Franse en Indiaanse Oorlog

De Franse en Indiaanse Oorlog, ook bekend als Fransen- en Indianenoorlog (Engels: French and Indian War) of Fransindiaanse oorlog, is de Amerikaanse benaming voor het deel van de Zevenjarige Oorlog waarvan het strijdtoneel in Amerika lag. Het was daar de vierde in een serie van koloniale oorlogen tussen de Fransen en de Britten die bekendstaan als de Franse en Indiaanse oorlogen. De verhouding was ongeveer 60 000 Fransen tegen 2 miljoen Engelse kolonisten, vandaar dat de Fransen genoodzaakt waren om zich te verenigen met de lokale bevolking: de indianen.

Franse en indiaanse oorlog
Onderdeel van de Zevenjarige Oorlog,
Franse en Indiaanse oorlogen
Franse aanval in Newfoundland
Datum1754-1763
LocatieOostkust van Noord-Amerika
ResultaatBritse Overwinning,
Vrede van Parijs
Territoriale
veranderingen
Nieuw-Frankrijk ten oosten van de Mississippi naar het koninkrijk Groot-Brittannië, Nieuw-Frankrijk ten westen van de Mississippi naar het koninkrijk Spanje, Spaans Florida naar Groot-Brittannië
Strijdende partijen
Frankrijk Koninkrijk Groot-Brittannië
Iroqoisconfederatie

Deze oorlog was het begin van de Zevenjarige Oorlog en begon in 1754 met een discussie tussen de Engelse en Franse kolonisten over de plaatsing van het Fort Duquesne. De nieuwe generaal-majoor Edward Braddock startte een expeditie tegen de Fransen en hun indiaanse bondgenoten. Edward Braddock werd verpletterend verslagen in de Slag bij Monongahela (1755) . De oorlog verliep in de eerste jaren rampzalig voor de Britten omdat deze niet waren ingesteld op een oorlog in de Noord-Amerikaanse wouden en omdat ze over te weinig goed geoefende troepen beschikten. De indiaanse bondgenoten beschikten over soldaten die wel bekend waren met lichte infanterie-tactieken. Bovendien raakten de Britse generaals na elke tegenslag dusdanig in paniek dat ze zich meteen terugtrokken in hun forten.

De bekendste belegering is die van het Fort William Henry, dat in 1757 door de Fransen werd ingenomen. De belegering is bekend geworden door het boek The Last of the Mohicans, dat ook is verfilmd. De overwonnen Britten mochten zich terugtrekken maar werden op hun terugtocht keer op keer door de wraakzuchtige indianen aangevallen.

1758, in Europa komen twee nieuwe spelers op het toneel. Etienne François de Choiseul, staatssecretaris onder Lodewijk XV van Frankrijk, voorstander van de oorlog op het continent en William Pitt de Oudere, staatssecretaris onder George II van Groot-Brittannië, voorstander voor het sturen van bijkomende troepen naar Noord-Amerika.

Er verscheen een andere Britse generaal ten tonele, de jonge officier James Wolfe. Vastbesloten om de Fransen definitief te verdrijven begon hij een agressieve campagne. In 1758 was hij betrokken bij de verovering van de vestingstad Louisbourg. Uiteindelijk wist hij het Franse leger in 1759 definitief te verslaan in de Slag om Quebec. In 1760 gaven de Fransen zich over, in 1763 werden bij de vredesbesprekingen (Vrede van Hubertusburg) de koloniën definitief aan de Britten toegewezen.

In 1763 organiseerde Odaawaa-hoofdman Pontiac een aantal inheemse volkeren in een verbond met als doel de Britten te verdrijven. Echter, na wat aanvankelijke successen bloedde de opstand, die bekend werd als Pontiac's Rebellion, dood en verspreidden de stammen zich in 1764 weer. Pontiac werd vermoord. De opstand was geen succes geweest maar gaf wel aan dat de vrede in Noord-Amerika erg broos was. De vele gevechten hadden de indiaanse stammen veel mensen gekost, en deze klappen kwamen de kleine gemeenschappen, in tegenstelling tot de opbloeiende blanke gemeenschappen, maar moeilijk te boven.

Zie ook

Zie de categorie French and Indian War van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.