Francis Blanche

Francis-Jean Blanche (Parijs, 20 juli 1921 – Parijs, 6 juli 1974) was een Frans veelzijdig artiest, die vooral bekend was als komiek en acteur. Hij was daarnaast chansonnier, toneelschrijver en -acteur, maker van radiofeuilletons, revue-artiest, tekstschrijver en dichter.[1]

Loopbaan

Francis Blanche kwam uit een artiestenfamilie. Zijn vader was de toneelacteur Louis Blanche (1882-1960). Op 17-jarige leeftijd debuteerde hij als zanger in een klein theater in de Parijse wijk Montmartre. In de jaren vijftig brak hij door als acteur.[2] Samen met de bijna dertig jaar oudere Pierre Dac vormde hij jarenlang een komisch duo.

Blanche speelde onder andere in de films Ah! Les belles bacchantes (1954), met Louis de Funès, in Babette s'en va-t-en guerre (1959) met Brigitte Bardot, in La Jument verte (1959), Un drôle de paroissien (1963) en La Grande Lessive (!) (1968) met Bourvil, in Les Plus Belles Escroqueries du monde (episode L'Homme qui vendit la tour Eiffel) (1964) en in Belle de Jour (Luis Buñuel, 1967) met Catherine Deneuve. Hij werkte meerdere keren samen met regisseur Georges Lautner en scenarist Michel Audiard, zoals in Les Tontons flingueurs (1963) en Les Barbouzes (1964), evenals met Jean-Pierre Mocky (in negen films).

Blanche overleed in 1974 op 52-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Parijs aan een hartaanval.[2] Hij ligt begraven in het dorp Èze, in het uiterste zuidoosten van Frankrijk.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.