op 16 juli 1944 in de duinen bij Overveen
- Jan Postma op 23 juli 1944 te Vught
- Theo Dobbe op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) in Dieren
- Marinus Post op 17 november 1944 te Alkmaar
- Hendrik van Brenk op 17 december 1944 te Wormerveer
- Jan de Rooij op 6 januari 1945 te Amsterdam
- Walraven van Hall op 12 februari 1945 te Haarlem
- Arie den Toom op 3 april 1945 te Rotterdam
- Hannie Schaft op 17 april 1945 te Bloemendaal
Oorlogsmisdadigers na de bezetting
- August Borms op 12 april 1946 te Etterbeek bij Brussel
- Anton Mussert op 7 mei 1946 op de Waalsdorpervlakte
- Hanns Albin Rauter op 25 maart 1949 op de Waalsdorpervlakte
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties |
Zie de categorie Firing squad van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |